Bj de verkiezingen morgen zal er ongetwijfeld vaak strategisch worden gestemd. Strategisch stemmen betekent dat je het vakje rood kleurt voor een partij die weliswaar niet helemaal je sympathie heeft, maar die wel ongeveer de richting vertegenwoordigt die je uit wil.

Het zal vooral voorkomen bij PvdA-GroenLinks. Nogal wat aanhangers van bijvoorbeeld D66 of de Partij voor de Dieren zullen voor Verenigd Links kiezen, hoewel ze liever een partij van hun voorkeur aan een stem zouden helpen. Ze doen dat om te voorkomen dat een kabinet met de PVV tot stand komt, een risico dat dreigt als ‘rechts’ de macht krijgt.

Maar ook de VVD zal nogal wat strategische stemmers trekken. Zij zouden het liefst kiezen voor pakweg het CDA of voor BBB of iets dergelijks.  Maar ze willen niet dat PvdA-GroenLinks-lijsttrekker Frans Timmermans zijn intrek in het Torentje neemt. Dus kiezen ze dan in vredesnaam maar voor de VVD.

Mocht er ooit een kiesdrempel komen (wat niet zal gebeuren) dan zal het verschijnsel van strategisch stemmen sterk toenemen. Er zullen dan immers veel minder partijen zijn, omdat je minstens 5 procent van de stemmen (of welk percentage je ook afspreekt) moet halen om voor Kamerzetels in aanmerking te komen. Je bent dan eigenlijk wel verplicht een partij uit te kiezen die ongeveer (en niet precies) het programma nastreeft dat jij zou willen.

Het invoeren van een kiesdrempel zal daarom een fusieproces op gang brengen. Partijen die moeten vrezen onvoldoende stemmen te halen zullen zich bij grotere, min of meer verwante lijsten aansluiten. Ook zullen kleine partijen worden gestimuleerd bij elkaar te kruipen.

In de praktijk houdt dat in dat (delen van) D66, SP, Partij voor de Dieren, DENK en wellicht ook een deeltje van ChristenUnie zullen samengaan met PvdA en GroenLinks. Anderzijds zullen andere delen van  D66, CDA, JA21 en misschien nog wel wat clubjes de steven wenden naar de VVD.

Zo erg als in de Verenigde Staten, waar zoals bekend slechts twee partijen bestaan, zal het wel niet worden. Eerder valt te denken aan Duitsland, waar een stuk of 5 partijen in de Bondsdag zetelen. Eerlijk gezegd heb ik nog niemand horen klagen dat er bij onze oosterburen te weinig te kiezen zou zijn.

Er valt dan ook veel te zeggen voor de introductie van een kiesdrempel. Op deze website, die twee warme voorstanders ervan kent, gebeurt dat dan ook volop.

Jammer genoeg zijn onze politieke partijen minder geporteerd voor dit instrument. Alleen de VVD zegt er voorstander van te zijn. In andere verkiezingsprogramma’s komt de term ‘kiesdrempel’ niet voor, zeker niet in positieve zin. Terwijl de invoering ervan toch een einde zou maken aan tal van vervelende ontwikkelingen, zoals (zeer) langdurige kabinetsformaties en eindeloze Kamerdebatten.

Tja, doodjammer en eigenlijk ook onbegrijpelijk. Naar ik verwacht zal de discussie over de toch in diverse EU- (en andere) landen bestaande kiesdrempel ook niet snel losbranden. De nieuwe Tweede Kamer zal daarvoor te veel kleine partijen tellen. Net als haar voorganger en veruit de meeste voorgangers daarvan trouwens. En kleine partijtjes hebben geen enkel belang bij een nieuw kiessysteem.

Het is spijtig, maar niets aan te doen. Dan maar strategisch stemmen.