In Duitsland is een rel uitgebroken over het al dan niet vermeende antisemitisme van de Beierse vicepremier. Deze Hubert Aiwanger zou 35 jaar geleden als 16-jarige in bezit zijn geweest van een antisemitisch pamflet dat hij ook nog zelf geschreven zou hebben. Ook zou hij Jodengrappen en andere racistische grappen hebben gemaakt. Zoals gebruikelijk in dit soort smoezelige affaires wordt om de hete brei gedraaid, treedt vaak ‘geheugenverlies’ op en presenteert de dader zich als ‘het slachtoffer van een heksenjacht’.

De nazitijd blijft een blootliggende zenuw. Bijna 80 jaar na het ineenstorten van het Derde Rijk kan men het niet eens worden of er bij Aiwanger sprake is van een jeugdzonde dan wel van een nog altijd sluimerende bruine gezindheid. Aiwanger beweert natuurlijk dat hij nu een ‘loepzuivere democraat’ is. Maar omdat zijn partij, de Freie Waehler, een rechtspopulistische club is, onthouden veel Duitsers hem het voordeel van de twijfel.

Omdat in Beieren volgende maand deelstaatverkiezingen plaatsvinden en Aiwangers partij de coalitiepartner is van de conservatieve  CSU, de Beierse zusterpartij van de CDU, is de affaire de hete aardappel van minister-president Markus Soeder geworden. Het is een klassiek dilemma. Moet hij Aiwanger ontslaan en de coalitie opblazen of zijn vice-premier omwille van de toekomstige samenwerking de hand boven het hoofd houden?

Soeder geldt als een machtspoliticus pur sang, dus de vraag werd voor hem vooral: hoe houd ik Aiwanger binnen boord en hoe kan ik dat verkopen als een weloverwogen, moreel acceptabele beslissing? Want niet alleen de Beierse oppositie, sociaaldemocraten en Groenen, ruikt bloed, ook in de rest van het land en bij zusterpartij CDU waren de ontstemming en verontwaardiging groot.

Soeder liet Aiwanger een 25 punten tellende vragenlijst invullen. Dat kan Aiwanger moeilijk anders dan als een belediging en vernedering hebben ervaren. Daarna zou Soeder besluiten of hij mocht aanblijven. Zoals te verwachten viel, wist Aiwanger zich veel zaken niet meer te herinneren. Het was tenslotte 35 jaar geleden. Soeder vond die antwoorden kennelijk niet helemaal bevredigend en na een ‘goed gesprek’ droeg hij zijn vice-premier op ‘in gesprek te gaan’ met Joodse organisaties. Voor hem was daarmee de kous af. Ook omdat Aiwanger zich later niet bezondigd zou hebben aan nazi-achtige fratsen.

De affaire had inmiddels een nieuwe wending genomen. Het draaide nu niet langer om wat Aiwanger in zijn jeugd had uitgevroten maar om zijn gedrag nu. Hij toonde geen ‘echt’ berouw, hij vond dat hij ten onrechte aan de schandpaal was genageld. Sterker nog, hij was het slachtoffer. Van politieke tegenstanders en de met hen bevriende media. Pas toen er niets anders op zat, ging hij door het stof, met duidelijke tegenzin, omdat het moest en niet omdat hij tot inkeer was gekomen.

Verkiezingscampagnes spelen zich op het Beierse platteland voornamelijk af in de biertent. Wie dat wel eens heeft meegemaakt, is gauw geneigd gauw aan lang vervlogen, niet altijd goede tijden te denken. De mannen zijn meestal in Lederhosen en de vrouwen in Dirndl. Ongeacht het tijdstip gaat men stevig aan het bier en de wijn. Als de stemming er goed inzit en de kelen zijn gesmeerd, gaan bij de sprekers retorisch de remmen los. En Aiwanger weet hoe hij zo’n tent moet bespelen. Zijn act, slachtoffer van een hetze, ging erin als Weisswurst met Weizenbier. De vicepremier zou opeens wel eens de grote winnaar van de affaire kunnen worden. Dat moest Soeder zien te verhinderen.

In normale tijden had je de hele affaire kunnen afdoen als typisch Beierse folklore. De Beier zou, afgezien van de bevolking in de grote steden, een stuk rechtser zijn dan de modale Duitser. Zeker in een campagne wil men nog wel eens stevig door het lint gaan. Soeders CSU heeft daarbij van oudsher de taak om ernstige ontsporingen te voorkomen. Rechts van de CSU mag er geen ruimte ontstaan voor extremistische partijen. Dat is het basisprincipe van de Beierse politiek.

Soeder krijgt nu het verwijt dat hij om opportunistische redenen vasthoudt aan Aiwanger. Daarmee zou hij dat principe aan zijn laars lappen en de deur ook voor extreemrechts openzetten. Je kan het argument ook omdraaien en zeggen dat hij de kans op een radicalisering van Aiwangers partij verkleint. De Freie Waehler zijn rechts-populistisch maar niet extremistisch. Ze zijn bijvoorbeeld niet te vergelijken met de Alternative Fuer Deutschland (AfD), die door door de veiligheidsdiensten in de gaten wordt gehouden.

De Duitsers hebben van tijd tot tijd last van een collectieve katerstemming. En momenteel zitten ze in zo’n periode. De economie zit in een dal, de regering in Berlijn, een coalitie van sociaaldemocraten (SPD), Groenen en liberalen (FDP) maakt vooral ruzie met zichzelf en de kanselier, Olaf Scholz (SPD), maakt een uitgesproken zwakke indruk. Volgens de laatste peilingen is de ontevredenheid van de kiezers met een na-oorlogse regering nooit zo groot geweest. Alle regeringspartijen staan dik op verlies en de grote profiteur is de AfD. De extremisten zijn met 22 procent de tweede partij, na CDU/CSU (29), en in sommige deelstaten in het oosten, de voormalige DDR, zijn ze de grootste met rond de 30 procent.

In dit klimaat zorgen de Aiwanger-affaire en Soeders handelswijze ook buiten Beieren voor veel opwinding, verontwaardiging en onrust. Men is bezorgd over Duitslands image in het buitenland. Het gaat veel over moraal maar in dit soort kwesties is de politiek nooit ver weg. En uiteindelijk is het laatste woord aan de Beierse kiezer.

Foto: Soeder aan het bier.