Daar zat ik dan, op mijn hurken, met de emmer, die de boer mij had gegeven, om van zes tot acht uur in de ochtend sperziebonen te plukken. Aan het einde van de rij sperzieboonplanten stond een groentekist waarin ik mijn geplukte bonen moest storten. Mijn broek en hemdsmouwen werden kletsnat van de ochtenddauw, kluiten modder onder mijn schoenen. Zeurende rug, protesterende knieën. Na een uur stortte ik de volle emmer leeg in de kist. Beteuterd keek ik naar het dunne laagje bonen op de bodem. Mijn leeftijdgenoten van een jaar of vijftien, voornamelijk meisjes, plukten een volle kist per uur. Na vijf dagen betaalde de boer uit, een rijksdaalder per kist. De meesten gingen met Fl 25 naar huis, ik met Fl 8,75.

Een vriend had voor ons beiden een baantje bij de glasfabriek in Schiedam geregeld. Zeventien waren we. In een schemerige hal moesten we kartonnen dozen in elkaar zetten. Daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben, maar af en toe kwam de bedrijfsleider langs om ons op te jutten. Door het schuren van het karton begonnen onze nagelriemen pijn te doen en snakten wij naar een ogenblik rust. ‘Mogen we gaan lunchen?,’ vroegen wij om twaalf uur. De bedrijfsleider wees naar mij en zei: ‘Eerst jij en na een half uur hij.’ ‘Je kan mijn zak opblazen, ik ga naar huis,’ zei mijn vriend en gooide de doos waarmee hij in zijn handen stond voor de voeten van de bedrijfsleider. Omdat ik “mijn zak opblazen” niet zo zag zitten, hield ik het op: ‘En ik ga ook.’

Met een stel klasgenoten werkte ik in een kerstvakantie van tien uur ’s avonds tot zeven uur ’s ochtends als postsorteerder bij de PTT in het centrum van Rotterdam. In de grote hal werd de post aangevoerd uit alle delen van de stad en gestort in een bak: de bunker. Daar stond je de hele nacht op je benen om de post bijeen te rapen en spataderen te kweken.

Op de afdeling stond de Transorma, een machine waarmee de vaste krachten enveloppen sorteerden. Om tien uur ging de Transorma aan, door de hal klonk een ijl gezoem, dat je na een poos niet meer hoorde. De sorteerders mochten een uur eerder naar huis vanwege het afstompende werk. De machine werd uitgezet waarna je merkte hoe vermoeiend dat ijle gezoem de hele nacht aan je hoofd was geweest.

Ik voel mij bevoorrecht dat ik een leuk vak heb mogen en kunnen leren, maar heb respect gekregen voor de ongeschoolde werkers, die niet zelden rotklussen opknappen, die ik niet zou willen doen.