In het nog gloednieuwe kabinet zal een zucht van verlichting zijn geslaakt toen Mona Keijzer liet weten dat ze haar Kamerzetel niet opeist. Ze had dat best kunnen doen, want doordat CDA-leider Wopke Hoekstra naar het ministerie van Buitenlandse Zaken vertrekt komt er een plekje vrij in de volksvertegenwoordiging.

De ex-staatssecretaris van Economische Zaken werd in september ontslagen wegens wappie-uitspraken in De Telegraaf. Ze stond prominent (nummer 7) op de kandidatenlijst van haar partij, dus gaan zetelen als Kamerlid was geen enkel probleem geweest. Maar Keijzer heeft dus besloten dat ‘voorlopig’ achterwege te laten. Misschien bedenkt ze zich als er straks weer een CDA-Kamerlid afhaakt, maar de regeringscoalitie blijft tot nader order uit 77 Kamerleden bestaan.

Dat is een meerderheid, zij het geen hele ruime. De vier coalitiepartners konden aanvankelijk bogen op 78 Kamerleden, maar doordat Pieter Omtzigt het CDA verliet ging er eentje vanaf.

Premier Rutte en zijn team zullen dan ook goede maatjes moeten blijven met de oppositie. Ik bedoel met het deel van de oppositie dat met een heleboel slagen om de arm als ‘bevriend’ kan worden aangemerkt. Dat zijn de SGP en Volt (samen 6 zetels) en tot op zekere hoogte de PvdA en GroenLinks (samen 17). De rest van de oppositiefracties bestaat uit hele en halve populisten en zal als het bijvoorbeeld gaat om het klimaatbeleid hoe dan ook tegen vrijwel alles stemmen wat het kabinet voorstelt.

Het bovenstaande geldt alleen voor de Tweede Kamer. In de senaat hebben de vier regeringspartijen sowieso geen meerderheid. Ze komen niet verder dan 32 zetels, terwijl er voor de helft plus één zetel 38 nodig zijn. Dat aantal valt bij stemmingen over wetsontwerpen alleen te bereiken als PvdA en/of GroenLinks akkoord gaan, of als het kabinet een deal weet te sluiten met een toereikend groepje populisten. Helemaal onmogelijk is dat laatste niet, want de ‘fractie Nanninga’, in de Tweede Kamer JA21 geheten, vaart een zogeheten realistische koers. Daarmee bedoel ik dat deze senatoren (7 zetels) bereid zijn hun principes overboord te gooien als dat wat oplevert.

Deze situatie blijft op zijn minst voortduren tot juni volgend jaar, als er een nieuwe senaat aantreedt. En vermoedelijk ook nog daarna, want ik zie VVD, D66, CDA en ChristenUnie dan samen geen 38 zetels halen.

Natuurlijk, Rutte is het wel gewend, regeren zonder draagvlak in de senaat. Met zijn eerste drie kabinetten was het doorgaans niet anders gesteld. Toch lijkt het me geen pretje, altijd te moeten voortsjokken zonder vooraf te weten of je wel voldoende vriendjes hebt om je wetsvoorstellen door het parlement te jassen. Maar blijkbaar denkt hij: alles beter dan een ‘functie elders’.