hondenleven Stassen

Routine is leuk. Dagelijkse gewoonten en de volgorde ervan geven je houvast. Je weet wat de dag zal brengen. Er zijn geen verassingen geen vervelende wendingen. Dus vertrok ik zoals elke voorgaande dag na het ontbijt met mijn fietskar gevuld met hond naar mijn vertrouwde wandelgebied. Onderweg met de drie honden de gebruikelijke taferelen. Van een langsrijdende auto ging een portierraam naar beneden. Een breed lachende dame nam een foto. Iets verderop stond een jonge knul langs de wegkant mij te filmen. Mensen worden doorgaans vrolijk wanneer ze ons in de gaten krijgen. Er wordt gewezen, gegrinnikt, je wordt begroet. Het fenomeen van die farang (Westerling) die drie honden vervoert met zijn cargobike wekt nog steeds aandacht. Ik vind het prima. Ik koester in stilte de hoop dat mijn voorbeeld ooit navolging krijgt, dat ook hun kwispelende metgezellen een beetje meer aandacht en liefde krijgen.

De golden retriever Lateh stond de hele rit rechtop. Met zijn kop buitenboord keek hij gefascineerd naar het onder de fietskar verdwijnende wegdek. Bijna niets kon hem hiervan afleiden of er moest een agressieve zwerfhond komen aanstormen. Dan hoor je hem diep grommen. Een robbertje vechten daar heeft hij altijd wel zin in. Bovendien wil hij de twee medepassagiers (teefjes) beschermen of, is een stoere indruk maken de echte motivering?  In het midden zat het jonge zwarte teefje Coffee. Ze was zoals steeds hyperenthousiast, nerveus, nieuwsgierig en keek regelmatig achterom naar mijn op-en-neergaande knieën. Ze likte aan mijn handen en apprecieerde het geruststellend aaien over haar hoofd. Haar duidelijk maken dat het stilhouden van mijn knieën consequenties had voor de vooruitgang lijkt me onmogelijk. Het oudere Bangkaew teefje Mokka zat stoïcijns en onbeweeglijk voor zich uit te staren. Niets kon haar uit het lood slaan. Natuurlijk was ze dolblij met het uitstapje maar als dame van leeftijd toon je dat niet, toch?

Eenmaal het wandelgebied bereikt schonk ik hen de vrijheid. Wat is er leuker dan rondrennen, overal tegen aanplassen en je gevoelige hondenneus in stelling brengen? Ik fiets dan rustig achter hen aan en laat hen het tempo bepalen. Elke morgen opnieuw word ik begeleid door zalige landelijke stilte, deugddoend en helend. Wie heeft die luxe nog denk ik dan, bofkont die je bent? Watervogels alom. Onlangs vloog er een witte reiger op, op… nauwelijks drie meter afstand denk ik.

De honden werkten intussen hun eigen programma af. Een dropping hoort daar bijvoorbeeld ook bij. Coffee schuurt dan nog even met haar achtersteven door de berm. Zo krijg je propere hondenbilletjes. In het veld links van de weg stond een rund, interessant! Dat beest even de schrik op het lijf jagen, leuk. Ik zag haar dat al vaak doen. Geen gedrag dat ik wens aan te moedigen maar ach dan maken die bende vegetariërs ook eens wat mee. Dit exemplaar bleef echter onbeweeglijk staan. Coffee hield halt op een voor haar veilige, vluchtbare afstand en wachtte af. Dit was duidelijk een nieuwe situatie voor haar. En ja de koe (of was het een stier) wilde ook wel iets beleven en schoot als een speer uit de startblokken. Ik heb een rund nog nooit zo hard zien rennen. Met haar lange poten maakte ze een enorme vaart. Coffee, nochtans ontzettend snel, rende voor haar leven.

Het beest sprong op het veldpad en keek ons doordringend aan, tenminste zo interpreteerde ik het. Even had ik een déjà vu. (Bijna drie jaar geleden ontmoette ik een pratende vogelverschrikker niet zover hier vandaan zie link beneden). Tropenzon dat is geweten, kan vreemde en ondefinieerbare dingen doen met het menselijk brein. Ik heb trouwens van horen zeggen dat het niet zo best afgelopen is met die vogelverschrikker alias Hoenlaika de veldwachter van Baan Pu. Zijn onderstel zou (zo beweert men) volledig vermolmd door termieten in mekaar gestuikt zijn zodat ie pardoes omviel. Daar eindigde zijn carrière dus. Verwacht hier in deze contreien vooral geen respect voor iemand met een dergelijke staat van dienst… maar dit dus even terzijde.

Schofthoogte 1,70 m. minstens en daarboven die indrukwekkende gehoornde runderkop staat je daar aan te kijken en je vraagt je af, wat wil dat beest nu? Ik durfde mijn ogen niet laten zakken naar het gebied waar vastgesteld kon worden of het een het, een zij of een hij was. Het beest zou het als een belediging kunnen opvatten wanneer er naar zijn/haar genitaliën gestaard werd. Hier eeuwig blijven staan leek me geen optie, we moesten verder. Daarom reed ik resoluut en onvervaard met mijn bakfiets recht richting de hoorndrager, maar met elke meter dichterbij werd het beest nog groter. Een gigantische berg “entrecôte, ossenhaas, cote a l’ost en T-bone steaks op 4 poten maar niet van plan om te wijken. Tot ik genaderd was tot op minder dan een meter en het/zij/hij wellicht mijn adem had geroken (vergeten mijn tanden te poetsen!) en schichtig opzij sprong. Oef, gevaar geweken! Nee, toch niet want daar sprong het dier opnieuw vanuit het lager gelegen veld op het pad en kwam in een drafje achter ons aan. Ik besloot te versnellen en de honden renden langs mijn bakfiets zo hard ze konden. Achterom kijkend bij de volgende bocht zag ik dat we terrein gewonnen hadden.

De hoofdpersonages met links het racende rund en rechts Lateh, Mokka en Coffee met de goed geacteerde onschuldige blik

In de tegenrichting kwam een man op een motorfiets. Bij het kruisen hoorde ik hem “woeah” mompelen. Woeah is koe (” krating” = stier) in het Thais. Dus ik begreep dat het de koewachter van dienst moest zijn. Een slordige koewachter bovendien want normaal laat men hen grazen aan een lang vastgeklonken touw. Dat touw was er wel degelijk maar was losgeslagen.

En de held der Lage Landen, ik dus, had zich door een koe de stuipen op het lijf laten jagen. Bijgevolg geen geschikt scenario voor een actiefilm uit Hollywood. Goed, dan zal ik het hier maar publiceren.

 

De veldwachter van Baan Pu