Sigrid Kaag werd bij haar komst in de politiek geroemd als een internationale topdiplomate. Bekend werd ze 7 jaar geleden als de leidende VN-onderhandelaar over de vernietiging van Syrische chemische wapens. Op slag was ze ook een coryfee in eigen land. Dat vond zijn weerslag in haar ambities. De eerste vrouwelijke minister-president van Nederland. Voor minder leek ze niet te gaan. Dat werd ze niet. Maar minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in Rutte III was een aardige aanloop.
De afgelopen maanden bleek dat ze ondanks die vier jaar als minister het politieke handwerk (nog steeds) niet in de vingers heeft. De onverwacht grote verkiezingsoverwinning was haar kennelijk naar het hoofd gestegen. In elk geval vertroebelde het haar blik op de realiteit. Er was een partij, de VVD, die 10 zetels groter was en de linkse partijen waarmee ze zo graag wilde regeren waren bijna gehalveerd (GroenLinks) of bleven met pijn en moeite gelijk (PvdA). Overschatting van de eigen machtspositie is, er valt weinig anders van te maken, een beginnersfout.
Na de verkiezingen lag voortzetting van de huidige coalitie van VVD,CDA, D66 en ChristenUnie, voor de hand. De winnaars, VVD en D66, strijken hun winst op aan de onderhandelingstafel en de andere twee partners ondertekenen na een paar maanden tegenstribbelen voor de Bühne het regeerakkoord. Kaag had zo veel van wat ze wilde, inclusief een paar fraai klinkende frases over een nieuwe bestuurscultuur, kunnen binnen halen. Mark Rutte gunt zijn partners hun dingetjes zolang hij maar minister-president wordt.
Kaag sloot de ChristenUnie, een ´roestige auto´, op voorhand uit. Daarmee beperkte ze haar opties. Ze zette haar kaarten op de Jip en Janneke van links, de PvdA en GroenLinks. Dat valt te billijken als je een ´nieuwe politiek´ wil. Maar één van de twee, Jip of Janneke, was voldoende voor een coalitie. Dat is een oude wet: nooit met meer partijen regeren dan noodzakelijk is. Een extra partij kan ook extra problemen betekenen. En als Jip en Janneke zeggen, we doen alleen samen mee, zeg je: Ik laat me niet door jullie voor het blok zetten. Het was bovendien een mooie kans geweest om het zo ostentatief innige duo uit elkaar te spelen. Misschien was het niet gelukt maar nu is het zeker te laat. De bij links altijd smeulende achterdocht jegens D66 heeft nieuwe zuurstof gekregen.
Wat je ook nooit moet doen is onnodig vijanden maken. Je komt elkaar op de Binnenhofse postzegel altijd weer tegen. Het dedain waarmee ze Mark Rutte en ook CU-leider Gert-Jan Segers behandelde, zette kwaad bloed. Voor arrogantie betaal je altijd een prijs. Is het niet vandaag, dan wel morgen. Het verjaart nooit. Rutte weet dat als doorgewinterde professional als geen ander en liet zich niet uit de tent lokken, ook niet na Kaags poging tot karaktermoord in haar H.J. Schoo-lezing. Toen ze aftrad na het Afghanistan-debacle, haalde hij de loftrompet te voorschijn. Ze was een internationaal erkende topdiplomate, een zeer gewaardeerde collega en nog zo het een en ander. Of het nu wel of niet oprecht gemeend was, doet er niet toe. Politiek vecht je uit op de inhoud, niet omdat je iemand wel of niet mag. (Een goede verstandhouding helpt daarbij wel).
Je vraagt je af of er bij D66 iemand was die haar hier op heeft gewezen. Het is, zoals hier al eerder betoogd, een partij van amateurs. Maar je hoeft niet de Einstein van het Binnenhof of een internationaal erkende topdiplomate te zijn om dit soort blunders te vermijden. Andere mogelijkheid: ze is zo van zichzelf overtuigd dat ze niet naar adviezen, raad en suggesties van anderen luistert. Je mag hopen voor D66 dat er niet alleen boodschappenjongens en -meisjes rondlopen maar ook figuren die meer willen en kunnen dan de tas dragen van de leider. Maar twijfels lijken gerechtvaardigd.
De huidige situatie doet denken aan de formatie van vier jaar geleden. De toenmalige D66-leider Alexander Pechtold wilde destijds ook niet met de ChristenUnie. Segers en co kwamen niet door de ballotage. GroenLinks moest en zou meeregeren. Maar GroenLinks leider Jesse Klaver mocht van zijn partij niet akkoord gaan met het nieuwe, strengere, vluchtelingenbeleid en liet zich terugfluiten. Voor Pechtold zat er niets anders op dan met de pet in de hand bij Segers aan te kloppen. Vrij naar Marx: de geschiedenis herhaalt zich ook nu weer als farce.
Enfin, Kaag moet nu toch onderhandelen met die vermaledijde club van Segers. Je kan er vergif op in nemen dat ze door menig stukjesbakker en leutershow-duider zal worden geprezen omdat zij tenminste ´over haar schaduw heen is gesprongen´. Dat had Rutte ondanks hun dringende aanbeveling niet opgebracht. Grote woorden als het landsbelang zijn dan altijd goed om bij de hand te hebben. Alsof het dreigende verlies bij nieuwe verkiezingen nauwelijks een rol heeft gespeeld.
Dat de formatie zeven maanden vertraging heeft opgelopen, kan niet alleen op het conto van Kaag worden geschreven. In die vertoning was voor niemand, Rutte, Wopke Hoekstra, Jip en Janneke, een glansrol weggelegd. Maar geblunderd zoals Kaag heeft niemand.
Maar goed, we gaan nu eindelijk formeren. Kaag zal zich vermoedelijk willen revancheren aan de onderhandelingstafel. Ze gaat zich onder meer sterk maken voor het klimaat, beter onderwijs, en een voortekkersrol in Europa. Het zal allemaal wel. Omdat niemand het zich kan veroorloven de formatie alsnog op te blazen, is de kans groot dat Rutte III een doorstart maakt als Rutte IV. Het zal even duren, al was het maar omdat Kaag de indruk moet wekken dat ze haar punten voor de poorten van de rechtse hel heeft weggesleept. Maar wie weet hebben we voor kerstmis een nieuw kabinet.
Geef een reactie