De man van de SAD, School Advies Dienst, was tot ongenoegen van de rector onverwacht langsgekomen, hij wilde een les wiskunde bijwonen. De rector had niet veel zin om toestemming te geven, van de diensten van de SAD had hij niet zo’n hoge pet op, maar weigeren nu de man voor hem stond, was lastig.

Met tegenzin had de wiskundedocent, de heer Meunier, ingestemd met het lesbezoek. De lessen van de heer Meunier verliepen in een gemoedelijke sfeer. Na de klassikale uitleg, tijdens het werken aan de opgaven, dronk hij een kop koffie en rookte er een sigaret bij. De leerlingen mochten onderling overleggen, zonder vinger opsteken vragen stellen en van plaats verwisselen, als dat zo uitkwam. De resultaten waren bovengemiddeld goed. Op een dag kwam er een rookverbod. De heer Meunier probeerde het op een akkoordje te gooien met zijn leerlingen. ‘Wat hebben jullie liever: een gezellige docent met een sigaretje of een chagrijnige zonder?’ Helaas voor hem, het verbod was bindend.

De man van de SAD had weinig goeds te melden. De leerlingen letten niet op, zaten met elkaar te praten, keken in elkaars schrift, liepen zomaar door de klas, zaten een boterham te eten.

‘Zo leer je kinderen geen wiskunde,’ was zijn conclusie.

De heer Meunier reageerde kort en bondig: ‘Doe het dan zelf.’

Om het goede voorbeeld te geven zou hij dat zeker doen.

De week erna stond de man van de SAD voor de vierde klas havo, de landelijke probleemklas, speciaal uitgezocht door de heer Meunier, die na 10 minuten meedeelde een kop koffie te gaan halen. Hij bleef lang weg. Na een half uur kwam de man van de SAD met een rood hoofd de docentenkamer inlopen en riep vertwijfeld: ‘Ze luisteren helemaal niet.’