De wereld, in elk geval Zuid-Afrika, zeker zwart en ook wel blank, had ooit hoge verwachtingen van Cyril Ramaphosa. Toen Nelson Mandela in 1990 na 27 jaar werd vrijgelaten, stond Ramaphosa hem bij de gevangenispoort op te wachten. Dat was een historisch ogenblik en zoals we weten gaan historische gebeurtenissen zwanger van symboliek. Iedereen wist: hier stond de toekomstige president van Zuid-Afrika zij aan zij met zijn opvolger.

Aanvankelijk leek alles zich volgens dit rooskleurige scenario te voltrekken. Ramaphosa (nu 70) onderhandelde als de belangrijkste ANC-man met het blanke regime over het einde van de apartheid. In die hoedanigheid dwong hij ook bij zijn tegenstanders veel respect af. Een blanke minister vertrouwde me destijds toe dat hij het land met een gerust geweten over kon laten aan Ramaphosa. Die minister werd later lid van het ANC.

En toen ging het mis. Het ANC had een paar kroonprinsen en die gunden elkaar het licht niet in de ogen. Tot verdriet van Mandela verloor Ramaphosa die machtsstrijd en Thabo Mbeki werd Mandela’s opvolger. Er zijn mensen die zeggen dat de verloedering van het ANC toen, vijf jaar na de eerste democratische verkiezingen van 1994, begon.

Op de avond van de verkiezingsuitslag zat ik met een paar collega’s aan het bier. De toekomst van ‘het nieuwe Zuid-Afrika’ kwam ter sprake. We waren er niet gerust op. Net als iedereen hoopten we het beste, maar scepsis overheerste. Daar was de ervaring met andere zwarte staten die na een soms veelbelovend begin afgegleden waren tot een dictatuur met de bijbehorende zelfverrijking, wanbestuur en epische corruptie. De discussie spitste zich toe op de vraag wat zou gebeuren als morele instanties als Mandela en aartsbisschop Desmond Tutu van het toneel verdwenen.

Ik hield rekening met een ontwikkeling als in Zimbabwe waar president Robert Mugabe druk doende was zijn land naar de verdommenis te helpen. Het ANC bestond niet alleen uit Mandela en zijn bejaarde medestrijders. De beweging telde teveel figuren die het met de democratie niet zo nauw namen. Zo had je de machtige stalinisten van de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij die grote moeite hadden met de democratische revoluties in Oost-Europa en toen nog de Sovjet Unie en zelf dissidenten hadden opgesloten in strafkampen. En wie niet wegkeek, kon de eerste verontrustende tekenen van corruptie zien. De anderen vonden dat te zwartgallig. Een Deense collega klopte me bemoedigend op de schouder en gaf nog een rondje.

Na zijn nederlaag tegen Mbeki ging Ramaphosa in zaken en werd  in no time miljonair. Mbeki werd als president opgevolgd door Jacob Zuma die het land uitleverde aan Indiase maffiosi. Het ging van kwaad tot steeds erger en het land dreigde af te glijden richting ‘failed state’. We gaan nu even in vogelvlucht: de gierende corruptie van Zuma werd uiteindelijk zelfs het ANC te gortig en men maakte de weg vrij voor de comeback van Ramaphosa. Ramaphosa werd in 2018 president en zou orde op zaken stellen.

Helaas, Ramaphosa bleek niet de doortastende hervormer waar iedereen op had gehoopt. Misschien, waarschijnlijk werd het onmogelijke gevraagd en was het rottingsproces te ver voortgeschreden. Een man kon jaren van ten hemel schreiend wanbeleid nooit van zijn leven goed maken. Eervol mislukken, op meer mocht je eigenlijk niet hopen.

Nu is die mislukking niet eens meer eervol. Over de integriteit van Ramaphosa waren al eerder twijfels gerezen. Hij was wel heel snel heel rijk geworden. Maar met een roverhoofdman als Zuma als voorganger, zie je al gauw iets door de vingers. Tot een paar maanden geleden op de ranch van Ramaphosa werd ingebroken en de inbrekers met minstens een half miljoen dollar cash aan de haal gingen.

Die dollars zaten weggestopt in een sofa. Wat u nu denkt, dacht elke Zuid-Afrikaan. De hoogste gezagsdrager van het land had een berg zwart geld aan de fiscus willen onttrekken. Een verklaring had Ramaphosa niet. Hij had allerlei smoezen, over de verkoop van op de ranch gefokte buffels en dat de koper wel had betaald maar de dieren nog niet had afgehaald. Waarom hij de poen niet naar de bank had gebracht, maar in de sofa (dat moet een hele grote zijn) had opgeslagen kon hij niet uitleggen.

In een beetje democratie is het met zo’n affaire meteen einde verhaal. Maar Ramaphosa mocht aanblijven en wordt dit weekend op het vijfjaarlijkse ANC-congres als leider bevestigd. Domweg omdat iemand beter niet voorhanden is.

Het land is intussen voor zover mogelijk nog verder afgezakt. De economie zit in een chronische depressie, de officiële werkloosheid loopt tegen de 30 procent en is in werkelijkheid veel hoger, de criminaliteit is totaal uit de hand gelopen, de infrastructuur verkruimelt, de elektriciteit valt om de haverklap uit en er is nauwelijks een instantie die enigszins naar behoren functioneert. Zuid-Afrika is een failliete boedel en dat is voornamelijk het werk van het ANC.

In een beetje democratie betekent dat het einde als regeringspartij. Het ANC verliest inderdaad steeds meer steun en de absolute meerderheid waarop de partij geabonneerd was, zou bij de verkiezingen in 2024 verloren kunnen gaan. Maar dan? Is er een alternatief?

Optimisten hopen dat ‘gematigde elementen’ binnen het ANC een coalitie vormen met de grootste oppositie partij, de Democratische Alliantie, die met voor Zuid-Afrikaanse begrippen redelijk succes de welvarende Westelijke Kaapprovincie bestuurt. Pessimisten houden hun hart vast en zien de fraudeurs, boeven en ander gespuis gemene zaak maken met de Economische Vrijheidsstrijders, een zwarte links-populistische beweging, die het land in een soort Noord-Korea zouden veranderen.

Hoe desolaat de situatie is, moge blijken uit het feit dat sommige mensen zelfs terugverlangen naar de apartheid. Dat had niemand voor mogelijk gehouden toen Mandela en Ramaphosa 32 jaar geleden samen het gevangenisterrein verlieten.