Het kabinet Rutte IV wordt heel anders dan Rutte III, beloofde premier en naamgever Mark Rutte een paar dagen voor presentatie van het conceptregeerakkoord. Krantenkolommen zijn er volgeschreven om te duiden wat de VVD-leider hiermee bedoeld kan hebben. Een heel ander kabinet? Hoe dan, terwijl de vier regeringspartijen hetzelfde blijven?

Inmiddels is wel duidelijk dat Rutte een minder spectaculaire verandering op het oog had dan iedereen destijds dacht. Hij hintte er toen alleen op dat het kabinet uit andere poppetjes zal bestaan. Verder blijft alles zoals het was.

Dat de personele samenstelling van de nieuwe ploeg sterk zal afwijken van die van de vorige bleek vandaag maar weer eens. Nadat de ministers Arie Slob (Onderwijs) en Wouter Koolmees (Sociale Zaken) al hadden laten weten niet in het nieuwe kabinet terug te keren, was het vandaag de beurt aan Sander Dekker, de minister voor Rechtsbescherming. In De T. kondigde deze bewindsman aan dat het tijd is voor een nieuwe uitdaging. Doorgaans een eufemistische manier om te zeggen dat iemand totaal mislukt is in zijn functioneren.

Ook Dekker slaagde er niet in aan de verwachtingen te voldoen. Hij gold ooit binnen de VVD als een groot talent, mogelijk zelfs als een potentiële partijleider. Een paar jaar geleden moest Dekker in een kranteninterview al toegeven dat dat laatste er niet inzat. Hij was toen weliswaar van staatssecretaris van Onderwijs gepromoveerd tot minister, maar de portefeuille die hij kreeg toebedeeld wekte de indruk alsof ze was bedacht om hem ook wat te doen te geven.

Veel ervan gebakken heeft hij niet. Dekker was bovendien niet bepaald populair bij zijn eigen personeel. ‘Als ik hem voor de auto krijg, rijd ik door,’ heb ik ooit een van zijn ambtenaren horen zeggen. Ik bedoel maar.

Af dus Slob, Koolmees en Dekker. En af uiteraard Ingrid van Engelshoven, ook al minister van Onderwijs. Haar partij, D66, kondigde begin deze maand aan dat ze ‘niet meer wil’. Een zeer versluierende uitdrukking die betekent: ze mag niet meer.

Maar het zou mij verbazen als het bij dit clubje blijft. Eric Wiebes, lange tijd minister van Economische Zaken en Klimaat, zal ongetwijfeld niet meer terugkeren in Rutte IV. Hetzelfde geldt voor Tamara van Ark en Bas van ’t Wout, die het afgelopen maanden in de nek, respectievelijk tussen de oren kregen. Ook Bruno Bruins, diverse jaren minister voor Volksgezondheid, zullen we niet meer terugzien. Hij ging al bij de uitbraak van corona voor het oog van de camera van zijn stokje en moest aftreden. Inmiddels heeft hij een andere baan, dus niemand hoeft zich zorgen over hem te maken. Voor een heroptreden van Ank Bijleveld van Defensie (afgetreden) en Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur (functie elders) hoeft evenmin iemand te vrezen.

Op Kasja Ollongren (Binnenlandse Zaken) zou ik trouwens ook mijn geld niet durven te zetten. De foto waarin zij onbedoeld een verslag van de informateurs aan de natie toonde zal haar eeuwig worden nagedragen, al deed zij het allemaal niet expres. Het lijkt me in elk geval geen pre voor een voortgezette carrière.

Rutte IV krijgt dus inderdaad een heel andere samenstelling dan zijn voorganger. De kneusjes verdwijnen, vast en zeker om plaats te maken voor andere kneusjes. Helaas kan Rutte niet van alle hele en halve stoethaspels afscheid nemen. Hugo de Jonge (momenteel Volksgezondheid) zal – naar we moeten vrezen – blijven, zij het gelukkig wel op een andere post. Dat willen althans de geruchten. Ook Wopke Hoekstra (nu nog Financiën) zal naar een ander departement moeten verhuizen. En wat te denken van Ferd Grapperhaus (Justitie)?

Waarschijnlijk is Rutte (zelf overigens lang niet vrij van felle kritiek) straks de enige die niet hoeft op te rotten of van ministerie te wisselen. En op de bordesfoto hoeft hij ook geen andere plek in te nemen. Hij blijft staan waar hij al zo vaak stond: naast het staatshoofd. Eveneens een stoethaspel in veler ogen, zij het uit een andere categorie.