De jobstijdingen blijven maar binnen komen. De crises zijn niet meer bij te houden. Oorlog, inflatie, populisme, klimaat, boze boeren, chaos in Ter Apel, op de luchthaven en in de trein en vandalen die om de planeet te redden in musea de aanval op de kunst hebben ingezet. De lijst is vast niet compleet maar groot genoeg om vast te stellen: het loopt niet lekker in de polder.

‘We leven in een bezeten wereld. En we weten het’, schreef de wereldberoemde historicus Johan Huizinga in 1935 in zijn boek ‘De schaduwen van Morgen’. Het ging toen ook niet goed met de wereld.

Huizinga vreesde dat de ‘waanzin eensklaps zou uitbreken in razernij’. Historici zijn doorgaans slechte profeten maar Huizinga mocht vier jaar later, toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, zijn gelijk halen. Ik geloof niet dat hij daar blij van is geworden.

Er zijn nu pessimisten die denken dat  WO III op uitbreken staat. Vooral in Duitsland waar ze geabonneerd lijken op elke nieuwe uitgave van de Wereldondergang. En als het niet Vladimir Poetin is met zijn nucleaire wapengekletter dan is het wel het laatste rapport van de klimaatcommissie van de VN. Wie niet goed in zijn vel steekt, kan beter niet naar een Duitse talkshow kijken.

In de polder hebben we de handen al meer dan vol aan eerder laag bij de grondse problemen. We krijgen ons dagelijks leven niet op orde.

Laten we het meest opvallende en misschien meest symptomatische voorbeeld van de janboel nemen: het nationaal brede gebrek aan personeel. Bij de NS hebben ze niet voldoende conducteurs. Op Schiphol moet je je ongeveer drie dagen van te voren melden om je vliegtuig te kunnen halen. En dan is het nog maar afwachten of het vliegtuig vertrekt. Er zijn niet genoeg mensen in de zorg, in het onderwijs, bij de politie, de belastingdienst, in de bouw en bij u op het gemeentehuis. Maar we hebben wel weer teveel boeren.

Je zou zeggen dat de oplossing voor de hand ligt. Laat meer mensen langer werken, want nergens ter wereld wordt gemiddeld per week minder gewerkt dan bij ons, 30,3 uur. Je betaalt mensen beter, zorgt ervoor dat de fiscus ze daar niet voor bestraft en regelt de kinderopvang beter. Als meer vrouwen full time zouden werken, zouden volgens deskundigen de tekorten in de zorg en het onderwijs goeddeels opgelost kunnen worden. Maar op de een of andere manier lukt het niet. Zelfs voor een full time-bonus loopt niemand echt warm. Er zijn allerlei belasting-technische bezwaren, zoals het verlies van toeslagen bij meer loon, en, niet te vergeten, de mantelzorg die voor veel mensen vrijwel een dagtaak is. Dat niet de halve beroepsbevolking met een burn out thuis zit, mag een wonder heten.

Er zijn ook andere oplossingen.

Als we het zelf niet kunnen, moeten we meer krachten van buiten inschakelen. Dat gebeurt hier en daar al op grote schaal. Zonder bouwvakkers uit Polen, Roemenië en andere Oost-Europese landen zou geen huis meer gebouwd worden. Dus waarom zouden niet In andere sectoren, zorg, horeca, schoonmaak, nog veel meer migranten dan nu aan de slag kunnen?

Laatst legde iemand me uit dat je de inburgeringcursus moet koppelen aan een beroepsopleiding. De mensen leren Nederlands en een vak. Dat was win-win volgens hem. De migranten zitten niet werkloos in de opvang, de ondernemers en instellingen hebben personeel en wie werkt betaalt premies en belasting. Het leek mij ook het ei van Columbus, maar in ons enthousiasme vergaten we een ding: het draagvlak. Voor veel medeburgers zijn migranten concurrenten, voor woningen, banen, en geen toekomstige collega’s. En bij nader inzien zagen we een ander, praktisch probleem over het hoofd: zijn er wel genoeg leerkrachten om die migranten op te leiden?

Toen ik in Japan woonde heb ik eens een reportage gemaakt over de aanpak van de vergrijzing. De Japanners hebben de oudste inwoners en het laagste geboortecijfer ter wereld en dus een enorm probleem. De oplossing voor de zorg, meer buitenlandse handen aan het bed, was nauwelijks bespreekbaar. Buitenlanders hoeven, om het mild uit te drukken, doorgaans niet op een warm welkom te rekenen. En oma Suzuki toevertrouwen aan een Filippijnse verpleegster was voor de familie ondenkbaar. Ze zagen liever een robot van Sony voor oma zorgen.

Technologie, ict, automatisering, algoritmes, kan een oplossing bieden maar in de bouw, de zorg, het onderwijs, de horeca en de politie blijven we toch voornamelijk aangewezen op mensenwerk. Nog afgezien van de vraag of oma Jansen gewekt wil worden door de mechanische stem van een robot, al heet die nog zo menselijk Annie.

Het is alles bij elkaar genomen een takenpakket waaraan zelfs een daadkrachtige regering zich zou vertillen. En wij moeten het doen met een kabinet dat maar wat aan lijkt te klooien. De neiging is groot om Mark Rutte en co de schuld van alles in de schoenen te schuiven, of anders wel het neoliberalisme, maar adekwaat, – meer mag je niet verwachten -, besturen is voor elke regering in elk Westers land wat je noemt een ‘uitdaging’. Zo beroerd als de Conservatieven in het VK doen ze het hier (nog) niet. Maar dan leggen we de lat inderdaad erg laag.

We zitten met een totaal versplinterde politiek, met 20 partijen/partijtjes in de Tweede Kamer, waarvan je er zes of zeven met enige goede wil (potentiële) regeringspartijen zou kunnen noemen. De andere zijn protestpartijen van links en rechts, getuigenisclubjes en een krankjoreme sekte. Dat valt nog te doen als je alleen op de winkel moet passen, maar met een veelkopigge megacrisis ga je het niet redden.

De boel dreigt volledig vast te lopen en we zijn eigenlijk machteloos. Net als Huizinga 90 jaar geleden leven we in een ‘bezeten wereld’. En nu maar hopen dat het nu niet als toen totaal uit de klauw loopt.