Bij een van mijn werkgevers had je de reisredacteur. Dat was anders dan je zou vermoeden niet de man of vrouw die toerisme in haar of zijn portefeuille had. De reisredacteur ging niet naar een zonovergoten strand of een uitdagende skipiste en liet zich evenmin fêteren door reisorganisaties die hoopten op een positieve beoordeling. De reisredacteur ging naar brandhaarden. Als er al een cocktail voor hem werd gemixt, heette die meestal ‘Molotov’.

Ik ben een paar jaar reisredacteur geweest. Dat bracht me regelmatig in de moslim-wereld en dus ook in het Midden-Oosten dat net als nu regelmatig in de fik stond. Israel zat niet in het pakket want daar hadden we een correspondent.

Ik ben geen expert. Ik spreek geen Arabisch en weet te weinig van de islam. De meeste mensen die ik tegenkwam in Irak, Libanon, Pakistan, Koeweit en de Golfstaten, waren vriendelijk en behulpzaam. Die landen waren dictaturen en niemand leek zich daarover op te winden. Er waren wel westers georiënteerde intellectuelen maar die vormden zelden meer dan een kleine groep zonder noemenswaardige invloed. Die discussieerden graag en eindeloos over kwesties als: kunnen islam en democratie samengaan en waarom zijn onze landen zo achterlijk?

Datzelfde vroeg ik me eveneens af en sprak daarom regelmatig met experts, buitenlandse en ‘inheemse’, en las hun boeken. De verklaringen varieerden van het specifieke karakter van de islam, – geen Verlichting, geen scheiding van kerk en staat etc- , corrupte en incompetente leiders, tot de dubieuze rol van het Westen, – kolonialisme en uitbuiting, vooral na de ontdekking van het Zwarte Goud, olie. Gooi dat in een pot, schud even en je hebt een bij het minste geringste ontvlambaar mengsel.

De meeste geleerden die ik sprak en wier boeken ik las, waren niet optimistisch. De democratie zou in deze woestenij niet snel tot bloei komen. Ze hadden geen ongelijk: de Arabische Lente van 12 jaar geleden heeft behalve burgeroorlogen, bloedbaden en andere ellende niets, en al helemaal geen democratie, gebracht.

Ik had zelf inmiddels een paar eigen ideeën ontwikkeld. Helemaal origineel waren die niet maar vooruit. Het Midden-Oosten had de drie grote monotheïstische religies, jodendom, christendom en islam voortgebracht. Als jouw god de enige Ware  is, heb je weinig begrip voor lieden die het lef hebben andere goden of hun eigen enige Ware te aanbidden, hoezeer die laatste ook op de jouwe lijkt. Als schriftgeleerden en andere scherpslijpers zich ermee gingen bemoeien, ontaardde dat onbegrip gauw in onverdraagzaanheid. Met als vuistregel: hoe orthodoxer, hoe intoleranter. En als de ongelovigen het te bont maken, mag je ze over de kling jagen. Toegegeven, dat zijn geen hemelbestormende inzichten, maar er valt helaas weinig op af te dingen. De vruchten aan de orthodoxe bomen heten antisemitisme, islamofobie en christenhaat.

Wat mij opviel was de samenhang tussen orthodoxie, intolerantie en het ontbreken van humor. Heeft u wel eens een dominee uit de biblebelt op een lichtvoetige opmerking betrapt? Of een imam? Wie satire wil bedrijven, cartoons met Mohamed wil tekenen, speelt met zijn leven. We mogen Charlie Hebdo nooit vergeten en moeten hopen dat Salman Rushdie niet nog een keer oog in oog komt te staan met een god aanroepende gek. De Joden staan bekend om hun humor, – het is een cliché, Sam en Moos etc -, maar ik denk niet dat je met een orthodoxe jood die de hele dag met zijn neus in de Talmoed zit, erg kan lachen. Ik kan het mishebben, natuurlijk.

Dat ontbreken van een gevoel voor humor, behalve als het in niet-westerse landen veel voorkomende leedvermaak, heeft verstrekkende gevolgen. Ook voor de politiek. Humor relativeert, ondermijnt, niet alleen het standpunt van de ander, maar met name als zelfspot en ironie, ook de eigen waarheden. Satire neemt bij voorkeur het eigen heilige huis op de korrel. In het geseculariseerde Westen mag je misschien niet alles maar wel bijna alles zeggen. Soms is dat laatste een kwestie van goede smaak, rekening houden met andermans gevoeligheden. Maar iemand als Hans Teeuwen is in Saoedi-Arabië ondenkbaar. Daar hakken ze een columnist met gematigde kritiek al in mootjes.

Democratie is alleen mogelijk als je de eigen standpunten niet onaantastbaar verklaart en bereid bent tot concessies en compromissen. Wanneer een partij met andere opvattingen daartoe ook bereid is, hebben we de belangrijkste voorwaarde voor de democratie wel benoemd. Ik zal niet beweren dat er een direct verband bestaat tussen humor en democratie, maar het is op zijn minst indirect.

(Dat verklaart ook waarom je bij leiders en aanhangers van totalitaire ideologieën van links, communisme, en rechts, fascisme, zelden iets aantreft dat lijkt op  humor, laat staan zelfspot.  Niet voor niets worden die ideologieën ‘seculiere religies’ genoemd. Hetzelfde geldt trouwens voor fanatieke linkse en rechtse activisten.)

In door extremistische moslims geregeerde landen, of het nu Iran, Saoedi-Arabië of Afghanistan is, hebben ze weinig humor, ironie en helemaal geen zelfspot. En bij Hamas zullen ze evenmin om zichzelf lachen. Zolang dat het geval is, het eigen gelijk absoluut blijft en satire je doodvonnis betekent, zal het met de democratie in die landen niets worden. En als de enige democratie in de regio, Israel, er niet in slaagt de eigen gekken en fanatici in bedwang te houden, kan het Israelisch-Palestijnse conflict niet opgelost worden. Dat stemt niet hoopvol maar dat is wat ik heb overgehouden van mijn jaren als reisredacteur.