Albert Heijn is per 1 januari gestopt met de verkoop van sigaretten. Vapes en e-liquids met smaakjes als cola, perzik, suikerspin en mango om jongeren verslaafd te maken, mogen niet meer van de Rijksoverheid. De accijns op tabak wordt extra verhoogd. Campagnes tegen het roken gaan door. Niemand kan zeggen: ik wist nergens van.

Veertien jaar was ik, toe ik mijn eerste sigaret opstak. Ik weet nog precies waar: voor de deur van Vroom & Dreesman op de Pleinweg in Rotterdam-Zuid. Mijn vriendje had er twee van zijn vader gepikt en toverde ze onverwacht tevoorschijn, met een doosje lucifers, ook gepikt. Het smaakte goor, maar wat voelden we ons stoer. Een week later pikte ik, midden in de nacht, twee sigaretten uit het pakje, dat mijn vader op de salontafel had laten liggen. Hij rookte Alaska, een mentholsigaret. We staken ze op in het fietsenhok bij de school en waren verrast. Die mentholsmaak, jemig, lekker was anders, maar goor? Nee, dat ook weer niet. Het was het begin van een periode van tien jaar roken.

Ik had wel eens gehoord, dat roken niet goed was voor je uithoudingsvermogen, maar de leus “Het is geen man die niet roken kan” had meer invloed. Op verjaardagen stonden de sigaretten uitnodigend op tafel, de gezelligheid nam evenredig toe met de rookwalm in de huiskamer. Leraren rookten voor de klas, dokters in hun spreekkamer, politici op de teevee. In de bioscoop zagen we de Marlboro-man, een stoere cowboy te paard, die starend in de verte een sigaret opstak en met zichtbaar genot de rook inhaleerde. Hoezo roken slecht voor je?

Halverwege de jaren zestig hoorde ik de arts Dr. Meinsma op de teevee zeggen: ‘Ik kan het niet aantonen, maar het valt mij op dat van de mensen die longkanker krijgen het merendeel roker is.’ Zijn waarschuwing sloeg bij mij in als een bom. Toch bleef ik roken. Heerlijk. Na een wandeling in de wind, na het eten, bij een glas bier, ja wanneer niet eigenlijk, maar de waarschuwing van Dr. Meinsma bleef in mijn achterhoofd rondgaan en hij heeft gelijk gekregen. Rokers die overleden zijn aan longkanker, ik heb ze gekend. Rokers met COPD bij wie de longen zijn beschadigd en adem tekort komen, ik zie ze om mij heen.

De dag dat ik in militaire dienst moest naderde. In gedachte zag ik mijzelf puffend en hijgend door het mulle zand tijgeren. Met dat vooruitzicht en door de waarschuwing van Dr. Meinsma stopte ik op 1 december 1968  met het roken van zo’n veertig sjekkies per dag. Nooit meer een peuk opgestoken.