De nieuwe Duitse regering is nog niet formeel in functie en ze staat al meteen voor haar eerste grote buitenlandse vuurproef. Hoe gaat de regering van kanselier Olaf Scholz zich opstellen in de Oekraïne-crisis? Blijft de coalitie van sociaaldemocraten, Groenen en liberalen, de lijn volgen van bijna ex-kanselier Angela Merkel of kiest ze een eigen, minder voorspelbare koers?

Bij Merkel wist iedereen waar hij aan toe was. De kanselier opereerde behoedzaam, zoals in elke crisis. Aftasten wat mogelijk was, zo min mogelijk risico nemen en rekening houden met de belangen en gevoeligheden van de andere partij, in casu Moskou. Merkel was de ultieme Realpolitiker, ook of juist tegenover president Vladimir Poetin. Dankzij haar achtergrond, – ze is opgegroeid in de voormalige DDR en spreekt goed Russisch -, haar ervaring en ongeëvenaarde dossierkennis slaagde ze erin de vorige grote Oekraïne-crisis te bezweren.

In die 16 jaar dat ze in het Kanzleramt zat, is de wereld zo aan die even pretentieloze als effectieve stijl gewend geraakt dat we niet meer beseffen hoe uitzonderlijk het is.

Toen de eerste grote Oekraïne-crisis uitbrak, zeven jaar geleden met de annexatie van de Krim en de bezetting van de oostelijke Oekräine, kende de internationale verontwaardiging geen grenzen. Moskou moest afgestraft worden. Militair ingrijpen was niet mogelijk, niemand wilde een oorlog riskeren voor Kiev, maar aan sancties was geen gebrek. Niet dat Poetin en co daarvan in de war raakten, maar dat wist men op voorhand. Sancties dienen uiteindelijk om de eigen machteloosheid te maskeren en de eigen moraliteit te bevredigen. Het schuldgevoel tegenover Kiev werd afgekocht met economische steun en de verzekering dat men het land niet in de steek zou laten.

Het enige concrete resultaat in al die hectiek was het door Merkel tot stand gebrachte verdrag van Minsk, een staakt het vuren dat de Oekraïners enig adempauze gaf maar sindsdien om de haverklap is geschonden.

Er was een land dat niet uit volle borst meezong in dat koor van verontwaardigden. Uitgerekend in Merkels Duitsland betrad een nieuw fenomeen het toneel: de ‘Putin-versteher’. De Putin-versteher had niet alleen begrip voor de acties van de Russische president, maar, jawel, ook sympathie. Hij is meestal links, Groen of sociaaldemocraat, maar je treft hem net zo goed aan in meer rechtse kringen. Hij beslaat het hele politieke spectrum.

Er zijn in de loop der jaren diverse pogingen gedaan om het fenomeen te verklaren. Het zou een mengeling zijn van schuldgevoel, de bezetting en terreur in beide wereldoorlogen; angst, voor de grote ‘Russische Beer’; sentimentaliteit, de Duits-Russische ‘zielsverwantschap’; en een gedeelde afkeer van het westerse kapitalisme. Hoe het ook zij: Rusland krijgt meestal het voordeel van de twijfel, terwijl de VS vaak gewantrouwd wordt.

De vraag is nu uiteraard: wie gaat in de nieuwe regering zijn stempel drukken op het Rusland-beleid? Wordt de lijn-Merkel in enigerlei vorm voorgezet of krijgen de Putin-versteher een grotere stem in het kapittel? Dat wordt in Westerse hoofdsteden, met name in Washington, en natuurlijk in Brussel, met enige bezorgdheid in de gaten gehouden.

In het regeerakkoord van de nieuwe coalitie zegt men een op waarden gebaseerde buitenlandse politiek na te streven, kortom, meer nadruk op mensenrechten. Hier kan je de hand van de Groenen in herkennen. Hoe dat in de morsige praktijk uitpakt, en vooral in crises, is (nog) onduidelijk. Groots en meeslepend doet het goed op papier, maar de uitvoerbaarheid is meestal een heikel punt. Het loopt zelden als gepland. Soms kan dat gecompenseerd worden door ervaring en expertise. En juist hier wringt de schoen.

Van de nieuwe bondskanselier wordt gezegd dat hij geen last heeft van zelftwijfel. Zoals Scholz zelf heeft verklaard: ‘wie bij mij leiderschap bestelt, krijgt het’. In de binnenlandse politiek zal dat waarschijnlijk wel lukken. Scholz was burgemeester van een grote stad, Hamburg, en een paar keer minister, waaronder minister van financiën in het laatste kabinet-Merkel. Hij is dus gepokt en gemazeld al liep het niet altijd op rolletjes. Maar in de buitenlandse politiek moet hij zijn sporen nog verdienen.

Dat geldt nog sterker voor de nieuwe minister van buitenlandse zaken, Annalena Baerbock (Groenen). Zij heeft letterlijk nul bestuurservaring. Nu is buitenlandse politiek in Berlijn vooral ‘Chefsache’, dwz. het domein van de kanselier. Baerbock zal in de ‘grote politiek’ voornamelijk figureren. Andere regeringsleiders zullen in een crisis altijd eerst de collega in het Kanzleramt bellen. Het is dus te hopen dat de regeringsleider van het belangrijkste land in de EU de zaken snel oppikt.

Hij zal daarbij aangewezen zijn op goede adviseurs en zich van rugdekking moeten verzekeren van prominente partijgenoten. Hier treedt meteen een complicatie op. De tweede man van de SPD, de machtige fractievoorzitter in de Bondsdag Rolf Mützenich, wordt gerekend tot de Putin-versteher en heeft in de fractie en de partij veel medestanders. Scholz kan als onverwachte winnaar van de Bondsdagverkiezingen momenteel geen kwaad doen, maar wittebroodsweken duren bij de SPD nooit lang. Bovendien, Scholz was nooit populair bij de achterban. De leden wilden hem een paar jaar geleden niet als partijvoorzitter en politiek leider. Kanzlerkandidat mocht hij worden bij gebrek aan beter. Hadden ze volgens boze tongen meteen een zondenbok om de verwachte nederlaag op af te schuiven.

Zolang de crisis aan de Oekraïense grens niet uit de hand loopt, hoeven de bondgenoten een Duitse Alleingang niet te vrezen. Maar als het onverhoopt uitloopt op een harde confrontatie met Moskou, wordt het spannend. En dan zal Scholz moeten bewijzen dat hij een waardig opvolger van Merkel is.