De verkiezingen naderen, dus publiceren politieke partijen hun kandidatenlijsten, zowel voor de Provinciale Staten (waarvoor we mogen stemmen) als voor de senaat (waarvoor we niet mogen stemmen). Er doen nogal wat nieuwe partijen mee, zodat het krioelt van de in het politieke circuit onbekende namen. Maar ook bij de al langer bestaande partijen is vernieuwing het toverwoord. Vernieuwing en verjonging uiteraard, want een twintiger door een zestiger vervangen geldt als absoluut not done. De gedachte is dat mensen het liefst stemmen op een partij met louter frisse gezichten. De oude kliek dient te verdwijnen, want wie is daar nog in geïnteresseerd?

Ik vind dat een tamelijk rare redenering. Waarom zou je je eerder thuis voelen bij een lijst die uit jeugdige, onbekende personen bestaat? Is ervaring, uit eigen ondervinding weten hoe de politieke hazen lopen, dan onbelangrijk? Volgens mij niet.

Stiekem vinden de partijbesturen dat ook, denk ik. Want hun lijsttrekkers (tenminste voor de Eerste Kamer, over de Provinciale Staten halen ze vermoedelijk hun schouders op) zijn beproefde krachten. Dat geldt althans voor de klassieke partijen. Geheel nieuwe partijen moeten noodgedwongen steeds weer een sprong in het duister wagen. Al gaan zij in hun jacht naar een aansprekende nummer 1 vaak op zoek naar Bekende Nederlanders.

Bij de VVD is Edith Schippers ‘lijsttrekker’. Een ietwat overtrokken term overigens, omdat immers alleen de leden van Provinciale Staten de samenstelling van de Eerste Kamer bepalen, maar goed. Schippers is oud-minister van Volksgezondheid, oud-Tweede Kamerlid en mogelijk opvolger van premier Mark Rutte. Een politiek uiterst ervaren iemand kortom. Bij het CDA trekt Theo Bovens (ex-wethouder van Maastricht, ex-gouverneur van Limburg, waarnemend burgemeester van Enschede) de lijst. Should I say more? De PvdA heeft Mei Li Vos (voormalig Tweede Kamerlid, fractievoorzitter in de senaat) bovenaan gezet. Bij D66 is dat Paul van Meenen (sedert 2012 Tweede Kamerlid). Enzovoort.

De partijbesturen gaan er dus van uit dat een lijsttrekker (we zullen de aanhalingstekens nu maar weglaten) wél een oude rot dient te zijn. Waarom de rest dan niet? Waarom richt de vernieuwing zich alleen op de lagere rangen?

Om eerlijk te zijn: de rest is niet zo belangrijk. De vroegere CDA-senator (in die tijd stelde het CDA nog iets voor) Ad Kaland betitelde de gemiddelde parlementariërs als ‘stemvee’. Hun voornaamste taak is het om op het juiste moment hun arm op te steken als er gestemd wordt. En verder moeten ze vooral hun politieke top niet voor de voeten lopen en niks stoms zeggen in de media. De voorpagina’s halen ze alleen als ze hun fractie met ruzie verlaten of als ze moeten vertrekken wegens gesjoemel of ander onoorbaar gedrag.

Wie heeft er – om enkele voorbeelden te noemen – ooit gehoord van prof.  dr. P. H.J. Essers? Of van drs. H.J. Pijlman? Van G. Prins dan? Toch zitten ze allemaal al jaren in de senaat namens toonaangevende partijen.

De doorsnee Nederlander kan hooguit drie Eerste Kamerleden opsommen, en dan moet je de lijsttrekkers/fractievoorzitters nog mogen meetellen. De anderen doen er niet zoveel toe. Al zijn ze nog zo jong en nieuw.