Sinds kort terug in Noord-Thailand volgde zoals verwacht opnieuw de metamorfose naar mijn geruime tijd sluimerende hangmatfilosoof wezen. Ik laat ‘em even gaan…

Het lukt me tegenwoordig steeds beter om de wereld door een roze bril te zien. Dat is/was niet altijd zo het geval. Humeur, dat weten we, is geen constante. Heerlijke pieken werden afgewisseld met traumatiserende dalen. Gelukkig leer je met de jaren uit je ervaringen. Je krijgt inzicht in hetgeen belangrijk is en wat je moet vermijden. Zo leer je bijvoorbeeld dat je omringen met mopperaars, zeurders, chronische negatievelingen en vuilspuiters nefast is voor je eigen welbevinden. Vermijdt ze, Delete ze uit je kennissenbestand.

Maar de gifwolk verspreidt zich en breidt onhoudbaar en onophoudelijk uit. Deze morgen nog scrolde ik door de overvloed van reacties op een facebookberichtje. Hierin werd geopperd dat onze tuinen wel degelijk een rol spelen in de waterbeheersing, lees het op peil houden van het grondwater en de kwalijke gevolgen van lang aanhoudende regens. Dit goed bedoelde informatieve artikeltje was dan weer voldoende aanleiding om het steeds maar groeiende legioen criticasters uit hun holen te laten kruipen en actief te laten worden. Ik heb trouwens sterk de indruk dat het geen minderheid maar de overheersende meerderheid geworden is. Het ging van:”Moet ik nu met mijn tuintje het gaan oplossen voor het falende beleid?… over zakkenvullende corrupte politici die onder een hoedje spelen met bouwprojectoren… enzoverder enzovoort. Een enkele schuchtere positieve reactie verzoop in een poel van ontevredenheid. In de kerk zei men vroeger: “Laat ons bidden”…, dat is op Social Media geworden: “Laat ons vitten!”…

Mijn overleden moeder merkte het toen al. Destijds vertelde ze me dat ze steevast bleef trachten te volharden in dingen en toestanden leuk te vinden of positief te benaderen. Dat je het eigenlijk kon vergelijken met zwemmen tegen de stroming in. De overgrote meerderheid geboren klagers vinden alshetware geen gespreksonderwerpen langs de positieve zijde van het spectrum. Gesprekken vallen stil, men weet niet meer wat zeggen. Ze verbleef in wat we in Vlaanderen een “seniorie” noemen. Zelfstandig wonen maar extra zorg en een gemeenschappelijke eetzaal. Daar, tijdens het middagmaal, weerklonken de door mijn moeder zo gehate klaagzangen. “Let op”, zei ze,”ventileren mag. Iedereen heeft wel eens behoefte om zijn of haar leed ontstaan uit vereenzaming of lichamelijke aftakeling te vertellen. Maar dat gejank over elke vernieuwing in de stad als daar zijn: veranderde verkeerssituaties, het trotoir in gindse straat is te hoog, het aanschuiven aan het loket duurt te lang… of het eten deugt niet, vandaag was het dessert niet lekker. Ach ik ben het soms zo beu”. Ze wist met al haar levenservaring dat negativiteit aan je geluk vreet. Het is als roest dat ijzer ontbindt.

Die spiraal groeit langzaam uit tot een razende storm die alles en iedereen meesleurt. Sociale media zijn de rioolbuizen geworden waarin alle braaksel en ontlasting van onze samenleving wordt afgevoerd. Alles wordt verkeerd aangepakt, voetbalcoaches zijn mislukkelingen, politici handelen in eigenbelang of zijn wereldvreemd. Straks barsten diezelfde rioolbuizen want het aanzwellend vuil kent geen eindbestemming, geen waterzuiveringsstation. Wanneer komt er een tegenbeweging? Wanneer wordt tevredenheid eindelijk niet meer afgeschilderd als naïveteit of pure domheid?

Is er een remedie?
Ikzelf verplicht mezelf steeds mogelijk aanwezige positieve elementen op te lijsten of mijn situatie te vergelijken met hen die het veel slechter hebben. Dat lukt. Het is niet moeilijk, het is gemakkelijk. Zeer wijze woorden van Kamiel Spiessens, vindt u niet? We zullen eindigen met het uit volle borst(en) meezingen met deze Vlaamse schlager: