Rutte IV begint volgende week aan zijn begrotingsbesprekingen. Een jaarlijks terugkerend festijn, waarvan de resultaten pas op Prinsjesdag bekend worden gemaakt. Nieuwsgierigen hoeven overigens niet zo lang te wachten, want ongetwijfeld zal de boel opnieuw uitlekken. Het staatshoofd heeft op de derde dinsdag van september al heel lang geen echt nieuws meer te melden gehad.

Het veruit grootste deel van het kabinetsberaad zal wel besteed worden aan de koopkracht. Steeds streven de ministers ernaar de inkomenseffecten van het beleid zo eerlijk mogelijk over de bevolkingsgroepen te verdelen. Dat leidt tot de zogeheten koopkrachtplaatjes. Daarin staat tot achter de komma hoeveel elke categorie er het volgende jaar op vooruit- of achteruitgaan. Modale gezinnen met twee kinderen: plus 1,5 procent. Gepensioneerde alleenstaanden: min 0,5 procent. Enzovoort.

Iedereen die twee seconden nadenkt snapt dat deze voorspellingen niet kúnnen kloppen, zeker niet met een dergelijke exactheid. Koopkrachtplaatjes komen nooit uit. Net zomin trouwens als de ramingen van het Centraal Planbureau die eraan ten grondslag liggen. Het planbureau stelt zijn ramingen voortdurend bij wanneer er sprake is van nieuwe ontwikkelingen. En het mag duidelijk zijn dat zich in elk tijdvak nieuwe ontwikkelingen voordoen. Dit jaar zijn die trouwens wel heel heftig. Wie had in 2021 kunnen voorzien dat Rusland Oekraïne zou binnenvallen?

Dat neemt niet weg dat er wel iets aan de hand is. Het kabinet zal met maatregelen moeten komen om de gevolgen van de torenhoge inflatie in elk geval enigszins te dempen. Door de pogingen om Rusland te straffen hebben we ons een gasboycot op de hals gehaald. Geen normaal denkend mens zal daartegen zijn, maar de consequentie is wel dat heel wat gezinnen de energierekening niet meer kunnen betalen. Het kabinet zal hiertegen iets moeten ondernemen.

Die maatregelen zullen geld kosten, heel veel geld. De schatkist kan zich dat alleen verschaffen door de belastingen voor het bedrijfsleven te verhogen, terwijl het weet dat ook het bedrijfsleven zucht en kermt onder de enorme inflatie.

VVD en CDA zullen dan ook proberen te beknibbelen op de financiële extraatjes. De andere twee coalitiepartners zullen juist eisen dat er meer gebeurt. Het eindresultaat zal wel ergens in het midden uitkomen, een compromis waarmee niemand echt tevreden is.

Tegelijkertijd weten de regeringspartijen wat de oppositie straks zal roepen. Namelijk dat de overheidssteun niet meer is dan een druppel op de gloeiende plaat. Ze zullen met alternatieven komen, al naar gelang hun politieke richting. Vermoedelijk zullen die alternatieven in elk geval één ding gemeen hebben. Zij gunnen de bevolking veel meer, zo niet het dubbele van waarmee het kabinet komt. Dus twee druppels op een gloeiende plaat.