Op 22 november zijn er Tweede Kamerverkiezingen. Maar op onder meer Mark Rutte, Wopke Hoekstra, Sigrid Kaag, Pieter Heerma, Hugo de Jonge, Corinne Ellemeet, Farid Azarkan, Sylvana Simons of Liane den Haan kan niemand meer stemmen. Zij allen hebben laten weten zich niet verkiesbaar te zullen stellen. Misschien doet Pieter Omtzigt ook wel niet mee. Hij heeft nog steeds niet besloten dat hij met een eigen lijst aan de verkiezingen deelneemt. Daarvoor heeft hij weliswaar nog tot 28 augustus de tijd, maar hij moet wel een keer de knoop doorhakken.

Maar ook als Omtzigt wel verkiesbaar is, lijkt het aantal politieke kopstukken dat buiten beschouwing wenst te blijven bijzonder groot. Al heel lang is het niet meer voorgekomen dat zoveel bekende namen afhaakten voor de verkiezingen. Misschien is dat wel nooit eerder gebeurd. Niettemin: hoe groot is het probleem eigenlijk?

Volgens mij valt dat wel mee. Om te beginnen blijven er nog wel wat bekende gezichten aanwezig. Lilian Marijnissen bijvoorbeeld. Of Kees van der Staaij. Of Geert Wilders. (Van deze drie hoop ik, maar dat is persoonlijk en tegen beter weten in, dat ze niet verkozen zullen worden.)

Daarnaast waren sommigen die straks – vermoedelijk – als lijsttrekker aantreden ook in 2021 al verkiesbaar. Dilan Yeşilgöz om maar iemand te noemen, of Rob Jetten, die allebei overigens na de kabinetsformatie minister werden. Een ander keert naar verwachting na heel lange afwezigheid weer terug: Frans Timmermans.

De situatie is bovendien niet helemaal uniek. In bijvoorbeeld 2002 waren er ook veel nieuwe lijsttrekkers (bij PvdA, VVD, CDA, D66, terwijl LPF destijds voor het eerst deelnam). Het gaat dus wat ver om te jammeren over gebrek aan politieke stabiliteit in ons parlement of over een vlucht voor het dragen van politieke verantwoordelijkheid. Daar komt bij dat je Mark Rutte niet echt kunt meetellen. Hij was de afgelopen twaalf jaar premier. Sigrid Kaag valt evenmin als oudgediende aan te merken, want ook zij zat de afgelopen periode in twee kabinetten (en nauwelijks in de Kamer). Iets soortgelijks geldt voor Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge, die allebei bepaald niet afkerig zijn van een nieuw plekje in de ministerraad. Ze zijn trouwens maar heel kort Kamerlid geweest.

Simons en Den Haan waren pas ruim twee jaar lid van de Kamer. En Den Haan ook nog voor een partij waar ze korte tijd later uitstapte (50PLUS). Azarkan zit sinds 2017 in de Kamer, Ellemeet ook. Alleen Pieter Heerma (Kamerlid sinds 2012) blijft over als iemand die vrij langdurige Kamerervaring met zich meebrengt.

Dus om nu te zeggen dat er sprake is van een grote leegloop? Bij nadere beschouwing loopt het wel los.