In maart is het 10 jaar geleden dat Vladimir Poetin met de annexatie van de Krim zijn oorlog tegen Oekraïne begon. We zijn geneigd de oorlog te laten beginnen met de invasie van twee jaar geleden, maar de oorlog was dus al acht jaar aan de gang. De invasie was de volgende, verhevigde fase om Oekraïne op de knieën te dwingen en uiteindelijk weer in te lijven.

Dit mag overkomen als goedkope muggenzifterij maar het is wel degelijk van belang. Wanneer het Westen destijds had onderkend wat Poetin in zijn schild voerde en maatregelen had genomen, was Oekraïne en waren de Oekraïners mogelijk de huidige tragedie bespaard gebleven. We zullen het nooit weten, waarschijnlijk was de potentaat in Moskou altijd al van plan het voormalige Sovjet Rijk te laten herleven. Maar we waren vermoedelijk minder onvoorbereid geweest. Business as usual, met inbegrip van de afhankelijkheid van Russisch gas en olie, was niet het parool van de dag gebleven.

(Daarmee doe ik onrecht aan landen en regeringsleiders die het gevaar wel hadden gezien. Voormalige Oostbloklanden als Polen en de Baltische staten luidden al langer de noodklok, maar naar hen werd niet geluisterd. En in Duitsland had Angela Merkel weinig illusies over wat Poetin aan het uitbroeden was, maar ze stond in feite alleen.)

De invasie van twee jaar geleden was de schok waardoor iedereen eindelijk wakker schrok. Bondskanselier Olaf Scholz hield een grote rede, waarin hij een ‘Zeitenwende’ verkondigde. De invasie markeerde een cesuur, een breuklijn, waarna het nooit meer zou worden als vroeger. Het Westen kwam in actie, leverde wapens aan Kiev en stelde het ene sanctiepakket na het andere in tegen Moskou. De Oekraïners vochten ook onze oorlog tegen de crimineel in het Kremlin. Dat was het overheersende sentiment en de solidariteit leek geen grenzen te kennen.

Als een oorlog lang duurt, treedt er voor buitenstaanders onvermijdelijk gewenning en zelfs onverschilligheid op. De verschrikkingen worden routine. Ik herinner me een grap over de Balkan-oorlogen van 30 jaar geleden. Er zou grote vraag zijn naar tv-toestellen die automatisch uitschakelden als het woord ‘Balkan-oolog’ viel. Of je dit afstomping kan noemen weet ik niet. Er zijn psychologen die het een normale reactie vinden. De oorlog staat ver van je af en het eigen leven gaat verder.

Aan de andere kant zijn er cultuurpessimisten die denken dat de westerse bevolking niet meer in staat en/of bereid is om de tragiek van het menselijk bestaan onder ogen te zien. De West-Europeanen met name zouden zo ‘verwend’ zijn door al die jaren van vrede en voorspoed, dat ze zijn vergeten hoe uitzonderlijk dit is. Oorlog en rampspoed is misschien niet de natuurlijke toestand van de menselijke soort, maar het kwam en komt buiten onze nu welvarende enclave wel verdomd vaak voor. Het is de grondtoon van onze geschiedenis. En het is een teken van decadentie dat we daarvoor de ogen sluiten.

Voor beide opvattingen valt ongetwijfeld iets te zeggen, maar voor de Oekraïners telt vooral het gevoel dat ze in de steek zullen worden gelaten.

De afgelopen weken kwamen regelmatig generaals en andere bevelhebbers, al dan niet buiten dienst, langs in talkshows om ons te waarschuwen. Daarbij ging het niet alleen om het gebrek aan munitie dat inmiddels het symbool is geworden van de jammerlijke staat van paraatheid van de EU. De generaals en andere experts maken zich vooral zorgen over de ‘Oekraïne-moeheid’ die de kop opsteekt.

De komende weken zullen we deze boodschap vaker en nog indringender zien en horen. De strekking is met de nodige variaties ongeveer als volgt. De oorlog verloopt voor de Oekraïne zeker niet naar wens, maar helemaal uitzichtloos is de situatie ook weer niet. Het zomeroffensief is mislukt, toegegeven, maar we weten waarom. De Oekraïners misten de luchtsteun die onontbeerlijk is voor zo’n offensief. Met de inzet van de F-16’s, meer drones en raketten, zal het dit en anders volgend jaar beter gaan. Voorwaarde is natuurlijk dat het Westen het vertrouwen niet verliest en Kiev militair en financieel blijft steunen.

Bovendien zullen de experts erop wijzen dat Poetin de afgelopen twee jaar weinig tot niets is opgeschoten en een paar honderdduizend man heeft verloren. Wat het Westen in geen geval moet doen is Kiev onder druk zetten om te gaan onderhandelen. Een wapenstilstand of vrede met verlies van de Krim en de bezette gebieden in het oosten zal Poetins honger niet stillen. De vrede of wapenstilstand zal hem in staat stellen zich te herbewapenen, waar nodig te reorganiseren en vervolgens zijn ‘speciale militaire operatie’ te hervatten.

Sommige geleerden zijn ervan overtuigd dat vervolgens de Baltische staten, Moldavië en mogelijk zelfs Polen aan de beurt zullen komen. ‘Oekraïne is het voorgerecht en niet het dessert’, aldus de Amerikaanse historicus Sarah Paine. Bij dictators is het inderdaad raadzaam om van het ergste uit te gaan, dat is een les die we zeker na Hitler en Stalin ter harte moeten nemen. En omdat Polen en de Baltische staten lid van de NAVO zijn, moeten we rekening houden met een mogelijke wereldoorlog.

Hoe realistisch een dergelijk scenario is, weet niemand, ook Poetin niet. Hij kan voortijdig overlijden, afgezet worden in een coup, de Russische bevolking kan in opstand komen, wie zal het zeggen. Maar waarom zouden we dit risico nemen? De Oekraïners zijn onze levensverzekering en de premie, onvoorwaardelijke steun zolang het nodig is, zouden we zonder gemor en ruimhartig moeten opbrengen.