De Duitsers zijn nog niet uitgeprotesteerd tegen extreemrechts. Net als in voorgaande weken gaan weer duizenden mensen demonstreren tegen de Alternative für Deutschland (AfD). Zo’n 80 procent van de Duitsers juichen de demonstraties volgens de laatste peilingen toe. Voor veel waarnemers is dat een enorme opluchting, want ze waren bang dat de Duitsers de democratie niet voldoende de moeite waard vonden om voor uit te rukken.

Ook de vrees dat het tot een of twee keer demonstreren beperkt zou blijven, blijkt dus ongegrond. Veel mensen vinden niet dat hun burgerplicht erop zit, als ze een keer de straat zijn opgegaan. De democratie gaat ze onmiskenbaar aan het hart, wat de sceptici ook mochten zeggen in de talkshows en schrijven in de kwaliteitsmedia.

Maar dit is Duitsland en dan valt er altijd wat te mekkeren. De mekkeraars vonden het uiteraard prachtig dat hun landgenoten van links tot rechts zo massaal in beweging waren gekomen maar ze misten een ‘gemeenschappelijk programma’, waarop ze ‘verder kunnen bouwen’. Ook hoorde je kritiek op de leuzen waarmee de jongens en meisjes van de ultralinkse ‘antifa’ (antifascisten) hun protest kracht bijzetten. Die waren voor conservatievere deelnemers te radicaal. Zij waren bang dat antifa de demonstraties zou ‘kapen’.

De kopstukken van de AfD kijken al weken met toenemende radeloosheid naar wat ze overkomt. Ze waren ervan overtuigd dat hun opmars niet te stuiten was. Maar na onthullingen over een bijeenkomst met nog extremere types eind vorig jaar, is er een kink in de kabel gekomen. Op die bijeenkomst in Potsdam smeedden de aanwezigen plannen om Duitsland ‘Ausländer frei’ te maken. Duitsland moest weer voor de Duitsers worden. Ook Duitsers met een migratieachtergrond zouden ‘geremigreerd’ worden. De AfD-top probeerde zich nog te distantieren en verklaarde dat de partij de grondwet respecteert maar bij de meeste Duitsers gingen de alarmbellen rinkelen.

Ter verklaring van de massale demonstraties grepen de kopstukken terug op een oude truc. De demonstraties waren ‘geënsceneerd’ door links, waartoe ongeveer iedereen behoort die hun ideeën niet deelt. Zoiets is een intellectueel zwaktebod en als ze er zelf in geloven, is het zelfbedrog. Dat laatste komt in extremistische kringen, of ze nu links of rechts zijn, vaak voor.

Intussen zien ze dat de demonstraties hun weerslag vinden in de polls. Vergeleken met de voorlaatste peilingen zijn ze drie procentpunten gezakt, van 22 naar 19 procent. Daarmee zijn ze na de conservatieve CDU nog wel de tweede partij, 31 procent, en groter dan de grootste regeringspartij, de SPD, met 15 procent, maar als het een trend wordt, kunnen ze de verwachte grote doorbraak vergeten.

En daarmee hebben ze het slechte nieuws nog niet gehad. De AfD krijgt concurrentie. Van een nieuwe links-populistische partij. Die partij heet ‘Bündnis Sahra Wagenknecht’ (BSW) en zou volgens peilingen een forse hap uit het AfD-electoraat kunnen nemen.

Zoals de naam van de partij aangeeft, draait het volledig om de leidster. Wagenknecht (54) is een fenomeen. Ze werd in 1989 vlak voor de Val van de Muur communist toen veel communisten zich begonnen af te vragen of ze niet op het verkeerde paard hadden gewed. Later werd Wagenknecht een van de leiders van die Linke, een opvolger van de Oost-Duitse communistische partij. Ze is hyperintelligent, scherp in het debat, heilig overtuigd van haar missie en voltrekt humorloos. Waar zij verschijnt, stappen bonje, heibel en ruzie over de drempel. Ze is een wandelende splijtzwam en eenpersoons-destructiebedrijf. Met de oprichting van een eigen partij lijkt ze die Linke de doodsteek te hebben toegebracht.

De AfD en BSW hebben de nodige programmatische raakvlakken. Ze zijn beiden tegen de NAVO, voor Vladimir Poetin, tegen steun aan Oekraïne, sociaaleconomisch links tot zeer links en sociaal-cultureel rechts tot zeer rechts. Wagenknecht is voorstander van een streng migratiebeleid maar onderscheidt zich van de AfD door het ontbreken van openlijk racisme. (Ze kietelt wel dezelfde onderbuik).

In juni vinden de verkiezingen voor het Europese Parlement plaats. Omdat die verkiezingen vaak een uitlaatklep zijn voor het nationale onbehagen, zijn ze voor Wagenknecht meteen de vuurdoop. Als haar partij daar goed scoort en een serieuze rivaal van de AfD blijkt, is dat een mooie stimulans voor de echte krachtmeting, de verkiezingen in september in drie oostelijke deelstaten.

In Brandenburg, Saksen en Thüringen lijkt de AfD af te stevenen op een enorme overwinning. In alle drie is ze verreweg de grootste partij met volgens de polls dik in de 30 procent. Met name in Thüringen maakt men zich grote zorgen. Daar dreigen de sociaaldemocratische SPD en de Groenen onder de kiesdrempel van vijf procent te zakken en dat zou de AfD aan de macht kunnen helpen. En juist de Thüringse AfD is een van de meest radicale afdelingen. Als de AfD-leider met overmacht wint, is Berlijn in last. Want Björn Höcke geldt als een volbloed fascist.

Nu doet zich de pikante situatie voor dat een populistische partij met veelal dezelfde opvattingen de AfD van een historische overwinning zou kunnen afhouden. Zo’n 40 procent van de AfD-kiezers kan zich voorstellen op de partij van Wagenknecht te stemmen. En omdat Wagenknecht afkomstig is uit het oosten, zou dat de kansen van haar partij aanzienlijk vergroten.

Maar we lopen op de zaken vooruit. Wagenknecht is nog maar net begonnen en ze zal moeten bewijzen dat ze meer is dan een destructieve kracht. Maar als ze voldoende kiezers weglokt van de AfD en zelf niet te groot wordt, bewijst ze de Duitse democratie een grote dienst.