Rusland en het Westen hebben de afgelopen week in drie onderhandelingsronden vergeefs geprobeerd de spanningen rond de Oekraïne te reduceren. De Russen wilden waarschijnlijk niet serieus onderhandelen. Ze kwamen met een eisenpakket dat neerkwam op een dictaat. Het Westen had de keus tussen slikken of stikken. Dat is diplomatie met de Kalashnikov op tafel.

De situatie mag onderhand bekend worden verondersteld. Moskou heeft een enorme troepenmacht, rond de 100.000 man, geconcentreerd aan de grenzen met de Oekraïne. In 2014 hadden Vladimir Poetin en co al de Krim geannexeerd. Het zelfde jaar bezetten ze via Oekraïense separatisten ook het Donetsbekken, het Russisch sprekende oosten van het land. Dat deden ze vanuit een combinatie van historische en geopolitieke motieven. Het geopolitieke motief was uiteraard het belangrijkste. Het historische element, waarover later meer, diende ter legitimatie. De Oekraïne mocht onder geen beding ‘overlopen’ naar het Westen. Kiev moet in de invloedssfeer van Moskou blijven.

Dit eisenpakket is inmiddels uitgebreid naar alle landen die 40 jaar wegkwijnden achter het ijzeren gordijn. De meesten zijn nu lid van de NAVO en de EU. Van landen als Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en de Baltische staten eist het Kremlin nu dat ze als het ware hun NAVO-lidmaatschap ‘neutraliseren’. In deze landen gestationeerde  buitenlandse NAVO-troepen en raketten moeten worden teruggetrokken. De Oekraïne en ook Georgië, in 2008 al slachtoffer van Moskou,  mogen onder geen beding lid worden van het westerse bondgenootschap. Ze behoren tot Ruslands voortuin en daar wordt niet aan getornd.

Dit is de 21ste-eeuwse uitvoering van 19de-eeuwse machtspolitiek. De toenmalige Europese grootmachten, Engeland, Rusland, Frankrijk, verdeelden de wereld in invloedssferen waarin zij de dienst uitmaakten. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog deden de geallieerden, Rusland (toen de Sovjet Unie), de VS en het VK in Jalta, op de Krim, dat voor Europa nog eens dunnetjes over. De Russische dictator Josef Stalin eiste Oost-Europa op en de VS en het VK gingen daarmee akkoord. Ze konden weinig anders, want het Rode Leger had de betreffende landen al bezet of stond aan de grens. In Jalta begon de Koude Oorlog.

De Val van de Berlijnse Muur in 1989 markeerde niet alleen het einde van de Koude Oorlog maar ook het begin van naar men hoopte een Nieuw Democratisch Tijdperk. Die hoop leek toen gerechtvaardigd. Eén ding werd in de euforie echter vergeten: geopolitieke realiteiten en belangen verdwijnen nooit. In tegenstelling tot ideologieën hebben ze een  permanent karakter. Grenzen en de daarmee verbonden opvattingen over veiligheid en soevereiniteit laten zich niet wegdromen.

De herwonnen soevereiniteit van de Oost-Europese landen hield ook in dat ze zelf mochten uitmaken of ze lid werden van de NAVO en/of de EU. Dat deden ze ook. Tot grote ergernis van het Kremlin dat zich beriep op afspraken met de VS en zijn bondgenoten dat de NAVO niet zijn voormalige satellietstaten zou toelaten.

Over de status van die eventuele toezeggingen en afspraken wordt sindsdien meer of minder, afhankelijk van het politieke klimaat, gesteggeld. Voor de Russen zijn ze spijkerhard: geen NAVO aan hun westelijke grenzen. De NAVO wijst graag op de soevereiniteit van de betreffende landen. Bovendien ligt de Russische interpretatie niet vast in enig verdrag.

De laatste jaren is er een nieuwe factor in het spel gekomen, of liever, een oude factor in een nieuwe gedaante, Vladimir Poetin. Rusland moest weer een wereldmacht worden, op gelijke voet met de VS. Het uiteenvallen van de Sovjet Unie was voor Poetin de ‘grootste geopolitieke catastrofe van de vorige eeuw’.  Die traumatische gebeurtenis moet ongedaan gemaakt worden. En bij wijze van geotherapie moet Oost-Europa weer in de Russische invloedssfeer komen.

De Oekraïne heeft daarbij de pech dat ze een bijzondere plaats inneemt in het Russische bewustzijn, het eerder genoemde historische motief. Het gebied rond Kiev geldt als de bakermat van de latere Russische staat. Dat idee is in de loop der eeuwen zodanig opgetuigd dat de Oekraïne voor Moskou een onvervreemdbaar deel van het Russische rijk was. De afscheiding van het moederland na de val van de Sovjet Unie zou van alle trauma’s wel eens de grootste kunnen zijn.

De gevoeligheden van een ooit machtig en nu onzeker land hoef je niet te delen maar het is raadzaam er wel rekening mee te houden. Het aanbod aan Kiev in 2008 om t.z.t. lid van de NAVO te worden was inderdaad niet verstandig. Dat besef drong in verloop van tijd ook door tot Washington en Brussel en het aanbod is inmiddels van de baan. Kiev werd afgescheept met economische en, het immer beschamende en nutteloze doekje tegen het bloeden, morele steun. Sindsdien is daar militaire steun bijgekomen. Maar het verschafte Poetin wel het alibi om de druk op de Oekraïne op te voeren. Met de inlijving van de Krim en de bezetting van het Donetsbekken als voorlopig resultaat.

De vraag waar ze in Washington, Brussel en Berlijn, het hoofd over breken is natuurlijk: gaat ie het doen of gaat ie het niet doen? Valt Poetin de Oekraïne binnen met als risico een slepende oorlog, dit keer voor de verandering echt de economie ontwrichtende sancties, en mogelijk binnenlandse protesten en onrusten? Of speelt hij op tijd, wil hij Kiev blijvend destabiliseren en een wig drijven tussen de westelijke bondgenoten, tussen de VS en de EU; tussen West- en Oost-Europa?

In dit verband is het zoals altijd goed om op Berlijn te letten. De Duitsers hebben vaak opvallend veel begrip voor Moskou. Dus, wat gaan ze nu doen? Die vraag concentreert zich met name op de omstreden gaspijpleiding uit Rusland die in Oost-Duitsland aan land kom. Schrappen ze dit project, Nord Stream 2, of willen ze er toch, coute que coute, mee doorgaan? De nieuwe regering (sociaaldemocraten, Groenen en liberalen) lijkt verdeeld. De Groenen willen het project in elk geval stilleggen maar de sociaaldemocraten van kanselier Olaf Scholz houden de kaarten tegen de borst.

Het invloedrijke weekblad der Spiegel riep de regering op om Poetin eindelijk als een tegenstander en niet nog steeds als een partner te behandelen. Maar of de sociaaldemocratische ‘Putinversteher’ daar gehoor aan geven, staat te bezien. Een prominente sociaaldemocraat, president Frank-Walter Steinmeier, liet weten ondanks alles voorstander van Nord Stream 2 te blijven. Het presidentschap mag dan een ceremoniële functie zijn, Steinmeier is een man met groot gezag.

De situatie is op dit moment onduidelijk en onvoorspelbaar. Dat is waarschijnlijk precies wat Poetin wil. Die onzekerheid speelt hem in de kaart. Dictators als Poetin en zijn Chinese collega Xi Jinping kunnen makkelijker dan democratische leiders ‘een crisis aan en uit zetten’, naar gelang het hun uitkomt. Maar wie er nog aan twijfelde, moet nu beter weten. De nieuwe Koude Oorlog is uitgebroken.