Dat de VVD-senaatsfractie instemt met de spreidingswet voor asielzoekers, ofwel de ‘dwangwet’, heeft heel wat emotionele reacties teweeggebracht. ‘Mijn hemel!’ riep PVV-leider Geert Wilders gisteravond, na het bekend worden van het nieuws, nogal melodramatisch uit. En vandaag lichtte hij toe dat er ‘een groot probleem’ voor de kabinetsformatie is ontstaan.

Zou het? Ik denk dat dat wel meevalt.

Immers: alternatieven zijn er niet. De PVV mag dan veruit de grootste zijn geworden bij de verkiezingen, ze heeft te weinig zetels om zelf een regering aan het werk te zetten. De vorming van Wilders I (of Plasterk I, of in elk geval een kabinet met extreemrechts) is niet mogelijk zonder VVD. Of Wilders zou erop moeten gokken dat  nieuwe verkiezingen tot een vergelijkbare of zelfs betere uitslag voor zijn partij leiden. Mij lijkt dat onwaarschijnlijk. Wilders gokt liever niet, zeker niet nu hij de buit bijna binnen heeft. Hij zal toch niet het risico willen lopen dat Timmerfrans de nieuwe verkiezingen wint en straks het Torentje mag betrekken?

Ik vermoed dat Wilders alleen maar probeert de onderhandelingspositie van zijn partij in de formatie wat te versterken. VVD-leider Dilan Yeşilgöz hoeft daarom niet in paniek te raken. Zij kan erop wijzen dat democratische spelregels nu eenmaal met zich meebrengen dat een senaatsfractie eigenstandige beslissingen neemt. Wel duidelijk spreken, Dilan, want Wilders lijkt me ondanks al zijn gebral over het Volk niet zo’n democratie-fan. Of Yeşilgöz de betreffende woorden geloofwaardig naar voren kan brengen is overigens de vraag, want zelf lijkt ze me ook niet zo’n topdemocrate. Maar misschien vergis ik me.

Dat Yeşilgöz zelf problemen ondervindt van de gang van zaken waag ik ook ter discussie te stellen. Ik geloof niet dat ze daardoor erger in de knel is gekomen dan ze toch al was. Yeşilgöz is bepaald niet populair, en dat zal ze door het eigenmachtige stemgedrag van haar Eerste Kamerfractie ook niet worden. Anderzijds: de gemiddelde VVD-stemmer was (volgens een peiling) in meerderheid voorstander van de spreidingswet, dus deze ‘gevoelige klap’ zal ze ook wel weer overleven.

Dat wil zeggen: als er nieuwe verkiezingen komen zal ze ongetwijfeld het veld moeten ruimen. Tot die tijd durft de VVD het naar verwachting niet aan haar weg te sturen.

Trouwens, wat had Yeşilgöz anders moeten doen? Stel dat ze had gezegd: luister hier senatoren. Jullie stemmen braaf tegen deze wet. Dat is de partijlijn. In de Tweede Kamer hebben we ook tegengestemd. Dat het kabinet vóór is, en ik als demissionair minister van Justitie dus eigenlijk ook, doet niet ter zake. Het kabinet is van vóór de verkiezingen.

Stel eens dat het zo was gegaan. En stel dat het bekend was geraakt. En het wás bekend geraakt, want een lid van de liberale Eerste Kamerfractie was vast en zeker naar de pers gelopen. Wat zou dan de reactie zijn geweest, zeker in linkse kring, waar ze nu van leedvermaak niet meer bijkomen?

Antidemocratisch! Senaatsfracties maken hun eigen afwegingen! Schandalig!

Nou ja, van Wilders zou ze in dat geval wat minder last hebben gehad.