In elke oorlog maken politici en militairen misrekeningen, fouten en blunders. Dat is onvermijdelijk. Vladimir Poetin dacht twee jaar geleden dat zijn leger het buurland binnen een paar weken onder de voet zou lopen. De Russische vlag zou weer wapperen van de regeringsgebouwen in Kiev en een marionettenregering zou doen wat hij wilde. Poetin onderschatte de Oekraïners en zijn Blitzkrieg mislukte. De ‘speciale militaire operatie’ is een uitputtingsoorlog geworden, waarbij hij naar schatting ruim 300.000 man, doden en gewonden, heeft verloren.

De Oekraïners boekten in de herfst van 2022 enkele grote successen toen ze verloren gebied heroverden. Zij, en zij niet alleen, dachten dat ze de oorlog vrij snel konden winnen. Ze werden overmoedig. Alle kaarten werden gezet op een tegenoffensief dat de Russen misschien niet zou verdrijven maar zulke zware verliezen zou toebrengen, dat Poetin wel moest onderhandelen. Dat offensief mislukte en de angst de oorlog te verliezen hangt nu als een gifwolk boven het land. Wat een paar maanden geleden ondenkbaar en onbespreekbaar was, land offeren voor vrede of een wapenstilstand, schijnt niet langer taboe te zijn.

Hoe zijn de Oekraïners in dit mijnenveld beland en in hoeverre en in welke mate zijn de Westerse bondgenoten daaraan schuldig?

Over de misrekeningen, fouten en blunders van de Oekraïense militaire en politieke leiding ga ik me geen oordeel aanmatigen. Ik ben geen militair en niet eens een huiskamerstrateeg. Maar over de opstelling van het Westen, het tweede thuisfront van de Oekraïeners, heb ik wel zo mijn ideeën.

Daarbij gaat het om het verschil tussen ‘moeten winnen’ en ‘niet mogen verliezen’.

Dat is een fundamentele keuze met verstrekkende gevolgen. Als je vindt dat Kiev de oorlog moet winnen, lever je zo snel mogelijk al het materieel dat daarvoor nodig is. Je stuurt tanks, vliegtuigen, drones, raketten, munitie, geeft adviezen en deelt inlichtingen. Vind je daarentegen dat Kiev de oorlog niet mag verliezen, lever je voldoende om een nederlaag te voorkomen. Oekraïne krijgt zijn tanks, raketten etc, maar niet snel genoeg en in niet in de aantallen die aan het front het verschil kunnen maken. Door die keuze nam men in Washington, Londen, maar vooral Berlijn en Parijs, het risico dat Kiev het initiatief zou verliezen. En op den duur de oorlog.

Met name de leider van het belangrijkste land in Europa heeft van meet af aan gekozen voor ‘niet mogen verliezen’. Olaf Scholz hield na de Russische invasie een historische rede. Poetins aanval markeerde een breuklijn, er brak een nieuw tijdperk aan, het was niets minder dan een ‘Zeitenwende’. Duitsland ging zijn zwaar verwaarloosde defensie weer op peil brengen. Daar werd 100 miljard voor uitgetrokken. Duitsland was wakker geworden. Berlijn had zijn illusies over de intenties van Moskou eindelijk afgeschud.

Maar na de indrukwekkende woorden en voornemens gebeurde er verontrustend weinig. De regering steggelde over elke wapenlevering, van munitie tot tanks. In Kiev maar ook in Washington, Londen en bij de NAVO in Brussel, begon men zich af te vragen of men in Berlijn echt wakker was geworden. Waarom draalde, aarzelde, weifelde de bondskanselier? Het antwoord: Scholz wilde het conflict met Rusland, een atoommacht, niet laten escaleren. Daarmee zat hij op een lijn met Joe Biden die de confrontatie met Poetin eveneens onder controle wil houden. Het verschil is dat de Amerikanen meestal wel leverden.

Inmiddels hebben de Duitsers zich enigszins gerehabiliteerd en na de VS leveren ze nu de meeste, vooral financiële steun. Onlangs trok Scholz zelfs de jas van de staatsman aan en riep hij andere landen op meer te doen. Even leek het er op dat Duitsland een leidende rol op zich zou nemen. Met het oog op de ongewisse toestand in de VS, – Donald Trumps mogelijke terugkeer in het Witte Huis -, zou dat inderdaad een even verrassende als verheugende ontwikkeling zijn. Want Berlijn en Scholz lopen niet graag voorop.

Zoals vaker bij Scholz blijkt dat toch weer niet de bedoeling te zijn. In Berlijn ruziën de regeringspartijen over de levering van een kruisraket aan Kiev. De Groenen en de liberale FDP zijn voor, de sociaaldemocraten, de SPD, van Scholz zijn tegen. De raket, de Taurus, heeft een bereik van 500 km en daarmee zouden de Oekraïners Russische doelen verder achter het front kunnen aanvallen. Het is geen wonderwapen, dat is geen enkel wapen, maar zou een meer dan welkome versterking zijn.

Alleen, door zijn actieradius zou je met de Taurus ook doelen in Rusland zelf kunnen bestoken. Kiev heeft verzekerd dit niet te zullen doen en dat de actieradius wat hen betreft beperkt kan worden. Dat is geen ingewikkelde ingreep en al eerder bij andere raketten toegepast. Desondanks blijft Scholz onvermurwbaar. Waarom verklaart hij niet, maar over zijn motieven is iedereen het wel eens. De Bondskanselier blijft bang voor de crimineel in het Kremlin en  gevoelig voor nucleaire chantage.

Dit standpunt illustreert het verschil tussen ‘moeten winnen’ en ‘niet mogen verliezen’. Het speelt de Russische dictator in de kaart en drijft de Oekraïners tot vertwijfeling. Zij horen dat ze ‘ook voor de vrijheid van het Westen vechten’, en sneuvelen, maar krijgen van hun bondgenoten niet of te laat of te weinig de wapens die ze dringend nodig hebben. Ze zijn dankbaar voor alle steun, ze kunnen weinig anders, maar moeten vrezen dat het Westen hen uiteindelijk aan hun lot zal overlaten.

‘Niet mogen verliezen’ is niet genoeg. Het is kortzichtig. Sterker nog, het is een blunder en een schandaal.