Jaren geleden sprak ik een wijs man die me vertelde dat er problemen zijn die niet opgelost kunnen worden. Bij nadere uitleg bedoelde hij dat een definitieve oplossing niet tot de mogelijkheden behoorde. Reageren, improviseren, handelen naar bevind van zaken en accepteren dat elke oplossing tijdelijk zou zijn. En het beste ervan hopen. Meer was niet mogelijk.

Het gesprek ging over het Midden-Oosten en met name het Israelisch-Palestijns conflict. De belangenconflicten, de culturele,  religieuze en sociale tegenstellingen zouden nooit bevredigend opgelost kunnen worden. Buitenstaanders moeten vooral niet denken dat zij de zaak wel kunnen fiksen. Het was geblinddoekt lopen door een mijnenveld en een verkeerde stap kon fataal zijn. Er mee leren leven, dat was het enig haalbare.

Later bedacht ik dat zijn opmerkingen ook een meer algemene strekking hadden. We willen het in het Westen vaak niet waar hebben, maar voor de meeste problemen zijn er geen pasklare oplossingen. Zelfs in de relatief overzichtelijke binnenlandse politiek lukt het niet, laat staan in de grote boze buitenwereld waar chaos en anarchie de normale gang van zaken zijn.

Betekent dit dat je alles op zijn beloop moet laten? Zelfs niet moet proberen een oplossing te zoeken? Natuurlijk niet, maar het betekent wel dat je geen illusies moet hebben over de duurzaamheid van oplossingen en vaak genoegen zal moeten nemen met de halve – en soms minder dan dat -, oplossing. Dat is voor een samenleving waarin het risico zoveel mogelijk wordt uitgebannen en iedereen aanspraak maakt op een rimpelloos bestaan een bijna ondoenlijke opgave. (Zo kan ie wel weer, dominee.)

Afgelopen week sloten de EU-landen een akkoord over migratie. Daar was acht jaar over gesteggeld en vrijwel niemand zag er nog een gat in, maar nu lag er eindelijk een compromis. Niet ideaal en de twijfels over de uitvoerbaarheid zijn gerechtvaardigd. Uiteraard was er kritiek, maar over het algemeen vond men het een ‘stap voorwaarts’. Zelfs D66 en de ChristenUnie die een ruimhartiger beleid voorstaan dan coalitiegenoten VVD en CDA, konden er mee leven.

Zondag waren minister-president Mark Rutte, EU-voorzitter Ursula von der Leyen en de Italiaanse premier Giorgia Meloni in Tunesië om een migratiedeal met president Kais Saied te sluiten. Zoals dat gaat en ook zondag ging, heeft zo’n deal het karakter van een koehandel. Als het doorgaat, verplicht de president zich de migratie in te dammen en in ruil daarvoor krijgt hij een enorm pak poen (ruim 1 miljard). Fraai is het niet maar op de veemarkt ruikt het zelden lekker.

Er waren zorgen of de president, een potentaat, de mensenrechten wel zou respecteren. Rutte en co verzekerden dat ze het naleven van de afspraken scherp in de gaten zouden houden. Maar wie denkt dat dit aspect minder zwaar weegt dan voorkomen dat mensen in half lekke bootjes stappen, heeft vermoedelijk geen ongelijk. De Tunesië-deal lijkt erg op de Turkije-deal en niemand zal beweren dat president Recep Tayyip Erdogan zwaar tilt aan mensenrechten.

Dat is ook iets waar vooral links steeds weer aan moet wennen. Een paar RoodGroene Europarlementariërs vond de deal al meteen ‘gênant’. Tja, soms moet je zaken doen met lieden die je liever niet de hand schudt.

Samen vormen het EU-akkoord en de aanstaande Tunesië-deal een pakket dat je tot de halve oplossingen moet rekenen. Want we moeten vooral niet de illusie hebben dat dit de migratiestromen daadwerkelijk kan indammen. De toestroom nog net zo beheersbaar houden dat het draagvlak in eigen land niet bezwijkt, zou al een succes zijn. (Uiteindelijk gaat het om dat binnenlandse draagvlak. Alle hooggestemde frases over mensenrechten etc ten spijt.)

Migratie laat zich nooit indammen. Alle voorgestelde oplossingen, van muren en hekken tot opzeggen van vluchtelingenverdragen en Turks-Tunesische deals, zullen mensen die oorlogen, droogte, honger en andere ellende willen ontvluchten, nooit tegen kunnen houden. Dat is nooit anders geweest. Geert Wilders en Thierry Baudet willen er niet aan, maar elk land is een migratieland. Geen enkele bevolking is ooit voor de volle 100 procent homogeen en is dat nooit geweest. De VS beroemen er zich zelfs op een immigratieland te zijn. En je kunt niet ontkennen dat ze er ondanks alle bijbehorend ongemak en soms moeizame integratie en assimilatie van minderheden wel bij hebben gevaren.

Allemaal goed en wel, zult u zeggen, maar teveel nieuwkomers kunnen we niet aan. Draagvlak, weet je nog? Daar heeft u helemaal gelijk in. Daarom zoeken we voortdurend naar wegen om de migratie binnen de perken te houden. Daarbij wordt geen gedachte-experiment geschuwd.

Er zijn deskundigen die denken dat we door het verbeteren van de levensomstandigheden ter plekke de mensen kunnen weerhouden van een levensgevaarlijke expeditie naar de Europese vleespotten. Misschien lukt dat in gebieden waar er nog enig perspectief is, een economie zich kan ontwikkelen en die enigszins redelijk, zonder alles ondermijnende corruptie, worden bestuurd. Maar zelfs als dit mogelijk zou zijn, zijn die landen en regio’s in de minderheid. Er zijn teveel hele en halve failed states om voor het Westen met zijn goede bedoelingen het verschil te kunnen maken. Nog afgezien van het niet onbelangrijke feit dat de benodigde miljardeninvesteringen binnenlands moeilijk te verkopen zullen zijn.

Er zijn nu wereldwijd naar schatting 80 tot 100 miljoen mensen op drift. Verreweg de meesten blijven in de eigen regio en een betrekkelijk kleine stroom zal richting Europa trekken. Daar zullen we de komende jaren de handen vol aan hebben. Met op zijn best halve oplossingen die niemand helemaal tevreden zullen stellen.