Je kunt niet zeggen dat het verkiezingsresultaat van NSC tegenvalt. De partij van Pieter Omtzigt haalde, kort na haar oprichting, 20 zetels. Dat is een heel behoorlijke score voor een nieuwe lijst. Ze wordt alleen overtroffen door Pim Fortuyns LPF in 2002, maar toen waren de omstandigheden volstrekt anders.

Toch denk ik dat de uitslag voor Omtzigt en de zijnen een kleine teleurstelling was. In augustus, kort voor de oprichting, wees een peiling nog uit dat de voormalige CDA’er 47 zetels zou kunnen halen als hij met een eigen partij aan de verkiezingen zou deelnemen. Dat zijn er dus aanzienlijk minder geworden.

De belangrijkste oorzaak lijkt mij het gegeven dat Omtzigt aanvankelijk vaag kon blijven over zijn toekomstplannen. Hij kon blijven teren op de reputatie die hij – voornamelijk als CDA-Kamerlid – had opgebouwd. Vooral het blootleggen van het toeslagenschandaal leverde hem veel krediet op. De affaire ‘Omtzigt, functie elders’ zorgde bovendien voor een hoop goodwill.

Omtzigt was volgens velen het ideale Kamerlid. Fans verdrongen zich om hem heen, van alle kanten. Sommigen kwamen van links, maar heel veel ook van (extreem)rechts. Bijna iedereen meende bij hem wel iets van zijn of haar gading te kunnen vinden.

Toen hij uiteindelijk besloot met een partij te komen, moest hij kiezen. Nou ja, kiezen. Omtzigt wist het pijnlijke moment nog tot in oktober uit te stellen. Toen presenteerde hij pas zijn verkiezingsprogramma.

Tot dan toe was NSC de grootste partij in de meeste polls geweest. Ze stond daarin dan weliswaar niet op 47 zetels, maar wel rond de 30.

Na de publicatie van zijn verkiezingsprogramma begon dat aantal in ras tempo te dalen. Zijn rechtse aanhangers haakten af zodra ze vernamen dat Pieter een mistige CDA-achtige koers zou gaan varen. De linkse medestanders van NSC lieten het om dezelfde reden afweten. Zouden de verkiezingen een maand later hebben plaatsgevonden, dan had hij vermoedelijk niet meer dan 15 zetels of nog minder overgehouden.

De neergang werd versterkt doordat onduidelijk bleef of Omtzigt bereid was zijn intrek in het Torentje te nemen als NSC als grootste zou eindigen. Natuurlijk had hij daar geen trek in. Een premier moet compromissen sluiten en pseudo- oplossingen presenteren alsof ze ideaal zijn. Voor dat soort halfslachtigheid voelde de heiligverklaarde Pieter uiteraard niets. Het zou hem als kritisch parlementariër ook niet gelegen hebben trouwens.

Door uitermate onuitgesproken te blijven als het premierschap aan de orde kwam, wist Omtzigt het onderwerp min of meer onschadelijk te maken. De verkiezingsuitslag verloste hem uiteindelijk van alle kopzorgen. NSC is niet de grootste partij, maar de nummer vier, dus over het Torentje valt nauwelijks te prakkezeren.

Hoe nu verder? Omtzigt zal de komende weken moeten bewijzen dat iedereen zich vergist die hem bij nader inzien het vertrouwen niet waard acht. Dat zal hem niet lukken. Gaat hij in een kabinet met de PVV zitten – of maakt hij dit mogelijk – dan zal hij zijn laatste linkse medestanders verliezen. Zijn extreemrechtse discipelen zullen verdwijnen omdat ze liever op de echte PVV – the real thing – stemmen.  Na de volgende verkiezingen houdt NSC hooguit 10 zetels over. Misschien eindigt het wel onder het echte CDA.