Ik noem mezelf geen ornitholoog of vogelkenner, verre van. Mijn kennis van het gevleugelde dierenrijk is vrij beperkt. Ja het verschil tussen een zwaan en een eend of een kraai en een mus ken ik. Mij hoor je ook niet pinguïn tegen een struisvogel zeggen. Voor hen maakt dat niet zoveel uit maar tijdens een sollicitatiegesprek voor een baantje bij de dierentuin daarentegen… Vogels vertonen de neiging om weg te vliegen wanneer je ze de dicht benadert. Zo maak je nooit kans om ze wat nauwkeuriger te bestuderen natuurlijk. Je zou de hele tijd kunnen rondzeulen met een verrekijker om je hals. Of dit zo gezond is voor je nekwervels vraag ik me dan weer af? Trouwens, ik denk, maar dat is dan heel persoonlijk, dat mocht er in de verte of wat dichterbij een kortgerokte jonge dame op een fiets zou passeren mijn focus er sterk zou onder lijden. Mijn verrekijker zou onhoudbaar zwenken en me tot gluurder transformeren. Er schuilt bijgevolg geen vogelaar in mij, of toch wel?
Dit om u te vertellen dat er deze morgen, terwijl we hier aan het ontbijten waren (hier = Chiang Kham, provincie Phayao N. Thailand) een vreemde vogel ten tonele verscheen. Hij of zij floot een vrij eentonig ultrakort deuntje van twee klanken. Een lage gevolgd door een hoge, nauwelijks een deuntje dus. Net als bij ons mensen heb je bij hen veel- en weinigpraters. Deze maakte van een lang verhaal een kort, een stenografische boodschap bij wijze van fluiten. Ik had deze soort al dikwijls gehoord. Als vroege vogel bij het eerste daglicht, onderweg tijdens mijn dagelijkse wandeling tussen velden en akkers. Ik kan hen ook perfect imiteren. Niet zo moeilijk gezien hun beperkte repertoire en wanneer je, zoals ik, fluitend door het leven gaat. Dan lijkt het of ze een indringer op hun territorium vermoeden en, eenmaal ze mij gespot hebben, de vogelvlucht nemen. Je zou voor minder!
Het spreekt vanzelf dat ik absoluut wilde weten welk beestje het was. Mijn echtgenote had een vermoeden maar was niet honderd procent zeker. Zij dacht dat het een นกกาเหว่า was. Let op, veel Thaise namen van dieren zijn klanknabootsingen. Dit deed inderdaad een beetje denken aan hun luide een(twee)tonige deuntje.
Dan maar even te rade gegaan bij professor Google. In zijn alwetendheid verklaarde de genoemde dat het de EUDYNAMYS SCOLOPACEA gold, the Common Koel. In het Nederlands heet deze flierefluiter “Indische koël”. Wetende dat hij/zij tot de familie der Cuculidae behoort, de koekoeksclan dus, kennen we nu ook de wijze waarop zij de ouderzorg uitbesteden aan onderaannemers.
Is de koekoek lui of sluw of beide? Vinden wij zijn gedrag verwerpelijk? Wel de lol van het voorspel en de paring maar het broedsel op een slinkse wijze deponeren bij onwetende sukkels van een ander soort. Vervolgens het stressloze leventje leiden zonder zorgen over kuikens die het eten uit je bek pikken en het nest volschijten. Foei!?
Het doet me een beetje denken aan die klasse van mensen die het woord “werken” uit hun leven banden en naar de beurs trokken. Zij (be)leggen hun geld in bedrijven waarvan ze verwachten dat ze grote winsten zullen maken. Het opstrijken van dividenden is het doel, zoveel mogelijk en meer is altijd beter dan minder. Dat diezelfde bedrijven hun personeel steeds tot hogere productiviteit moeten aansporen en loonmatiging opleggen zal de menselijke koekoeken een zorg wezen… of gaat deze vergelijking te ver?
Koek koek!
Geef een reactie