Grijsbruine pelikanen, vlak boven de krullende branding van de Atlantische Oceaan. Vaak vier achter elkaar, als een vliegende vier zonder stuurman: gelijke vleugelslagen, gelijke zweefpauzes. Arrogante watervogels. Grote bek, getalenteerde visvangers. Met de ‘wilde’ paarden, de zeeschildpadden, de meeuwen en ganzen zijn de bruine pelikanen thuis op de Amerikaanse Wadden.

Nou ja…, wadlopen is er op de Outerbanks niet bij. Het water tussen de eilanden en het vaste land is te diep en het valt nooit droog. De Outerbanks vormen een langgerekt lint van zeer smalle, deels bewoonde eilanden aan de Amerikaanse oostkust van zuidelijk Virginia en North Carolina. Een snoer van meer dan 300 kilometer. De grootste en tegelijk meest toeristische eilanden zijn een dikke kilometer breed, de rest een paar honderd meter of nog minder. De bruggen en ferry’s zijn op de vingers van één hand te tellen.

De grootste eilanden hebben intrigerende namen: Hatteras, Nags Head, Kitty Hawk, Ocracoke en Kill Devil Hills. Schitterend gebied. En af en toe levensgevaarlijk. Want de kuststrook ligt in de vaste route van verwoestende orkanen. De paar duizend eilandbewoners en de tweedehuis- bezitters kennen de risico’s, maar nemen ze voor lief. De kuststrook wordt ‘het kerkhof van de Atlantic’ genoemd, vanwege de vele schipbreuken in de afgelopen eeuwen. Dat er zoveel schepen met man en muis vergingen lag niet altijd aan het onstuimige weer.

Soms hielpen de eilanders, zeg maar beroepsstrandjutters, een handje mee. Oud trucje: bij zwaar weer breng je een paard naar het strand, bindt het een lampje rond de hals en laat het wat op en neer lopen, zodat het lamplicht blijft bewegen. De kapitein van een schip in nood denkt een veilig sein te zien en vaart recht op de zanderige kust af, met alle rampzalige gevolgen van dien.

De Deense schrijfster Karen Blixen (1885-1962), vooral bekend van haar memoires Out of Africa heeft eens gezegd: ‘De genezing voor alles is zout water: zweet, tranen of de zee’. Ik moet er aan denken als ik transpirerend en met de zoutsmaak van de branding nog in m’n mond in Kitty Hawk het hoge duin Kills Devil Hill op loop naar het monument voor de broers Orville en Wilbur Wright.

Frans Wijnands, Wright brothers

Zij waren de eersten die een vliegtuig met vaste vleugels en op motorkracht de lucht in kregen. In 1903, hier in dit duingebied van de Outerbanks. De broers hadden een fietsenfabriekje in Dayton, Ohio, maar raakten gefascineerd door de zweefvlieg-experimenten van een aantal Europeanen zoals Otto Lilienthal. Orville en Wilbur waren twee geniale, nieuwsgierige broers. Hadden wij ook, denk ik even chauvinistisch: Gerard en Anton Philips, Huub en Wim van Doorne, de DAF. Maar die bleven met beide voeten op de grond, terwijl de Wright-broertjes juist los van die aarde wilden.

Jarenlang namen ze thuis in Dayton proeven met zweeftoestellen en bouwden zelfs een windtunneltje: een twee meter lange buis met een ventilator. De broers – vaak afgebeeld in driedelig pak met stropdas en bolhoed – wisten precies wat ze zochten: een vliegtuigje met vaste vleugels en propellors dat op motorkracht bestuurbaar kon vliegen. Dat was, begin 1900, een even absurd, als ijdel droombeeld. Maar niet voor Orville en Wilbur Wright. Een vriend van hen, Charles Taylor, bouwde een lichtgewicht, luchtgekoeld 12 pk- motortje dat perfect in het ogenschijnlijk gammele tweedekkertje kon worden gemonteerd. Met dat experimentele toestelletje – in delen verpakt in kratten – reisden de broers van Ohio naar de hoge duinen van de Outerbanks, waar ze een paar jaar eerder al hun zweefvliegtuig hadden getest. Een ideale plek: afzondering, geen pottenkijkers en de harde wind die ze nodig hadden bij het opstijgen.

De Wadden anno 1900… Op 17 december 1903 was het zover. De eerste drie ‘vluchten’ duurden een handvol seconden. Maar de vierde keer was het raak. Het ranke toestelletje met een spanwijdte van 12 meter en 6 meter lang, bleef 59 seconden in de lucht en legde een afstand van bijna 260 meter af. Daarmee schreven de ‘bolhoed-broers’ luchtvaartgeschiedenis. Op een bijna windstille junidag sta ik op die kleine vlakte waar ze hun eerste vluchten uitvoerden Toen duinzand. Nu ingezaaid gras; het oudste vliegveld ter wereld. Een historisch stilleven, met hoog daarboven de strakke condensstrepen van een overvliegend straalvliegtuig…