Het geschiedde in die dagen dat Geert en Dilan en Pieter en Caroline samen kwamen om een kabinet te vormen. En zij vergaderden vele uren onder leiding van Ronald. En vervolgens vergaderden zij vele uren onder leiding van Kim. Ook onder leiding van Elbert en Richard werd nog vele uren vergaderd. Maar een kabinet kwam er niet.

En Geert sprak: ‘Het wordt hoog tijd dat we knopen doorhakken, want dit land is propvol. ’

Edoch Pieter zeide: ‘Welnee joh, niet propvol. Bij ons in het oosten des lands nog ruimte zat. In het noorden en zuiden trouwens ook.’

En Caroline verklaarde: ‘Die ruimte hebben de boeren nodig. Zij zorgen voor ons voedsel.’ Want Caroline was voor de boeren.

En Pieter beriep zich op statistisch materiaal waaruit bleek dat de voedselvoorziening in deze streken niet aan de boeren te danken is, omdat Nederland het merendeel van zijn voedsel uit het buitenland haalt.

Zij twistten nog veel uren, zonder het eens te worden. En er kwam geen kabinet.

Pieter voorspelde tegen beter weten in: ‘Voorwaar, ik zeg het u: nog vóór de zomer zal er een regering zijn.’

En Geert zeide: ‘Hou die praatjes maar voor je, lulhannes. Bind liever in. Je hebt er ook al voor gezorgd dat ik geen premier mag worden, terwijl ik de grootste ben.’

En daarop sprak Pieter: ‘Ha ha, jij de nieuwe premier. Nu zal hij mooi zijn! Je hebt niet eens een echte partij. Als jij je fractie in de steek laat, gebeuren er binnen de kortste keren ongelukken. Je hebt trouwens ook geen lieden die je ergens voor kunt afvaardigen. Voor je Europese lijst heb je nota bene de fractievoorzitter uit de Provinciale Staten van Overijssel als lijsttrekker aangewezen. Uit Overijssel! Nou vraag ik je!’

‘Daar kom jij anders zelf ook vandaan,’ wierp Geert hem snedig voor de voeten.

En zo ruzieden zij nog vele uren voort, zonder een akkoord  te bereiken.

En de beste stuurlieden, die zoals gebruikelijk altijd terzijde staan, riepen uit: ‘Zij zitten elkander alleen maar in de haren! Een kabinet komt er op deze wijze nooit. We kunnen beter opnieuw ter stembus tijgen.’

Maar de vertrekkende premier, die vroeg of laat naar de NAVO zou gaan, voorspelde: ‘Er komt altijd een kabinet.’

Zo ging het door. En alom weerklonk het: ‘Weet jij een andere oplossing dan dat deze vier het met elkander gaan proberen?’

Er kwam geen antwoord. En het was al april. En er weerklonk geween en gekners der tanden. Want in november waren er verkiezingen geweest. En er gingen weer stemmen op om de formatie in vredesnaam maar aan een maximum te binden. Maar de tegenstanders van dat plan zeiden: wat als er dan nog steeds geen regering is? Partijen dwingen om een coalitie te sluiten? Ga heen en laat niet om je lachen!