Het stembiljet zal op 22 november 26 lijsten bevatten, zo heeft de Kiesraad bepaald. Dat zijn er flink wat minder dan in 2021, toen 37 partijen meededen, maar toch nog een heleboel. De deelnemers worden (naar je mag veronderstellen) niet alle 26 gekozen. ‘Nederland met een PLAN’ en ‘PartijvdSport’ bijvoorbeeld zullen wel weinig stemmen krijgen.

Toch kun je uit deze gegevens niet concluderen dat de bevolking genoeg heeft van de politieke versplintering die het land al jaren in zijn greep houdt. In 2021 werden er 17 partijen gekozen. Na afsplitsingen groeide dat aantal tot 21 of daaromtrent. Hoewel het deze keer hopelijk niet zo’n vaart loopt, is er nog volop reden voor zorg.

Vorige maand lieten namelijk maar liefst 70 partijen hun naam registreren. Een teken dat heel wat personen menen dat hun politieke gedachtegoed een eigen lijst rechtvaardigt. Van die 70 vielen er in eerste instantie 41 af, zodat er 29 overbleven. Die zijn door de Kiesraad nog eens goed gecontroleerd, waarna er alsnog 3 het veld moesten ruimen. Maar er blijven genoeg hokjes rood te maken.

De komende Kamerverkiezingen zouden trouwens wel eens bijzonder kunnen zijn in die zin dat voor het eerst een pas opgerichte partij als nummer 1 kan eindigen. In 2002 slaagde de LPF daar bijna in, maar niet helemaal, dus dat telt niet. Maar het gloednieuwe NSC van Pieter Omtzigt gaat op dit moment in de meeste polls aan kop. De partij is niet meer zo populair als een paar weken terug. Toch slaagt ze er wellicht nog net in de rest voor te blijven. Ook BBB van Caroline van der Plas gooit in de prognoses overigens hoge ogen, al zal ze wel niet als grootste uit de bus komen. Deze club is weliswaar niet helemaal nieuw, maar in 2021 scoorde ze nog maar één zeteltje. Dat zijn er straks bij de verkiezingen minimaal 10, zo luidt de verwachting. Je mag dan ook van een Grote Sprong Voorwaarts spreken.

Er bestaat een eenvoudige manier om hier iets aan te doen. De (weinige) vaste bezoekers van deze site weten het en Peter van Nuijsenburg kan het getuigen. Zodra je een kiesdrempel van pakweg 5 procent invoert (Duitsland en België hebben er één) ben je overal vanaf. Partijen moeten dan immers minimaal 8 zetels halen om in de Tweede Kamer te komen. Dat betekent: dag ChristenUnie, SGP, JA21 en vermoedelijk ook SP en Partij voor de Dieren. En wie weet ook: dag CDA. De zetels die deze partijen hebben bemachtigd komen ten goede aan de politieke groeperingen die de kiesdrempel wél hebben gehaald. In de kabinetsformatie zal dat waarschijnlijk ernstig schelen. Al blijft de wie-met-wie-vraag uiteraard op tafel liggen.

Vaak hoor je de kritiek dat een kiesdrempel politieke vernieuwing zou verhinderen. De ervaring leert dat dat wel meevalt. Het kersverse NSC komt niet alleen in de Kamer, het wordt (mogelijk) ook nog eens de grootste partij. En bovendien: de PVV haalde in 2006 bij haar eerste verkiezingsdeelname meteen 9 zetels. Van een kiesdrempel van 5 procent zou zij geen last hebben gehad.

Met andere woorden: hoezo geen politieke vernieuwing?