In zeker vier provincies dreigt een Statencollege te ontstaan met PvdA maar zonder GroenLinks. Opmerkelijk, om geen ander woord te gebruiken, want die twee partijen zouden toch gaan fuseren? Vooruitlopend daarop willen ze in de Eerste Kamer alvast één fractie voren. De landelijke top van zowel de roden als de groenen heeft het nauwelijks meer over iets anders dan over de aanstaande krachtenbundeling.

Waarom dan die provinciale soloacties van de sociaaldemocraten? Is de PvdA traditiegetrouw toch veel meer bereid de gulden middenweg te zoeken dan GroenLinks? Zijn de cultuurverschillen tussen de twee partijen simpelweg te groot voor een eenwording, zoals de tegenstanders al een tijd roepen?

Wie weet. Het tweetal moet zich dan wel realiseren dat een toekomstige machtspositie zo goed als uitgesloten is. De PvdA  verloor bijna alles wat ze had in 2017. Ze kukelde achteruit van 38 naar 9 Tweede Kamerzetels en werd een tamelijk kleine oppositiepartij. Dat is ze bij de laatste verkiezingen gebleven.

GroenLinks (8 Tweede Kamerzetels) is nooit anders geweest. In de vorige kabinetsperiode bereikte het zijn recordscore van 14 zetels. Maar fractieleider Jesse Klaver kreeg van de partijbaronnen geen toestemming om zoveel water bij de wijn te doen dat regeren tot de mogelijkheden zou behoren. Bij de laatste kabinetsformatie bleek de wind gedraaid en wilde Jesse wél inbinden. Helaas was zijn partijtje inmiddels helemaal geen factor van belang meer. Het belandde opnieuw in de oppositiebankjes. Sinds zijn oprichting in 1990 heeft het daar altijd gezeten. Van enige invloed op het beleid is nooit sprake geweest. GroenLinks heeft, zoals dat heet, schone maar volstrekt lege handen.

Klaver en de rest van de partijtop willen dat veranderen. Ze zullen vermoedelijk nooit volledig uitverkoop houden van hun idealen, maar iets meer toegeven dan nu moet toch kunnen?

Voor de PvdA geldt bijna het omgekeerde. Ooit was dit een partij die wat in de Haagse melk te brokkelen had omdat ze over veel zetels beschikte. Die tijd is (vermoedelijk definitief) voorbij. Alleen het samengaan met een verwante partij kan de sociaaldemocraten weer min of meer terugbrengen op het eerste plan. Dan komt ze weer in de positie om te wheelen en te dealen.

De enige partij die voor samenwerking in aanmerking komt is – tot nader order – GroenLinks. Er zijn zeker verschillen tussen de sociaaldemocraten en de groenen maar de overeenkomsten zijn veel groter. Samen hebben deze twee partijen in de Tweede Kamer 17 zetels. Nog niet eens veel, maar mogelijk zit er nog enige groei in.

Daartoe is het wel noodzakelijk dat ze zich nu niet uit elkaar laten spelen. Als je één partij wil zijn, moet je je ook zo gedragen. Dat de PvdA in een aantal provincies liever de realo uithangt en GroenLinks er aan zijn eeuwige Grote Gelijk blijft vasthouden, lijkt me niet verstandig. Misschien kunnen ze nog wat meer overleggen en elkaar ‘vasthouden’, zoals je dat schijnt te noemen. Desnoods maar ten koste van provinciale bestuursmacht. Een seintje uit de twee partijtoppen zou op dit moment zeker kunnen helpen.