Twee jaar na de bestorming van het Capitool heeft de Amerikaanse politiek opnieuw een dieptepunt beleefd. De Republikein Kevin McCarthy verwezenlijkte zijn droom en werd voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Daarmee werd hij in rang de derde politicus van de VS, na president Joe Biden en vicepresident Kamala Harris, beide Democraten.

De verkiezing werd voor McCarthy een martelgang. Pas na de 15de ronde mocht hij de voorzittershamer aanpakken. Normaal gesproken is zo’n verkiezing een formaliteit. De grootste partij levert de voorzitter en daarna gaat men over tot de orde van de dag. Maar de extremisten in zijn eigen partij haalden McCarthy ronde na ronde door de mangel. Even dreigde het in de laatste ronde zelfs uit te draaien op een handgemeen tussen een voor- en tegenstander van de nieuwe voorzitter. Het was een passend slotakkoord geweest.

Het minste wat je van de farce kan zeggen is dat McCarthy als ‘aangeschoten wild’ uit de jacht is gekomen. Hij heeft zoveel concessies moeten doen, dat hij wat hij nog aan gezag had, heeft verspeeld. Over zelfrespect zullen we het maar niet hebben, want daar doen hyperambitieuze politici zelden aan. Bijna alles, van het verkopen van de schoonmoeder tot het kruipen door modder en erger, is geoorloofd om het heilige doet te bereiken.

Ik weet niet of McCarthy aan reflectie en introspectie doet. Afgaande op de afgelopen weken verschenen profielschetsen lijkt hij daar niet de man naar. Maar stel dat hij daar toch tijd voor vrijmaakt, zou hij moeten vaststellen dat hij op zijn minst medeplichtig is aan het bizarre en voor hem vernederende circus van de laatste week. McCarthy is een van de opportunisten die het bedje hebben gespreid voor de gekken die hem het leven zuur hebben gemaakt en mogelijk nog zuurder gaan maken.

De geschiedenis door hebben de opportunisten de gekken onderschat. Het grenst vaak aan hoogmoed en is gebaseerd op de illusie dat ze een radicale en populaire outsider kunnen inkapselen. Diens rol is die van de nuttige idioot die helpt bij het realiseren van hun doeleinden. Alleen, de idioot laat zich niet inkapselen en de opportunisten trekken aan het kortste eind. Dat heeft de top van de Republikeinen aan den lijve ondervonden toen ze dacht dat ze Donald Trump in toom kon houden.

Gekken blijven, ondanks de electorale tegenslagen van het afgelopen jaar, een probleem in de politiek. In de VS en het VK bepalen ze in de belangrijkste partijen nog steeds de dynamiek en soms het beleid. Veel Conservatieven in het VK blijven in de ban van de als premier jammerlijk mislukte Boris Johnson en de Brexiteers. De sociaaldemocraten van Labour zijn nog altijd bezig de geest uit te drijven van Jeremy Corbyn en zijn extreemlinkse warhoofden. In de VS hebben de Republikeinen behalve Trump (die op zijn retour lijkt) wappies in alle soorten en maten in de gelederen. De Democraten zitten in hun maag met ‘woki’s’ die de cultuurstrijd opporren en kijken wie ze vandaag weer kunnen ‘cancelen’. Rechtse gekken zijn gevaarlijker dan de linkse, daar is iedereen het wel over eens. Maar samen verzieken ze het niet alleen het politieke maar ook het sociale en culturele klimaat.

In de VS en het VK hebben de gekken zich genesteld in de gevestigde partijen ook omdat de kiesstelsels daar weinig ruimte bieden voor nieuwe partijen. De Brexit-partij kwam in Engeland niet op eigen kracht in het parlement en was aangewezen op de steun van gelijkgestemde Conservatieven. In de VS werden de Republikeinen de vergaarbak van christenfundamentalisten, racisten, wapenfreaks en aanverwant volk.

In West-Europa kennen de meeste landen een systeem van representatieve vertegenwoordiging. Wie vindt dat hij het land moet verrijken moet met een nieuwe, ook gekkenpartij, kan en mag dat zolang hij maar voldoende aanhangers weet te vinden. Daarom zitten we bij ons in de polder nu met 20 partijen.

Misschien gaat het te ver om dit een voordeel te noemen. Als de gekken zich meester maken van de macht in een Engelse of Amerikaanse partij, zijn ze meteen een gevaar. Het gaat vermoedelijk jaren duren om de ravage die Trump en Johnson hebben aangericht, op te ruimen. Dat risico is bij ons kleiner. Thierry Baudet en zijn Forum voor Democratie wonnen vier jaar geleden de Staten-verkiezingen, waren zelfs even de grootste partij en leken een machtsfactor van belang te worden. Dat duurde niet lang omdat de ene na de andere gek zich meteen afsplitste en voor zichzelf begon. Forum is nu een sekte met een fanatieke maar beperkte aanhang.

Is er dan geen enkele reden tot zorg?

Afgezien van Forum zijn dit soort partijen hier, hoe raar dat ook klinkt,  ‘gematigd’ gek. Wat je van Geert Wilders ook vindt, hij is geen dolgedraaide mafkees als Baudet. Bij JA21 doen ze hun best om ‘redelijk’ over te komen. Caroline van der Plas van de BoerBurgerBweging (BBB) mag op een tractor naar het Binnenhof komen, ze probeert niet gevolgd door een schuimbekkende meute de vergaderzaal binnen te rijden. En op de andere flank speelt Sylvana Simons met overgave de nationale woki maar bij haar clubje is het om de haverklap hommeles. Kortom, geen reden om de noodtoestand uit te roepen.

Bij ons profiteren ze vooral van het grote onbehagen en het onvermogen van de gevestigde politiek problemen op te lossen. Ze zijn geen aanwinst voor de politiek. Zeker niet. Maar anders dan in de VS en het VK vormen ze (nog) geen bedreiging voor de democratie.