Minister Dennis Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) is afgetreden. De reden voor zijn vertrek is dat hij zich de afgelopen tijd te bot heeft gedragen. Hij schold en schreeuwde tegen zijn ambtenaren, waardoor die zich onveilig voelden. Ze kwamen niet langer met plezier naar het werk en zochten soms zelfs een andere baan.

Wiersma is vermoedelijk de eerste minister die vanwege zijn lompe gedrag opstapt. Nog echt niet zo lang geleden scholden en schreeuwden alle leidinggevenden tegen hun personeel. Klagen kon  nergens. Een andere baas zoeken? Be my guest! Niemand vroeg zich ooit af of je je werkomgeving soms onaangenaam vond.

Ik ben blij dat het tij nu is gekeerd en dat men het normaal vindt als iedereen zich veilig en prettig voelt op zijn werk. Volgens mij laat ook hier de wet van vraag en aanbod zich gelden. Wie tegenwoordig ontslag neemt, schijnt doorgaans binnen de kortste keren elders welkom te zijn. Dat is helaas wel eens anders geweest.

De vraag is: wat moet Wiersma nu beginnen? Hij heeft laten doorschemeren wel in de politiek verder te willen, maar de kans dat dat gebeurt is volgens mij niet zo groot. Eerder gold de VVD’er nog als een potentiële opvolger van premier (en partijleider) Mark Rutte, na Edith Schippers, Halbe Zijlstra, Klaas Dijkhoff en nog een paar. Maar die ambitie kan hij wel vergeten. Wie wil er nu een razende en tierende hufter als premier? Oké, Rutte schijnt ook nogal ongeduldig te reageren als hij voelt dat niet al zijn wensen stipt worden uitgevoerd, maar die is uit een andere periode. De periode dat dergelijk gedrag nog gepikt werd. Rutte heeft wel andere dingen op zijn kerfstok, veel ernstiger dingen. Maar hij is nu eenmaal premier, dus krijg hem dan nog maar eens weg.

Voor Wiersma zit er weinig anders op dan een functie te zoeken buiten de politiek. Er zijn vast nog sectoren waar een bullebakgedrag geen bezwaar vormt. Waar je mag razen en tieren tegen je ondergeschikten zonder dat die durven te protesteren of naar de krant lopen.

Want Wiersma, het moet gezegd, heeft wel degelijk capaciteiten. Hij doorliep een groot aantal schooltypes tot hij uiteindelijk eindigde als socioloog. Een echte stapelaar, zeg maar. Daarna ging hij bij de FNV werken, voor een VVD’er geen voor de hand liggende carrièrestap. Hij schopte het tot voorzitter van FNV Jong. Kortom: zo’n man zou je eigenlijk minister moeten maken. Dat zou hij prima kunnen, al zijn er wel een paar puntjes waaraan hij zou moeten werken.