Het debat over de regeringsverklaring in de Tweede Kamer zal zoals vrijwel alle debatten over de regeringsverklaringen die er ooit zijn geweest een voorspelbaar karakter hebben. De coalitie is op hoofdlijnen positief, de oppositie (zeer) negatief. Dat laatste geldt vooral voor de ‘harde’ oppositiepartijen, zoals PVV, FvD, SP, Partij voor de Dieren en een aantal kleintjes. Zij zullen zo krachtig mogelijk ‘schande’ roepen over alle kabinetsplannen. Aan het eind van het debat (of zelfs eerder) zal PVV-leider Geert Wilders ongetwijfeld een motie van wantrouwen tegen het kabinet indienen. Die krijgt brede steun, maar niet zo breed dat ze wordt aangenomen. Het kabinet kan na deze in hoge mate rituele gedachtewisseling dus gewoon aan de slag.

Het meest interessante is nog de vraag hoe een aantal gematigde oppositiefracties zich zal opstellen. Dat zijn partijen die bijna zelf aan het kabinet hadden meegedaan (PvdA en GroenLinks). Of die mogelijk nodig zijn voor steun in de senaat (JA21, SGP, Volt). Zoals langzamerhand bijna traditie is, kan Rutte IV in de Eerste Kamer namelijk niet op een meerderheid rekenen.

Natuurlijk zal de gematigde oppositie (om haar zo maar te blijven noemen) forse kritiek uiten. Ze zal onder meer aanvoeren dat het kabinet te veel met geld smijt en toekomstige generaties met de rekening opzadelt. Ze zal zich verzetten tegen bepaalde plannen (ontkoppeling van de AOW, bezuiniging op de jeugdzorg) die in het regeerakkoord staan. En vanzelfsprekend zal ze luidkeels jammeren over de tegenvallende koopkrachteffecten van de voornemens.

Of de betreffende fracties morgen ook voor de motie van wantrouwen van Wilders zullen stemmen blijft nog even afwachten. Deze onduidelijkheid geeft het debat tenminste nog een beetje spanning.

Het kabinet zal vast en zeker proberen de oppositie zoveel mogelijk te paaien. Niet dat het veel moeite zal doen bij Wilders of FvD-voorman Thierry Baudet. Dat heeft toch geen enkele zin. Maar PvdA en GroenLinks is andere koek. En niet alleen omdat bij elk wetsvoorstel de Eerste Kamer het finale oordeel moet geven en deze twee partijen (zelfs zonder elkaar) voor voldoende zetels kunnen zorgen. Het zou ook prettig zijn als ze zich in de Tweede Kamer achter zo veel mogelijk wetten opstellen. Al was het maar omdat PvdA en GroenLinks dicht bij regeringspartij D66 (en op onderdelen ook dicht bij de ChristenUnie) staan.

Maar premier Mark Rutte mag ook JA21 niet te veel laten stikken. Want deze partij heeft op bepaalde punten nogal wat gemeen met zijn eigen VVD en met het CDA. In elk geval vindt een aanzienlijk deel van het electoraat van beide regeringsfracties dat.

Het debat over de regeringsverklaring is dus vooral een uitdaging voor Rutte om het ogenschijnlijk onverzoenbare met elkaar te verzoenen. Maar voor Rutte, die al eerder heeft  geregeerd met (extreem)rechts, links en het midden, moet dat geen al te moeilijke klus zijn.

 

NASCHRIFT: Thierry Baudet blijkt helemaal niet mee te doen met het debat. Hij heeft zich afgemeld ‘na diverse hoestbuien en andere griepklachten’, meldt hij op Twitter. Dat scheelt weer een hoop gezwets en complottheorieën.