Dit artikel is een samenvatting van de lezing die ik op woensdag 3 november heb gegeven in bibliotheek “De Boekenberg” in Spijkenisse. 

“Wie verre reizen doet heeft veel te verhalen”. Dat is een uitspraak van de Duitse journalist en dichter Matthias Claudius (1740 – 1815).
En zo is het. Maar de vraag is of die verhalen altijd kloppen. Neem bijvoorbeeld de verhalen waar de zeelieden vroeger mee thuiskwamen. Ze hadden monsters gezien. Draken zelfs. En die verhalen werden keurig opgetekend in wetenschappelijke uitgaven. Een mooi voorbeeld daarvan is de Carta Marina, de kaart die de Zweedse geleerde en cartograaf Olaus Magnus in 1539 maakte van Noord-Europa.

Carta marina

Er staan dieren op als ijsberen en walvissen. Het bekende spul. Maar interessanter zijn de rariteiten. Kijk maar eens naar deze close up. Een vliegende vis tot daar en toe, maar wat is dat rare beest linksboven met dat hoedje op? Een feestvarken? Of is het een eenhoorn? Of hadden die zeemannen misschien een narwal gezien?

Detail van de kaart van Olaus Magnus

Nog gekker is het beest dat in het midden van de afbeelding uit zee opduikt. “PISTR(UM) SIVE RHISET” had de geleerde cartograaf erbij gezet: “Monster of Draak”.
En helemaal van de zotte is het geval onder in beeld. Het heeft een varkenskop, schubben en een soort van poten. “MO(N)STR. MDXXXVII VISUM.” heeft Olaus Magnus erbij gezet: “Monster gezien in 1537”. Nader onderzoek leert dat het een Porcus marinus is, een zeevarken. Kent u die?

André van Leijen, De kunst van het misleiden, Kaart van Ptolemaeus

De kaart van Ptolemaeus. Linksboven, net boven Engeland ligt Ultima Thule.

De Carta Marina was mede gebaseerd op de kaart die de Griekse astronoom en geograaf Ptolemaeus in de tweede eeuw maakte van de toen bekende wereld. Op die kaart is linksboven, vlak boven Engeland, nog net een eiland te zien. Dat is het meest noordelijke stukje land, dat nog bekend was in die tijd. Verder naar het noorden is het terra incognita. Ultima Thule noemden ze dat eiland in de oudheid. Ook Olaus Magnus beeldt het eiland af. Je ziet het net onder dat zeevarken. “Tile” heeft hij erin gezet.

De kaart van Olaus Magnus. Links is onder het zeevarken het eiland Thule te zien.

Er is veel te doen geweest om Ultima Thule. De nazi’s veronderstelden dat daar de oorsprong van het Arische ras lag: de Hyperborealen. Maar welk eiland mag dat Tile dan wel zijn? De Orkney’s, de Faeröer? Is het in de golven verdwenen? Atlantis? Of heeft het nooit bestaan?

Ik denk niet dat Olaus Magnus het doel had de mensen te misleiden met zijn kaart. Hij wilde de mensen informeren, maar gaf de verkeerde informatie. Hij wist niet beter.

Het oog van Galenus

Een ander voorbeeld. In 2008 liep ik over de Oude Boeken Bazar in Istanboel. Daar vind je niet alleen oude boeken, maar ook ingelijste afbeeldingen. Die illustraties komen dikwijls uit oude Ottomaanse boeken. Ik werd getroffen door een van die afbeeldingen: een dwarsdoorsnede van het oog. Waarschijnlijk gebaseerd op de anatomie, zoals de Grieks/Romeinse arts Galenus in de eerste/tweede eeuw had getekend.

Galenus was de grootste arts aller tijden. Wat Galenus zei was waar. En dat is bijna 1500 jaar  zo gebleven. De tirannie van Galenus heet dat. Pas in de 16e eeuw begon men in te zien, dat het niet altijd klopte wat Galenus had gezegd. En dat gold ook voor het oog.

Het oog van Galenus

Op deze tekening is het oog heel precies weergegeven met zijn oogspieren, hoornvlies, pupil, lens en drie oogvliezen. Werkelijk ongelooflijk dat ze dat in die tijd wisten. En toch zie je geen moer met zo’n oog. Want de oogzenuw, die naar de hersenen gaat, ligt recht achter de pupil. (In het plaatje is dat in het midden onderaan.) En daar waar een oogzenuw zit, kunnen geen zintuigcellen liggen die het licht opvangen. Het is een blinde vlek.

Een roemrucht biologiepracticum op middelbare scholen is het koeienoog. Elk leerling die een koeienoog voor zijn snufferd heeft, ziet direct dat de oogzenuw niet vanuit midden uit het oog komt, maar enigszins zijdelings. Hoe kan het dan, dat Galenus dat niet gezien heeft? En dat dat 1500 jaar zo gebleven is?

Rechter oog. De oogzenuw komt links van het midden uit de oogbol.

Dat komt door Aristoteles. Aristoteles wist dat de oogzenuw naar de hersenen ging. Die oogzenuw was hol, zei hij. In de hersenen zit de ziel, de pneuma. Als de pneuma zich richt op een voorwerp, dan zie je het.

De Grieken redeneerden dus van binnen naar buiten (van pneuma naar voorwerp), terwijl wij van buiten naar binnen redeneren (van voorwerp naar hersenen). Het is dus logisch, dat de Grieken, en dus ook Galenus, niet zagen dat de oogzenuw zijdelings uit de oogbol kwam, want dan moest de ziel om een hoekje kijken. En dat gaat natuurlijk niet.

Misleiding? Nee. Gewoon verkeerde informatie, net als bij die Olaus Magnus Ze wisten niet beter. Het was eerder een soort geloof.

De Nareephonboom

Geloof kan soms behoorlijk in de weg zitten. Neem dit voorbeeld. Deze foto is gemaakt op een markt, ergens in Thailand. Het zijn de nootjes van de Nareephonboom. Zou die boom werkelijk bestaan? De Thais denken van wel.

André van Leijen, De kunst van het misleiden, Nareephonboon, Nootjes

Nootjes van de Nareephonboom

In 2014 was ik met kennissen in het plaatsje Tak, ergens in het noorden van Thailand. We zaten een curry te eten, toen ik onderstaand plaatje aan de muur zag hangen.
‘Die boom staat diep in het oerwoud’, zei onze Thaise reisgenote. ‘Het zijn meisjes van 16 jaar. Ze hebben wel ingewanden, maar geen geraamte. Je moet de vruchten beslist niet plukken, want je verliest al je krachten en je raakt in een eeuwige slaap.’

André van Leijen, De kunst van het misleiden, Nareephonboom, Vruchten

Nareephonboom met vruchten

Iets soortgelijks hadden we in Vientiane (Laos) gezien. Op de markt lagen wortels van de alruin. Ze lijken op minimensjes. En zo beschreef de botanicus Dioscorides ze dan ook in de eerste eeuw in zijn De Materia Medica. De Christenen geloofden, dat het uitprobeersels waren van God. Je moest die wortels niet oogsten, want anders begonnen ze vreselijk te gillen.
Misleiding? Nee, de mensen geloofden dat echt.

Maar wanneer is het dan wel misleiding? Wanneer heb je het vooropgezette doel, om mensen met je informatie te misleiden? Een mooi voorbeeld daarvan is de Moon hoax uit 1935.

De Moon hoax

Op vrijdagochtend 21 augustus verscheen dat jaar het volgende artikel in The New York Sun. Het was afkomstig van de beroemde astronoom John Herschel. Die was naar de Zuidkaap vertrokken en had daar een gigantische telescoop opgesteld op de Tafelberg. Toen hij zijn telescoop op de maan richtte, zag hij de meest vreemdsoortige wezens. In de loop van een reeks van zes artikelen werden zijn ooggetuigeverslagen steeds onwaarschijnlijker, maar de mensen geloofden het. Want Herschel. Totdat hij in het laatste artikel mensachtigen in het oog kreeg, getooid met vleermuisvleugels. Klopt dat wel, wat u daar allemaal ziet, meneer Herschel, schreven de mensen hem.

André van Leijen, De kunst van het misleiden, Moon hoax

Dit zag Sir John Herschel door zijn telescoop volgens het artikel in The New York Sun.

Wat bleek? Niet Herschel had de artikelen geschreven, maar een journalist. Herschel wist van niets. Het ging namelijk niet goed met New York Sun en door deze artikelen dachten ze de oplage een beetje op te krikken. Nou, dat lukte. Het was een groot succes.

Nazcalijnen

Misleiden is een kunst. Zoals ook verleiden een kunst is. Toen Erich von Däniken de tekeningen in de vlakte van Nazca (Peru) bekeek, zag hij in een oogopslag, dat dat bakens waren voor de aanvliegroutes van een buitenaardse beschaving. Hij schreef er een boek over Waren de goden kosmonauten? Iedereen had het destijds in zijn boekenkast staan. Het was een bestseller. Wat we niet wisten was, dat Von Däniken in Zwitserland drie jaar in de gevangenis had gezeten voor fraude.

Intussen had de arme Duitse wiskundige Maria Reiche heel haar leven onderzoek gedaan naar de lijnen van Nazca en kwam tot de conclusie, dat het mogelijk een kalender was die te maken had met de landbouw. Ook zij schreef een boek. Maar niemand las dat.

Misleiding loont. Het UFO-museum in Roswell (New Mexico, VS) trekt horden toeristen naar een streek, waar verder geen zak te doen is. In 1947 is daar namelijk een capsule tegen het enige heuveltje in de woestijn gebotst. Toen de Amerikanen de capsule openmaakten en zoals gebruikelijk zeiden: Hi, how are you? Where are from?, kwamen er tot hun stomme verbazing twee buitenaardse wezens uit.

André van Leijen, De kunst van het misleiden, Rosswel UFO

Een van de twee buitenaardse wezens, die uit de capsule kwamen. Te zien in het UFO-museum in Roswell (New Mexico, V.S.)

Er is dus een verschil in onjuiste informatie. Om onderscheid te maken worden ze tegenwoordig misinformatie en desinformatie genoemd. Misinformatie is als je niet de intentie hebt om iemand te misleiden, maar je weet niet beter. Bij desinformatie wil je de mensen wel misleiden, zoals bij het UFO-museum.

Een holle aarde

Een laatste voorbeeld, om dit te verduidelijken.
In IJsland staat een paar honderd kilometer ten noorden van Reykjavik een met sneeuw bedekte vulkaan: de Snaefellsjökullvulkaan. Prachtige vulkaan overigens. Aan de voet van de vulkaan staat een bordje. Daarop staat in alle talen:

Here begins The Voyage to the Centre of the Earth, which lies 6371 kilometers below.

André van Leijen, De kunst van het misleiden, Snaefellsjökullvulkaan

De Snaefellsjökullvulkaan

Dus je kan daar via de krater afdalen naar het centrum van de aarde. Althans, dat is wat Jules Verne in zijn boek Reis naar het Middelpunt der Aarde (1864) beschreef. Maar Jules Verne was nooit in IJsland geweest. Misinformatie? Desinformatie? Nee, fictie. Natuurlijk wist Jules Verne, dat de aarde niet hol was. En hij ging ervanuit dat zijn lezers dat ook wisten.

André van Leijen, De kunst van het misleiden, Jules Verne

Het boek van Jules Verne

Toch waren er mensen die dachten dat de aarde hol was. Zoals de vermaarde astronoom Edmund Halley. Hij had de Principia van de grote natuurkundige Isaac Newton gelezen. Daarin beschrijft Newton de zwaartekrachtwetten. Maar er klopte iets niet volgens Halley. Hij kon met die zwaartekrachtwetten de kompasstanden niet verklaren. In een artikel in The philosophical transactions of The Royal Society schreef Halley in 1692, dat hij de kompasstanden alleen kon verklaren, als hij aannam dat de aarde hol was. Hij had daar dus wetenschappelijke argumenten voor. Misleiding? Nee, gewoon een gevalletje van misinformatie. Hij wist niet beter.

André van Leijen, De kunst van het misleiden, Holle aarde

Een holle aarde met daarin landen, oceanen, vreemde planten en dieren en zelfs mensachtigen.

Dat is anders bij Russische theosofe Helena Blavatsky. Ook zij schreef in haar boek De geheime leer (1888), dat de aarde hol was en dat daar een speciaal mensenras woonde, dat zich voortplantte door knopvorming. Fictie? Desinformatie? Misinformatie?


Misschien was het een vorm van geloof. Toch werden er wel degelijk mensen door misleid. Zoals Adolf Hitler, die er in 1942 een expeditie op uitstuurde, om de toegang tot die holle aarde te vinden. Hij wilde wel eens kennismaken met de voorlopers van zijn superieure Arische ras. Niks gevonden.

Misleiden is een kunst. Zeker. Maar wel een zwarte kunst.

Zie ook: Hoe wordt u een goede complotdenker?
https://www.trefpuntazie.com/hoe-wordt-u-een-goede-complotdenker/