Premier Mark Rutte en minister van Financiën Sigrid Kaag hebben deze week een rondgang gemaakt langs de oppositiefracties. Zij probeerden steun te verwerven voor hun financiële voornemens. Volgens het regeerakkoord – nog geen half jaar oud – werkt het kabinet immers aan  een ‘nieuwe bestuurscultuur’. Er moet een politiek komen ‘waarin verschillen worden overbrugd in plaats van uitvergroot’.

Zou dat echt de bedoeling zijn? Rutte en Kaag – tevens de twee belangrijkste partijleiders uit het regeringskamp– sjokten afgelopen dagen gedwee door het Kamergebouw. Ze dronken braaf de hun aangeboden kopjes koffie en Rutte sprak na afloop steeds van ‘een goed gesprek’ en blikte vertrouwenwekkend in de camera. Maar heeft het tweetal ook daadwerkelijk geluisterd?

Nieuwe inzichten heeft hun tournee in elk geval niet opgeleverd. Het kabinet houdt zoveel mogelijk vast aan zijn eigen plannen. De oppositiefracties reageerden zwaar teleurgesteld. Een beetje wereldvreemd (als het geen spelletje is). Wat hadden ze eigenlijk anders verwacht? Dat Rutte opeens een ander mens zou zijn geworden? Zouden ze die onzin uit het regeerakkoord werkelijk geloofd hebben?

Natuurlijk moet het kabinet vroeg of laat met iemand zaken doen, want in de Eerste Kamer heeft de coalitie geen meerderheid. Ze komt er zes zetels tekort en krijgt zonder steun uit de oppositie geen wet meer in het Staatsblad. Het ontbreken van draagvlak in de senaat was dan ook veruit de belangrijkste, zo niet de enige reden dat Rutte en Kaag hun oor zogenaamd te luister legden.

Maar heel veel concessies zullen er niet komen. Vermoedelijk krijgt de combinatie PvdA/GroenLinks een paar brokjes toegeworpen, maar als ze daar hun neus voor optrekt is er altijd nog een alternatief. Ook JA21 heeft voldoende zetels om wetsvoorstellen in de senaat aan een meerderheid te helpen. De ‘linkse wolk’ kan beter pakken wat ze te pakken kan krijgen, want anders gaat de buit naar (extreem)rechts. Dan staat ze – zoals gebruikelijk overigens – met lege handen.

De met zoveel bombarie geïntroduceerde nieuwe bestuurscultuur, vol transparantie en dualisme, blijkt maar weer eens enorme flauwekul. Partijen die er op een haar na driehonderd dagen over hebben gedaan om het eens te worden, gaan echt niet hun wapens uit handen geven nu ze het een beetje moeilijk krijgen. Sterker nog: hoe lastiger het kabinet het krijgt, hoe dichter de vier vermoedelijk naar elkaar toe zullen kruipen. Dat geldt zelfs voor partijen die eigenlijk helemaal niet met elkaar wilden regeren. Als puntje bij paaltje komt hebben zij maar één belang: de oppositie uit elkaar spelen.