De naam Robert Habeck zal u waarschijnlijk weinig zeggen. Je zou hem de Duitse Jesse Klaver kunnen noemen. Alleen,  daarmee doe je hem groot onrecht. Hij is een Groene, maar daarmee houdt de overeenkomst op. Habeck (53) was het voorbeeld van hoe je een realistisch klimaatbeleid voerde. Pragmatisch en zonder de ideologische overkill waar Groenen een handje van hebben. De planeet moet gered worden, maar daarvoor hoef je je nog niet aan het asfalt vast te lijmen.

Dat sloeg aan bij de kiezers, althans links van het centrum. Zodanig zelfs dat wat iedereen voor onmogelijk hield, werkelijkheid leek te kunnen worden. Habeck als Bondskanselier! Een Groene! Daar kan Klaver alleen maar van dromen. Zelfs samen met de PvdA, als die fusie ooit doorgaat, zal het er vermoedelijk nooit van komen. Leider van een getuigenispartijtje annex bubbel voor hoger opgeleiden met woke-trekjes. Dat blijft zijn eindbestemming.

De Groene droom is ook in Duitsland voorlopig vervlogen. Habeck is niet langer de populairste politicus. Zijn partij maakt een duikvlucht in de peilingen. De Groenen zijn nu overvleugeld door de extreemrechtse Alternative fuer Deutschland (AfD). Intern gaat dat geheid voor heibel zorgen. Naast de rekkelijken, Realo’s, heb je de preciezen, Fundi’s, die de pragmatische Habeck-koers verketteren als het verkwanselen van de heilige principes. Zolang die koers electoraal winst opleverde, hielden ze zich gedeisd, maar nu zullen ze de mouwen opstropen.

Toen Habeck eind 2021 minister van Economische Zaken en Klimaat werd, omringde hij zich met partijgenoten. Zijn belangrijkste staatssecretaris is een partijgenoot, evenals zijn belangrijkste ambtenaar en ze zitten ook in de lagere echelons. Dat is niet ongebruikelijk, misschien niet helemaal okselfris maar vooruit.. Als de neuzen dezelfde kant op staan kun je opschieten. Wat niet te verdedigen valt, is dat die partijgenoten deel uitmaken van een netwerk, waarvan sommige leden familie van elkaar zijn. En nog minder te verdedigen is, is dat die lieden elkaar baantjes en subsidies toeschuiven. Zo’n verstrengeling van belangen en carrières komt bij alle partijen voor, ook bij ons in de polder. Maar de Groenen zitten doorgaans graag en demonstratief hoog te paard en dan is de val harder. Uiteraard tot leedvermaak van de andere partijen.

Een ander nadeel van zo’n club van voornamelijk gelijkgestemden is, is dat tegenspraak van het menu verdwijnt. Dat is des te riskanter wanneer er in die club een ongenaakbare autoriteit aan de knoppen zit. Onbekookte voorstellen worden niet gecorrigeerd of afgeschoten. Kritiek, als het er al komt, meestal van buiten, is vaak een aansporing om er nog een schepje bovenop te doen. Als de mislukking tenslotte niet meer valt te ontkennen, verschansen ze zich in de egelstelling. De mislukking is de schuld van de buitenwereld die ‘niet begrijpt hoe het zit’. En: ‘beleid maken is geen populariteitswedstrijd’.

Dat is de techno-bureaucratische grondhouding. Veel op papier geweldige plannen en projecten mislukken omdat er te weinig of geen rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid. Dat gebeurde ook met het belangrijkste project van de Habeck-club. Wie zijn verwarmingsketel wil vervangen, moet per 1 januari a.s. een warmtepomp aanschaffen. Prachtplan, maar niet goed doordacht en niet goed aan de man gebracht.

Huiseigenaars en huurders zagen zich op kosten gejaagd, raakten in paniek en wilden op de valreep hun oude gas- en olie-installaties vervangen door nieuwe. Er was onduidelijkheid over subsidies. Net als bij ons is er een tekort aan installateurs. Die op hun beurt vaststelden dat ze met geen mogelijkheid aan voldoende warmtepompen konden komen. De Groenen en met name Habeck kregen de volle laag. Toch ‘wereldvreemde ideologen’ met lak aan de ‘gewone man’, die alleen maar ‘willen voorschrijven en verbieden’. (Het imago van de Groenen waarmee ze dachten te hebben afgerekend). Kortom, een debacle.

Het plan gaat nu waarschijnlijk in de ijskast, ook omdat de coalitiepartners, de sociaaldemocratische SPD en de liberale FDP,  er hun handen van hebben afgetrokken. Het plan was natuurlijk slecht, maar ze roken vooral een niet te missen kans om een populaire rivaal een hak te zetten. Habeck bood ze die kans, omdat hij politiek fouten ging maken.

De ‘architect’ van het plan was zijn belangrijkste ambtenaar die bovendien het draaipunt was in de netwerk-affaire. Een goede politicus weet dat je zo’n man meteen moet ontslaan. Met mooie woorden en een warme aanbeveling voor zijn verdere carrière. Je toont daadkracht en beperkt de schade, vooral voor de eigen reputatie. Habeck hield aan hem vast tot het na nieuwe onthullingen over misstappen niet langer kon.

Afgelopen zondag kwam de eerste rekening binnen. De Groenen werden afgestraft bij de deelstaatverkiezingen in Bremen. Meestal kun je als partijtop zo’n nederlaag toeschrijven aan lokale omstandigheden waardoor de eigen lui niet goed uit de verf kwamen. De lijsttrekker voerde campagne met voorstellen die de kiezers veel te radicaal vonden, maar zij verwees naar de ’tegenwind uit Berlijn’, lees het geknoei van Habeck.

Habeck’s afgang heeft niettemin een winnaar. Dat is zijn co-leider Annalena Baerbock. Baerbock (42) was de lijsttrekker bij de vorige Bondsdagverkiezingen en deed dat slechter dan gehoopt. Ze mocht minister van buitenlandse zaken worden, maar stond sindsdien in de schaduw van Habeck (die zich sowieso de betere politicus vond). Misschien mag ze het bij de verkiezingen over twee jaar weer proberen, maar het Kanzleramt kan ze uit haar hoofd zetten. De sprong van bubbel- naar volkspartij zit er voor de Groenen niet in. Wat dat betreft is er geen verschil met RoodGroen of GroenRood in de polder.