‘Laten we alsjeblieft een voorbeeld nemen aan andere landen en de zittingstermijn van de premier beperken,’ schrijft voormalig directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst Jaap van de Ploeg vandaag in een opiniestuk in de Volkskrant. ‘Twee maal vier jaar is een mooie periode. Weet iedereen waar hij aan toe is.’

Zou dit plan wet worden, dan weet volgens mij niemand meer waar hij aan toe is. Dat dient Van der Ploeg als Binnenhofdeskundige toch eigenlijk te weten.

Er zijn inderdaad landen waar de regeringsleider voor een periode van maximaal twee termijnen de touwtjes in handen heeft. De Verenigde Staten bijvoorbeeld en Frankrijk. Maar in deze landen is niet een premier aan het bewind, maar een president. Dat is iemand die veel meer macht heeft dan een premier. (Wiens baantje overigens niet te danken is aan verkiezingen, maar aan een voor de buitenwereld ondoorzichtige kabinetsformatie). Een president is niet ‘de eerste onder zijn gelijken’, maar de baas van het land. Van der Ploeg zou daarvan op de hoogte moeten zijn, want hij schrijft het nota bene in de kop van zijn stuk.

Bovendien – en dat is in dit geval veel wezenlijker – staat van een president vrijwel vast (zeer uitzonderlijke omstandigheden daargelaten) dat hij zijn volle termijn afmaakt. In Nederland (en een heleboel andere landen) is dat allerminst het geval. Sommige premiers regeren maar korte tijd. Victor Marijnen, om maar iemand te noemen, die begin jaren zestig het premierschap uitoefende.  Aan de andere kant heb je Mark Rutte (meer dan twaalf jaar premier). Of Ruud Lubbers (die de twaalf jaar net niet haalde).

Beiden zijn overigens een goed voorbeeld van de stelling dat iemand te lang op zijn post kan blijven. Dat geldt zeker voor VVD’er Rutte. Die is al zo lang de ‘primus inter pares’ dat er inmiddels een generatie opgroeit die zich zijn voorganger niet herinnert.

Op zich hoeft dat laatste geen ramp te zijn, als de premier naar tevredenheid presteert. Maar dat is bij Rutte al lang niet meer het geval. Veel Nederlanders ergeren zich dood aan de manier waarop hij alle problemen weglacht en aan zijn vaak wel erg handig uitkomende geheugenverlies.

Het zou dus helemaal niet verkeerd zijn als Rutte zou verdwijnen van het podium. Alleen: zoiets kun je niet in een wet vastleggen. Het moet een zaak blijven van een partij die iemand nomineert. En dan komen we weer terug bij de VVD. Die heeft niemand anders, dus handhaaft ze Rutte maar als lijsttrekker. Nou ja, misschien brengt Edith Schippers uitkomst.