Vanuit de bloeiende hibiscus verkende de pimpelmeesvrouw de omgeving om niet te eindigen als hapje tussendoor voor de kat van de buren. De weg was veilig, zij vloog naar het verlokkende bakje water naast het tuinpad. Alvorens te drinken keek zij nog even om zich heen. Geen gevaar te bekennen. Nadat haar dorst was gelest, stapte zij in het bakje en begon te badderen met flappende vleugels. Vanuit de Japanse kers had haar man haar gevolgd. Nu durfde hij ook en stapte naast haar het water in.

‘Kijk toch wat leuk, samen in de jacuzzi,’ zeiden wij tegen elkaar.

Een roodborst streek neer op het tuinpad, stapte op het spetterende stel af, aan zijn opwinding te zien had hij er wel zin in. De pimpelmezen maakten misbaar, stelden een ménage à trois met een vreemde vogel niet op prijs. De roodborst droop af en protesteerde klagend vanuit de heg: tsik snikitikitik tsip tsieh…