Hij is al bijna een jaar geen president meer, maar de vier jaar dat Donald Trump in het Witte Huis zat, kunnen nog steeds diepe sporen trekken in de Amerikaanse samenleving.
Het Hooggerechtshof in Washington begon deze week met de behandeling van een omstreden abortuswet in de conservatieve, Republikeinse staat Mississippi die zwangerschapsonderbreking een stuk moeilijker maakt. Het hoogste juridische college moet beoordelen of deze wet wel door de federale beugel kan. Mississippi verbiedt abortus als de vrucht ouder dan vijftien weken is; op nationaal niveau is die grens bij ongeveer 24 weken. Als de rechters de zuidelijke staat in het gelijk stellen, wordt de klok tientallen jaren teruggezet en zullen vrouwen veel meer moeite hebben abortus te krijgen, zo vrezen Democraten en vrouwenorganisaties.

De kans daarop is vrij groot, want het Hooggerechtshof van negen rechters heeft sinds Trumps presidentschap een conservatieve signatuur van ruwweg zes tegen drie. Hij had het geluk dat er in die periode een paar progressieve rechters kwamen te overlijden die hij schielijk verving door rechters van behoudende snit.
Dat was in het begin van de jaren zeventig wel anders. Toen was er weliswaar ook een Republikeinse president, Richard Nixon, maar het Hooggerechtshof had een linkse signatuur. Met een stemverhouding van zeven tegen twee deed het hof in 1973 een belangwekkende uitspraak: abortus in de VS is toegestaan zolang de vrucht buiten de baarmoeder niet levensvatbaar is. Dat was in die tijd ongeveer 28 weken, inmiddels is dat door de vooruitgang in de medische wetenschap zo’n 24 weken.

De uitspraak is de geschiedenis ingegaan als de zaak-Roe versus Wade. Roe was de schuilnaam van een vrouw in Texas die zich wilde laten aborteren, maar dat was in haar staat alleen mogelijk als het leven van de moeder in gevaar was. Roe spande een rechtszaak aan, die diende bij de rechtbank in Dallas; de officier van justitie daar heette Henry Wade. Vandaar. De drie rechters gaven Roe gelijk, maar Wade ging in beroep. (Eén van de rechters was Sarah T. Hughes, de enige vrouw die ooit een Amerikaanse president de eed heeft afgenomen. Dat was in het vliegtuig van Dallas naar Washington toen zij kort na de moord op John Kennedy in november 1963 diens rechterhand Lyndon Johnson beëdigde als president.)
De zaak kwam direct terecht bij het Hooggerechtshof dat er een paar jaar over deed om tot een uitspraak te komen. In tussentijd bleef abortus in Texas zo goed als verboden. Roe voldroeg noodgedwongen haar zwangerschap en stond haar kind af voor adoptie.

De uitspraak is nu 48 jaar oud en houdt in dat de vijftig staten geen abortuswetten mogen die in strijd zijn met de strekking ervan: abortus mag tot 24 weken. Diverse (Republikeinse) staten hebben toch geprobeerd daar onderuit te komen, maar zijn steeds teruggefloten door het Hooggerechtshof.
Maar nu is het hof dus van kleur veranderd. Tijdens de behandeling van de wet van Mississippi deze week bleek uit hun vraagstelling overduidelijk dat de zes conservatieve rechters zich er wel in kunnen vinden. De vraag is vervolgens wat er met ‘Roe vs Wade’ gaat gebeuren. ‘Mississippi’ staat daar zo haaks op dat het volgens juristen moeilijk is die uitspraak uit 1973 te handhaven.
Voor de rechters is het echter niet zo makkelijk om ‘Roe versus Wade’ zomaar opzij te zetten. Dat zou tot een enorme polarisatie in de Amerikaanse samenleving leiden. Nu zijn er al dagelijks felle demonstraties van voor- en tegenstanders van abortus (‘pro-choice’ en ‘pro-life’) die regelmatig met geweld gepaard gaan. Bovendien zouden de rechters (zeker de drie die door Trump zijn benoemd) met het intrekken van de uitspraak uit 1973 critici in de kaart spelen die van mening zijn dat het Hooggerechtshof steeds meer een politiek orgaan is, en geen onafhankelijke beroepsinstantie.

Trump heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij van de Supreme Court een conservatieve instelling wilde maken. Sterker nog: met die belofte wist hij in de verkiezingscampagne van vijf, zes jaar geleden Evangelicals te paaien, behoudende christenen die hoopten dat hij als president verfoeilijke zaken als abortus zou weten terug te dringen. Zonder de stemmen van de Evangelicals had Trump het in 2016 zeker moeten afleggen tegen Hillary Clinton.

In die campagne zei hij dat vrouwen die een abortus hadden ondergaan, gestraft moesten worden. Later nam hij dat terug. Of hij principieel tegen abortus is, is maar helemaal de vraag. Als Democraat was Trump vroeger pro-choice. Hij is niet de enige die om opportunistische redenen van mening is veranderd. Roe zelf werd in de laatste jaren van haar leven een fel tegenstander van abortus. Vlak voor haar dood zei ze in een tv-documentaire dat dat niet gemeend was en dat ze door anti-abortusgroepen werd betaald om dat standpunt te verkondigen.