1998. In de pizzeria op Times Square NY overleggen we of we een voorgerecht zullen nemen of niet. Toch maar wel, want we hebben honger. Annie bestelt een minestrone met garnalen, ik een tonijnsalade, voorgerechten bijna zo groot als een hoofdgerecht.

‘Heeft u al een keus gemaakt?’ vraagt de waitress na het afruimen van de eerste gang. Hebben we, we bestellen een pizza. ‘What size? Small, medium, large, extra large?’ We krijgen het gevoel in een kledingzaak te zijn. Met het voorgerecht in gedachten nemen we ieder een medium. Het blijkt een rekkelijke maat. Wagenwielen zijn het, met een opstaande rand. De toppings liggen in een zwembad gesmolten kaas. We eten er een puntje van. Bij het afrekenen geeft de waitress ons ongevraagd een doggy bag mee. Buiten gaat de hele handel de afvalcontainer in.

2009. Na een ochtend rijden bereiken we Mojave Desert. Naast het eethuis aan de rand lezen we: “The menu is pure Americana, catering to the taste of locals and truckers. Service is fast and friendly and the food is delicious.” Het lijkt ons wel wat. We zijn de enige klanten. Allervriendelijkst krijgen we een plaats bij het raam toegewezen, een karaf water met ijsblokjes staat klaar op tafel. We bestellen een burger and fries.

Vanaf onze plaats zien we de kok het gas aansteken onder de bak met olie. Dat gaat lang duren, denken wij, maar de kok gooit de patat in de koude olie. Na een kwartier wordt ons maal opgediend in een korf van het formaat hondenmand. De burger ligt glinsterend van het vet op een plak gesmolten kaas. We pakken een patatje, dat slap en druipend tussen duim en wijsvinger omlaag hangt. Zonder te hebben gegeten rekenen we af. Tot verbazing van de kok hoeven we geen doggy bag.