In mijn stukjes over de oorlog in Oekraïne stel ik regelmatig dat Kiev twee thuisfronten heeft. Het eerste is het eigen land en de eigen bevolking. Het tweede bestaat uit de bondgenoten die met hun steun Kiev op de been houden en voorkomen dat Oekraïne de oorlog verliest.

Na bijna 20 maanden oorlog en enorme verliezen houdt het eerste thuisfront nog altijd stand. Voor de Oekraïners gaat het om het naakte overleven. Als natie en als staat. Een nederlaag betekent het einde van hun soevereiniteit en autonomie. Ze worden opgeslokt door een imperium dat van oudsher geen oog heeft voor de gevoeligheden van overwonnen naties. Het is het einde van de onafhankelijkheid en het begin van mogelijk eeuwen onderdrukking.

Ik denk dat wij in onze veilige polder en na bijna 80 jaar vrede en welvaart niet daadwerkelijk beseffen wat er op het spel staat. Rationeel ja, natuurlijk, maar emotioneel? Vladimir Poetin is een boef en we vangen vluchtelingen op maar het moet niet te lang duren. Ons leven gaat ‘gewoon’ door. Offers worden niet geeist. In een notendop is dat het verschil tussen het eerste en tweede thuisfront.

Het tweede thuisfront heeft tot dusver langer stand gehouden dan veel pessimisten voor mogelijk hielden. Je kan zeggen dat Poetin zich heeft misrekend. Hij dacht dat Kiev binnen een paar dagen na de invasie de witte vlag zou hijsen en dat het Westen dat als voldongen feit zou accepteren. Maar Kiev capituleerde niet en het Westen slikte zijn imperialistische grootheidswaan niet. De Finnen en Zweden bij wie neutraliteit in het nationale DNA zit, wilden lid worden van de NAVO. Het duurde even tot  in Duitsland en Frankrijk doordrong dat met de crimineel in het Kremlin geen zaken valt te doen, maar zij hebben nu ook onmiskenbaar partij gekozen.

De vraag is nu: hoe lang duurt die eensgezindheid nog? Blijft het Westen als ‘een man’ en ‘zolang het duurt’ achter Kiev staan? Of stuit de solidariteit inmiddels op haar grenzen?

Oorlogen worden gewonnen en verloren aan het thuisfront. Als dat om welke reden ook de moed verliest, is de nederlaag een kwestie van tijd. Het tweede thuisfront staat op afstand van de verschrikkingen en maakt niet door wat de bevolking in Oekraïne doormaakt. Aan dit front dreigt het gevaar van gewenning, onverschilligheid en als de stemming in die richting omslaat, is de steun niet langer vanzelfsprekend. En kan ze, hoeft niet, inzet worden van de binnenlandse politiek.

In landen waar de politiek wordt verziekt door oververhitte polarisatie, is dat risico het grootst. Meestal blijft die polarisatie beperkt tot de hete hangijzers van de binnenlandse politiek. Maar zodra ze overslaat naar het buitenlandbeleid, dat voor de meeste kiezers doorgaans ver van hun bed is, en populistische demagogen zich er mee gaan bemoeien, begint de splijtzwam in snel tempo te groeien.

De afgelopen weken zagen we de eerste signalen. In Slowakije won de pro-Russische populist Robert Fico de verkiezingen. Fico had het stopzetten van steun aan Oekraïne tot inzet gemaakt en mag nu proberen een regering te vormen. De geleerden verschillen van mening of het allemaal zo’n vaart zal lopen, – Fico is een rasopportunist -, maar voorlopig moet Brussel rekening houden met een tweede Viktor Orban. De Hongaarse premier verwelkomde Fico al als een medestander. Poetin zal het handenwrijvend hebben genoteerd.

In Polen hebben de populisten van de regerende PiS-partij de steun aan Kiev eveneens ontdekt als verkiezingsthema. De aanleiding was de doorvoer van Oekraïens graan dat ook op de Poolse markt terecht kwam. De machtige boerenlobby is een van de steunpilaren van Pis en de boeren waren boos. Dat  zat PiS vlak voor de verkiezingen van 15 oktober niet lekker en ze richtte haar pijlen op Kiev dat ‘ondankbaar’ zou zijn en dreigde met het staken van de steun. De borsjtsj zal vermoedelijk niet zo heet gegeten worden, want de Polen weten als geen ander dat de vijand in Moskou zit. Maar toch, Poetin zal niet ontevreden zijn.

Zorgwekkender zijn de ontwikkeling in de VS. In Washington was de steun aan Kiev een van de weinige terreinen waarop Democraten en Republikeinen elkaar niet naar het leven stonden. Maar nu dreigt een groepje Trumpers met sabotage. Tot de folkore in Washington behoort tegenwoordig het dreigen met het bevriezen van de overheidsuitgaven waardoor het land wordt lam gelegd. De Republikeinen willen daarmee  president Joe Biden en zijn Democraten tot concessies dwingen. Tot de eisen behoorde dit keer onder meer het intrekken van een steunpakket voor Kiev. Na lang nagelbijten en veel tamtam werd men het eens over een voorlopig akkoord waardoor het land niet op slot ging, maar de 24 miljard voor Kiev bleef daar buiten. De Democraten en Republikeinen moeten binnenkort op herhaling voor een definitief akkoord. Maar of het geld alsnog naar Kiev gaat, blijft afhankelijk van Republikeins gechicaneer.

Daarmee is steun aan Oekraïne een verkiezingsthema geworden. En als zijn vriend Donald T. volgend jaar weer president wordt, wordt de kans een stuk groter dat Poetin op het Rode Plein zijn overwinningsparade kan afnemen.

Want Europa zal het vaandel niet kunnen overnemen. De EU is daar politiek, militair, en organisatorisch nog steeds niet op voorbereid. Maandag waren de EU-ministers van buitenlandse zaken, minus de Hongaarse en Poolse collega’s, in KIev op solidariteitsbezoek. Dat is natuurlijk hartverwarmend maar toch zal president Volodymyr Zelenksy beseffen dat het tweede thuisfront ondanks alle bezweringen van trouw en steuntoezeggingen kwetsbaar is geworden.