‘Wij zullen niets nalaten om te voorkomen dat Wilders in dit land aan de macht komt,’ zei GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans zaterdag tijdens een congres van de fusiepartij. PVV-leider Geert Wilders reageerde als door een adder gebeten. ‘Niets nalaten?’ twitterde hij op X. ‘Niets? Ook geen geweld? Ik ga aangifte doen.’

Meteen nam hij contact op met zijn advocaat Herman Loonstein. Die was het – zoals een goed advocaat betaamt – helemaal eens met zijn cliënt. Timmermans had zich schuldig gemaakt aan opruiing. Net als het geval was bij de Oervader van de Vaderlandse Populisten Pim Fortuyn. Die werd immers vermoord door de milieufanaat Volkert van der G.. Van der G. maakte de Grote Leider meteen een kopje kleiner toen hij via de media had vernomen dat onder meer toenmalig PvdA-lijsttrekker Ad Melkert hem had ‘gedemoniseerd’.

Wie Wilders zelf allemaal heeft ‘gedemoniseerd’ vroeg mr. Loonstein zich maar liever niet af. Het rijtje zou wel eens al te lang kunnen zijn.

Hoe het nu verder gaat weet ik niet. Maar de uitkomst kan voor Geblondeerde Geert alleen maar gunstig uitpakken.

De eerste mogelijkheid is dat het Openbaar Ministerie de aanklacht niet serieus neemt.

‘D66-rechters,’ zal Wilders de juridische mallemolen dan ongetwijfeld karakteriseren. D66 heeft weliswaar nog slechts 9 Kamerzeteltjes, maar in de magistratuur speelt die partij nog steeds een beslissende rol. Althans als je de voorstanders van extreemrechts beleid mag geloven.

Ook als het Openbaar Ministerie de zaak wel voor de rechter brengt, maar deze de tenlastelegging afwijst, zal Wilders triomfen vieren met zijn kreet ‘D66-rechters’. Want het moge dan duidelijk zijn dat het OM van goede wil was, maar dat de rechtbank de klacht niet als menens beschouwde.

Zonder enige aarzeling zullen alle aanhangers van de Glorierijke Winnaar van de Kamerverkiezingen (dat worden er kennelijk steeds meer) het met hem eens zijn. Zij zijn het sowieso altijd met hem eens.

Alleen bij een derde optie – de rechter veroordeelt Timmermans – zal Wilders zijn beschuldiging ‘D66-rechters’ noodgedwongen achterwege moeten laten. Maar in die omstandigheid heeft hij meer dan genoeg reden om zich verheugd te tonen. Dat de rechtbank hem bijvalt is overigens behoorlijk onwaarschijnlijk.

Er is – zij het puur theoretisch – nog de mogelijkheid dat Timmermans in zijn opzet slaagt om het formerende viertal uit elkaar te spelen. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat Pieter Omtzigt zijn heilzang op de rechtsstaat eindelijk eens serieus neemt en het op een lopen zet.

Mocht zich deze – zoals gezegd zeer onwaarschijnlijke – situatie voordoen, dan kan Wilders een van zijn andere klassiekers uit de kast trekken. Hij kan roepen: ‘Nepparlement’. Of misschien nog beter: ‘Neppolitici’.