Gert-Jan Segers zal niet herinnerd worden als staatsman. Als leider van een kleine partij als de ChristenUnie (CU) was Segers vooral een ‘bruggenbouwer’ en ‘verbinder’, grotere lof kan je in deze tijden van polarisatie kennelijk niet worden toegezwaaid. Premier Mark Rutte noemt Segers nu hij vertrekt uit Den Haag een ‘anker’. Om te kunnen verbinden, bruggen te bouwen en anker te wezen was Segers bereid grote concessies te doen. Dat noemde hij een ‘meloen doorslikken’. Dat werd zijn specialiteit en daarmee verrijkte hij het politieke jargon.

Soms had je de indruk dat god zelf elke week aanschoof aan de keukentafel in huize Segers. Het ging veel over opdrachten, de heer en het evangelie dat ook de handleiding voor het Binnenhof moest zijn. Wie zoals ik vindt dat geloof niets te zoeken heeft in de politiek, kreeg daar de kriebels van. Niettemin heeft Segers met zijn ChristenUnie een paar keer een sleutelrol gespeeld.

De eerste keer toen het derde kabinet Rutte van VVD, CDA, D66 en CU,  in aanbouw was. De formatie dreigde toen vast te lopen op de ideologische tegenstellingen tussen de Democraten en de CU. Ook de persoonlijke relatie tussen Segers en toenmalige D66-leider Alexander Pechtold gold niet als optimaal. Segers zou zich te vaak door Pechtold hebben laten piepelen. De tegenstellingen betroffen vooral de immateriële, ‘levensbeschouwelijke’ thema’s als euthanasie en abortus. Het kwam uiteindelijk, na een marathonformatie en met een Binnenhofs compromis, toch goed. Segers slikte zijn eerste meloen door en de CU  kreeg met 5 zetels in de Kamer twee ministers in het kabinet. Niet gek voor zo’n splinterpartij.

De tweede keer dat Segers een hoofdrol vertolkte was tijdens de kabinetsformatie van 2021/22, de totstandkoming van Rutte IV. Die formatie begon met het gedoe rond ‘functie elders’ voor het dwarse CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. Daar kwam een voor de burger een onnavolgbare, in de letterlijke zin, farce uit voort, die het vertrouwen in de politiek van die zelfde burger een flinke knauw moet hebben gegeven. Het land zat nog vol in de pandemie maar in Den Haag ging het over een ‘nieuwe politieke cultuur’ en ’transparantie’.

Rutte werd in die klucht de Kop van Jut. Hij had dat over zichzelf afgeroepen door zich niets over die functie elders te kunnen herinneren. Die nieuwe politieke cultuur was vooral een stokpaardje van D66-leider Sigrid Kaag maar Segers klom er ook graag op. Met Rutte wilde hij niets meer te maken hebben. Dat kabinet kwam er zoals bekend toch, nu na de langste formatie ooit. Het was en is de coalitie van de tegenzin, omdat geen van de partijen en leiders, op waarschijnlijk Rutte na, er warm voor kon lopen. Het was mogelijk omdat Segers opnieuw bereid bleek een meloen door te slikken. En hij gaf ruiterlijk toe, wat hem sierde, dat hij bij Rutte ’te veel op de man had gespeeld’. De CU mocht weer twee ministers leveren.

(Over die nieuwe politieke cultuur en meer transparantie hebben we zoals verwacht sindsdien niets meer vernomen. Dat is nu eenmaal het lot van verheven voornemens in het dagelijkse Binnenhofse gewoel.)

Segers bleef als politiek leider in de Kamer, zoals het eigenlijk hoort als je het dualisme, de scheiding tussen kabinet en parlement, serieus neemt. In die rol werd Segers door vrijwel iedereen gewaardeerd als een betrouwbare partner. Deze reputatie was verdiend omdat hij In alle enigszins heikele kwesties waarin de partners met elkaar overhoop liggen, zoals migratie en asiel, altijd op zoek ging naar het compromis. ‘Bruggen slaan, dat is een waagstuk’, aldus de fractieleider van D66, Jan Paternotte.

Maar nu zit dat bruggen slaan en verbinden erop. Tien jaar Binnenhof waarvan zeven als partijleider was genoeg. ‘Politiek is een gulzig vak’ en Segers wil meer tijd hebben voor zijn gezin. Hij gaat nu een boek schrijven over zijn ervaringen op het Binnenhof en misschien zelfs een roman. Voorstel voor de cover van de memoires: een, het kan niet anders, meloen. En als hij ooit die roman schrijft, ben ik benieuwd of hij erin slaagt aan het gristelijk-stichtelijk genre te ontsnappen.

De politiek in de CU, bruggen bouwen en verbinden, gaat nu Mirjam Bikker (42), o.a. oud-wethouder in Utrecht, doen. We zullen zien of ze net zo soepel meloenen door kan slikken als Gert-Jan Segers.