Ze hadden ‘m bijna te pakken. Als de bestormers van het Capitool in Washington een halve minuut sneller waren geweest, waren ze vicepresident Mike Pence in een gang van de Amerikaanse parlementsgebouwen tegen het lijf gelopen. Getuige de spreekkoren die zij aanhieven (‘hang him’) en de attributen die ze bij zich hadden (een galg) had hij die confrontatie niet overleefd.
Het is deze week een jaar geleden dat fanatieke aanhangers van de verslagen president Donald Trump het Capitool binnendrongen. De gewelddadige actie kostte zeven mensen het leven, onder wie politieagenten en bewakers. Er vielen tientallen gewonden.

De meute was opgezweept door Trump in eigen persoon die in een toespraak had opgeroepen naar het Capitool te gaan om daar recht te halen. Mike Pence, die als vicepresident op deze januaridag de uitslag van de verkiezingen van twee maanden eerder moest bekrachtigen waarmee de Democraat Joe Biden de 46ste president van de Verenigde Staten zou worden, moest onder druk worden gezet om dat vooral niet te doen. Trump, die al weken rondtoeterde dat er met de uitslag was gefraudeerd en dat niet Biden maar hij de winnaar was, had Pence gesmeekt zijn handtekening niet te zetten. Tevergeefs: Pence hield zijn rug recht en redde daarmee de democratie in de VS – voor zolang het duurt.

Sinds 6 januari 2021 is duidelijk geworden dat er op die dag een heuse staatsgreep gaande was, en dat Trump himself aan de bron stond. Een commissie van het Congres, die onderzoek doet naar de gang van zaken een jaar geleden, heeft de afgelopen tijd verbijsterende feiten naar boven gehaald. Er was een complot om de winst van Biden teniet te doen en Trump tot winnaar uit te roepen. Deelnemers waren medewerkers van de verslagen president, zoals de beruchte advocaat Rudy Giulliani, generaal Michael Flynn, gewezen adviseur Steve Bannon en de jurist John Eastman die een draaiboek had opgesteld hoe de uitslag van de verkiezingen kon worden gekanteld: het resultaat in zeven swing states die naar Biden waren gegaan moest ongeldig worden verklaard wegens stemfraude. Daardoor zou het totaal aantal kiesmannen dalen van 538 naar 454, en daarvan zou Trump er 232 binnenhalen en Biden slechts 222. Dat was het scenario.

De coup mislukte: Pence weigerde eraan mee te werken, en de bestormers werden na vier uur het Capitool uitgewerkt. Maar daarmee was het verhaal nog niet ten einde. Trump heeft zijn verlies nog steeds niet toegegeven, een grote meerderheid van de Republikeinse kiezers is van mening dat er is gefraudeerd, en ook de Republikeinse fracties in de Senaat en de Huis van Afgevaardigden zijn op zijn hand; slechts een enkeling durft het tegen Trump op te nemen en noemt het onzin om de winst van Biden in twijfel te trekken.

Ondertussen doen de Republikeinen er alles aan om de stemprocedures zo te veranderen dat zij bij de volgende verkiezingen (in november al voor de Senaat en het Huis van Afgevaardigden) vrijwel zeker gaan winnen. In maar liefst 41 staten zijn ze daarmee bezig. De Republikeinen zijn inventief en werken op vele fronten. Zo zijn er voorstellen (deels al aangenomen) om het aantal stembureaus in arme wijken waar veel African-Americans wonen drastisch te verminderen; zij stemmen meestal op de Democraten. Of bushaltes bij stembureaus worden weggehaald, met hetzelfde effect: minder stemmen voor de Democraten. Verder willen de Republikeinen in sommige staten een steviger vinger in de pap bij de controle op de verkiezingsuitslag, ten koste van onafhankelijke ambtenaren. En er wordt natuurlijk gesjoemeld met grenzen van kiesdistricten zodat Republikeinse kandidaten meer kans hebben; een praktijk (‘gerrymandering’ geheten) die trouwens ook bij de Democraten erg populair is.

Volgens politicologen en staatsrechtgeleerden dreigen de Verenigde Staten hun status van liberale democratie te verliezen, vooral door het optreden van de Republikeinen. Het land gaat sinds de onafhankelijkheidsverklaring van eind achttiende eeuw door voor een baken van vrijheid met een loepzuivere grondwet waar menig land jaloers op kan zijn. Maar de VS gaan nu de richting op van een autoritaire staat. De term ‘anocratie’ is al gemunt, wat het midden houdt tussen democratie en autocratie.

Het land is ontzettend gepolariseerd: Republikeinen en Democraten staan elkaar naar het leven. Het komt bijna niet meer voor dat zij samen optrekken, bij het indienen van een wetsvoorstel bijvoorbeeld – dat was vroeger heel gewoon. Sommigen wetenschappers zijn zo somber dat zij het woord ‘burgeroorlog’ in de mond nemen. Hoogleraar politicologie Barbara Walters bijvoorbeeld, verbonden aan de Universiteit van Californië: ‘We staan dichterbij een burgeroorlog dan wie van ons ook zou willen geloven.’

Liz Cheney

Liz Cheney
foto Wikipedia

De polarisatie is ook terug te vinden in de Congrescommissie die de gebeurtenissen van 6 januari 2021 onderzoekt. Het is vooral een Democratische aangelegenheid, de Republikeinen moeten er niets van weten. Zij vinden dat de Democraten de zaak opkloppen: een zootje raddraaiers heeft het Capitool bestormd, we moeten er verder niets achter zoeken, en al helemaal niet een poging tot staatsgreep. In de commissie van negen Congresleden zitten maar twee Republikeinen, onder wie Liz Cheney, de dochter van de vroegere vicepresident Dick Cheney; zij is onlangs uit het fractiebestuur van de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden gegooid omdat ze de euvele moed had gehad vóór afzetting van president Trump te stemmen.

De commissie gaat de komende weken en maanden nog talloze getuigen horen. Waarschijnlijk zullen ze ook Trump uitnodigen, maar het is zo goed als zeker dat hij zal weigeren op te draven. Als de Republikeinen de Congresverkiezingen gaan winnen, zullen zij de commissie ongetwijfeld de nek omdraaien.
Twee jaar later zijn er al weer presidentsverkiezingen. Gezien zijn grote populariteit en de Republikeinse pogingen de stemprocedures naar hun hand te zetten, maakt Trump grote kans die te gaan winnen. Hij is dan 78, net zo oud als ‘Sleepy Joe’ Biden vorig jaar bij zijn aantreden.