In deze maand wordt steevast iemand tot man of vrouw van het jaar gekozen. Het Amerikaanse weekblad Time is er ooit mee begonnen door een persoon wegens een grootse prestatie in de bloemetjes te zetten. Inmiddels is er een wildgroei aan personen van het jaar. Je hebt de politicus, de sportman/-vrouw van het jaar, de sportploeg van het jaar en menig bedrijf en organisatie huldigt de medewerker van het jaar. En dan zal ik nog wel een verkiezing vergeten.

De laureaten hebben gemeen dat ze iets hebben gepresteerd dat tot de verbeelding spreekt. Altijd in positieve zin, want dat willen we graag. Maar als we het nu eens omdraaien? Als we eens iemand tot de persoon van het jaar uitroepen, omdat hij iets stoms, iets verschrikkelijks, iets totaal verwerpelijks heeft uitgehaald? Kortom, als we eens de schijnwerper richten op een man of vrouw die het nieuws in negatieve zin heeft beheerst?

In dit stukje beperk ik me tot de buitenlandse politiek. Wat je ook van de Vips in onze polder kan zeggen, er zit geen onversneden schurk bij. Ook in dit opzicht blijft dit een gematigd land. Voor de alles overtreffende, alle grenzen overschrijdende misstappen en misdrijven moeten we in het buitenland zijn. Dit jaar zijn er twee kandidaten die er uitspringen: Vladimir Poetin en Benjamin Netanyahu.

Van deze twee doet Poetin hors concours mee. Hij is de grootste schurk, dat staat buiten kijf, maar eigenlijk had hij de onderscheiding vorig jaar moeten krijgen. Hij teert nu, als je het zo mag zeggen, op wat hij toen is begonnen: de oorlog in Oekraïne. Dit jaar is dus een voortzetting, niet minder gruwelijk en misdadig maar het is meer van hetzelfde.

Wat heeft Benjamin Netanyahu op zijn kerfstok, dat hij onze persoon van het jaar is geworden?

Netanyahu domineert meer dan 20 jaar de Israëlische politiek. Hij heeft zich in die tijd ontwikkeld van een rechtse politicus tot een extremistische populist.  In dit genre is hij een coryfee; zijn aanhangers noemen hem ‘Koning Bibi’. Hij is de langstzittende premier en heeft de meeste verkiezingen gewonnen. Daarbij is hij steeds verder naar rechts opgeschoven, zodat hij nu sinds een jaar een coalitie aanvoert met ultranationalistische, islamofobe en racistische elementen.

Daarnaast lopen privé en politiek bij Netanyahu door elkaar: hij staat terecht wegens verregaande corruptie. Om een veroordeling te voorkomen en uit de gevangenis te blijven probeert hij de rechtsstaat ontmantelen. Daartoe besloot hij het Hooggerechtshof te ‘hervormen’, dat wil zeggen tandeloos te maken. Dat was alleen mogelijk met die extreem-nationalistische types. In ruil daarvoor gaf hij hen min of meer de vrije hand op de bezette westelijke Jordaanoever dat volgens hen tot het bijbelse land van Israel behoort. De daar wonende Palestijnen willen ze uiteindelijk verdrijven.

Tegen het uithollen van het Hooggerechtshof gingen honderdduizenden Israeli’s maandenlang de straat op. Het Hooggerechtshof waakt ook over de democratie en de demonstranten vreesden niet zonder reden dat na uitschakeling niemand Netanyahu en zijn trawanten zou kunnen tegenhouden. Israel zou een ‘illiberale democratie’ kunnen worden. Netanyahu’s plannen en de demonstraties verscherpten bovendien de polarisatie in een toch al tot op het bot gepolariseerd land.

Bij al dit tumult werd de veiligheid van het land, de belangrijkste taak van een regering,  uit het oog verloren. Waarschuwingen van een op handen zijnde aanval van de terreurorganisatie Hamas werden in de wind geslagen. De pogrom van 7 oktober was met rond de 1200 doden het grootste bloedbad in de Israëlische geschiednis. Op alle niveaus, inlichtingen, militair, en politiek, had de leiding van het land gefaald. Met premier Netanyahu als de eindverantwoordelijke.

Het tekent de man dat hij dit falen over de hele linie iedereen in de schoenen wilde schuiven behalve zichzelf. Er zijn politici die na zo’n tragedie alles in het werk stellen om zich te rehabiliteren. Als er Israeli’s waren die nog deze illusie hadden, zijn ze daar inmiddels van genezen. Ook in de oorlog, na de meest traumatische gebeurtenis sinds het bestaan van Israel, zet Netanyahu het eigen belang op de eerste plaats. Door de oorlog te rekken hoopt hij niet veroordeeld te worden en politiek het vege lijf te redden. De vernietiging van Hamas moet de redding van Benjamin Netanyahu worden.

Of die rekening opgaat, is hoogst twijfelachtig. Volgens peilingen wil de bevolking alleen nog maar zijn rug zien. Als de oorlog ooit voorbij is, zal hij zich moeten verantwoorden tegenover een onderzoekscommissie en die leveren in Israel zelden halfwerk. Hij kan rekken zoveel hij wil, het einde is in zicht.

Intussen heeft het er alle schijn van dat hij met een daverende knal van de Bühne wil verdwijnen. De ravage en slachting die hij en zijn regering in Gaza aanrichten, is meer dan ‘buitenproportioneel’, het gaat richting oorlogsmisdaden. Hij schoffeert zijn belangrijkste bondgenoot, de Amerikaanse president Joe Biden, die er bij hem op aandringt toch wat zorgvuldiger, rekening houdend met de burgerbevolking, te bombarderen. Biden is een voorstander van de twee staten-oplossing, – een voor Israel en een voor de Palestijnen -, en dat kun je op goede gronden weinig realistisch vinden, maar je zet hem niet voor schut, zoals Netanyahu heeft gedaan. Daarmee dreigt de premier de laatste resten goodwill voor zijn land te verspelen.

De politicus die zijn land in zo korte tijd willens en wetens zoveel schade toebrengt, heeft, hoe cynisch het ook klinkt, een ongekende prestatie geleverd. En daarom is Benjamin Netanyahu de persoon van het jaar.