Het Oekraïense voorjaarsoffensief vindt momenteel vooral plaats in Europese hoofdsteden. President Volodymyr Zelensky was de afgelopen weken in Helsinki, Den Haag, Rome, Berlijn, Parijs en maandag in Londen. Het offensief is een succes. Iedereen betuigde en bevestigde zijn steun en in Berlijn, Parijs en Londen hoorde de president dat nieuwe wapenleveranties op komst zijn.

In Aken nam hij de Karelsprijs in ontvangst, die verleend wordt aan personen met ‘grote verdiensten voor de Europese eenwording’.

In het vliegtuig naar huis zal Zelensky toch tevredener zijn over de wapenpakketten die hem zijn beloofd. De stops in Berlijn en Parijs waren in dit opzicht opmerkelijk productief. De relaties met beide landen waren niet optimaal. De steun uit Berlijn en Parijs kwam aanvankelijk schoorvoetend en met de nodige voorbehouden op gang. Bondskanselier Olaf Scholz en president Emmanuel Macron wilden het diplomatieke kanaal met Moskou openhouden en escalatie van de oorlog voorkomen. Dat valt te begrijpen, maar versterkte in Kiev de verdenking van slappe knieën en een buigzame ruggengraat.

Dat schijnt nu voorbij te zijn. Zelensky schreef in het gastenboek van de Duitse president Frank-Walter Steinmeier dat Duitsland een ‘ware vriend’ is en noemde het later een ‘betrouwbare bondgenoot’. Wat hij in Parijs over Frankrijk en tegen Macron heeft gezegd, zal van dezelfde strekking zijn geweest.

Het succes van Zelenksy’s toernee heeft zijn pendant in het optimisme aan het Oekraïense thuisfront. Het eigenlijke lenteoffensief moet nog beginnen maar iedereen, van de politieke tot de militaire leiding, heeft er het volste vertrouwen in. Wel waren ze zo verstandig om de verwachtingen terug te schroeven tot een realistisch niveau. Van het offensief mogen geen wonderen, lees de verdrijving van de Russen uit alle bezette gebieden inclusief de Krim, worden verwacht. Enige terreinwinst en het toebrengen van schade aan Russische mankracht, materiaal en moreel, zou al als een succes gelden.

Dat kun je zien als een impliciete erkenning dat het einde van de oorlog nog lang niet in zicht is. En mogelijk nog jaren kan duren.

Elke leunstoelstrateeg weet dat het verloop van een oorlog onvoorspelbaar is. Zijn de Russische troepen echt zo slecht, onervaren en gedemoraliseerd als men hier en daar aanneemt? Of hervinden ze, als ze in het defensief zijn gedrongen, hun vechtlust en nemen ze niet meteen de benen als ze onder Oekraïens vuur komen te liggen? Aan de andere kant van de loopgraaf: hoe goed zijn de verse Oekraïense rekruten en hoe goed kunnen ze omgaan met die verschillende westerse wapensystemen? En vooral, hebben ze genoeg munitie?

De leunstoelstrateeg weet ook dat je een oorlog wint of verliest aan het thuisfront. Althans in een democratie. Een dictator kan de stemming onder de bevolking lang negeren en manipuleren, ook omdat er geen vrije media zijn en de staatsmedia propaganda en leugens verspreiden. Pas als er teveel lijkkisten van het front arriveren en de families zich gaan roeren, is er reden tot zorg. Dat schijnt in Poetins Rusland nog niet aan de orde te zijn.

In een oorlog zijn er in een democratie eveneens grenzen aan de informatievoorziening. Er komen uit de Oekraïne wel berichten over beginnende oorlogsmoeheid en verminderde animo onder jongemannen om naar het front te gaan, maar hoe wijd verspreid en zorgwekkend dat is, valt niet van hier niet vast te stellen. Vooralsnog ziet het ernaar uit dat de bevolking in overgrote meerderheid niet van wijken wil weten.

Hoe ze zich zullen houden bij tegenslagen, als het offensief mislukt, vastloopt op de Russische verdediging en veel soldaten sneuvelen, weet natuurlijk niemand.

Bij de Westerse bondgenoten, het tweede Oekraïense thuisfront, zou de steun in dat geval wel eens kunnen gaan afbrokkelen. De mantra die nu nog soepel over de lippen van regeringsleiders rolt: ‘For as long as  it takes’, is dan niet langer vol te houden. De Britse politicoloog en Ruslandkenner Mark Galeoti waarschuwde zondag in het praatprogramma Buitenhof voor Oekraïne-moeheid in diverse hoofdsteden. Nog niet zichtbaar voor de buitenwereld, maar zeker achter de schermen sluipt de twijfel binnen. De oorlog wordt een logistieke uitputtingsslag en de eigen arsenalen dreigen leeg te raken. Bovendien, de miljarden die nu elke maand naar Kiev gaan, zouden ze liever voor eigen gebruik inzetten.

Volgend jaar zijn er in de VS presidentsverkiezingen waar president Joe Biden zich Donald Trump van het lijf moet zien te houden. Trump heeft beloofd ‘binnen 24 uur’ een einde aan de oorlog te maken. Zo snel zal het niet gaan, maar niet alleen de Oekraïners zullen wel bevroeden wat Trump van plan is. Vriend Vladimir in Moskou zal in zijn handen wrijven.

Galeoti liet doorschemeren dat in andere hoofdsteden het geduld langzaam begint op te raken. De interviewster verzuimde te vragen welke hoofdsteden dat zijn, maar we mogen aannemen dat Galeoti Berlijn en Parijs bedoelde. Zo snel mogelijk weer business as usual met Moskou staat daar hoog op de agenda.  En dat betekent toenemende druk op Kiev om te gaan onderhandelen. Volgens berichten in de Amerikaanse pers willen Berlijn en Parijs Kiev tot het najaar de tijd geven. Maar als de situatie politiek en militair niet voldoende perspectief biedt, zou het voor Scholz en Macron moeilijk worden de steun aan de eigen bevolking te verkopen.

Veel zo niet alles hangt af dus van het komende offensief. En als het mislukt, hoe ook gedefinieerd, moeten de Oekraïners zich bij alle warme Westerse woorden voorbereiden op koude en eenzame tijden.