De zee, Bardamu, de zee. Aan de Golf van Thailand heeft ze  deze ochtend een blauwgroen kleed aangetrokken, flets geworden door het vele wassen in haar eigen zout. Opgejaagd door een stevige bries, steigert ze het strand op met witte manen, schuimvlokken op haar mond. 

In Nederland komt ze op ditzelfde ogenblik aanrollen in holle, loodgrijze golven, parend met dijken en duinen, waarachter de mensen zich verschanst hebben. In de zuidelijke landen heeft ze zich overgoten met blauwe aquarelverf, gepointilleerd door de zon. Dit voorwereldlijke dier, het water waarin we gedoopt werden, waaruit we zijn voortgekomen. 

Ik zou willen dat ik overal tegelijkertijd kon zijn, Bardamu. Om op één en hetzelfde ogenblik al die vermommingen waarin de zee zich steekt in me op te nemen. Onmogelijk natuurlijk, want tijd en ruimte zijn nu eenmaal twee verschillende zaken. Alleen als we de tijd konden uitschakelen, zouden we overal in het nu aanwezig kunnen zijn. Ik zou dat maar wat graag Bardamu willen en het verklaart misschien mijn onrust nooit lang op een plek te kunnen blijven zitten.     

Maar jij kunt het in een blik vatten Bardamu. In jouw binnenste ligt het opgeslagen. Je hebt het allemaal gezien. De hele evolutie van eencellig leven tot alle wisselvalligheden waar Sapiens op zijn lange reis aan werd onderworpen. Alles uit de menselijke geschiedenis heb je meegemaakt, zoals de sympathieke duivel in die song van Mick Jagger. Ik begrijp best dat je je het ijdele gekrakeel van de mensheid met een spottende blik gadeslaat. 

Al die meningen en overtuigingen, die we er in de loop van de geschiedenis op na gehouden hebben. Om die aldoor maar weer bij te stellen. Dit was het niet…en dat ook niet…Maar nu weten we…Van tijd tot tijd staat er een profeet op die met een eeuwige waarheid afkomt: Plato, Christus, Mohamed, Boeddha… Maar de tijd met het geduld van de eeuwig deinende zee, holt alles uit, breekt de sterkste rotsen af, lost ze uiteindelijk op in haarzelf.    

Jij kijkt geamuseerd toe, Bardamu, ach laat ze maar…We ondervragen de wereld, onderwerpen haar aan een kruisverhoor, martelen haar in onze laboratoria om haar te dwingen haar geheimen prijs te geven. Maar ze lijkt ons niet te horen, perst haar lippen op elkaar en volhardt in haar stilzwijgen. Wat rest ons anders, Bardamu, dan zelf met de antwoorden te komen. En dan doen we dan ook Bardamu…

En hoeveel verschillende, elkaar vaak bevechtende antwoorden hebben inmiddels niet over de wereld uitgestrooid. In onze geschiedschrijving houden we ze nauwgezet bij. En ook daarin zijn we onverbeterlijk Bardamu. Want ook de geschiedenis zelf onderwerpen we aan een streng verhoor. Met het geduld van middeleeuwse monniken ontcijferen we oude, verdwenen talen om te achterhalen welke antwoorden er destijds gegeven werden. Als het schrift ontbreekt doen we het noodgedwongen met archeologische vondsten, die het gedachtegoed van weleer naar de oppervlakte moeten brengen. En als we helemaal niets hebben dan reconstrueren we het verleden met speculaties en fantasie, waar we met vertedering naar kijken.      

Al die antwoorden, waarmee we het zwijgen van de wereld in de loop der tijd wilden overstemmen. Jij drijft er de spot mee, Bardamu. Maar wij kunnen ons dat niet veroorloven. Om te kunnen leven, te blijven ademen, moeten we ergens in geloven. Onze hoop ergens op vestigen. We weten ook wel dat de ondoorgrondelijke dynamiek van de wereld, nooit pas op de plaats maakt. We leven nu eenmaal in een niet te stoppen flux van verandering, vernieuwing, wedergeboorte als je wilt. Dat vraagt steeds om andere antwoorden Bardamu. Als het nooit meer regent, wordt een paraplu nutteloos en als de fossiele brandstof op is, brengt de verbrandingsmotor je nergens meer heen. Het is puur pragmatische Bardamu, meer hebben we niet in huis. 

Tegelijkertijd zijn we kunstzinnige wezens Bardamu. We houden van decoratie. Vandaar dat we al die antwoorden aankleden in een verhaal, een narratief, zoals men tegenwoordig graag zegt. Het maakt ons echt niet veel uit of dat nu religieuze, ideologische of mythologische verhalen zijn. Want de verschillen daartussen zijn  minimaal. En voor de rest is het een kwestie van smaak. Maar waar jij voornamelijk de spot mee drijft, is met het verhaal dat we elkaar in onze huidige tijd opdissen. 

Jullie menen de tijdelijkheid van al je verhalen nu doorzien te hebben. Jullie noemen nu alles menselijke constructie, waar jullie  een tijdje door betoverd worden. Zelfs de natuurkunde, ooit een bolwerk van objectiviteit, is nu niet meer dan een interpretatie. Een modelletje. Denk toch na man. Het erkennen van de tijdelijkheid van al die verhalen is op zichzelf  ook niet meer dan een verhaal. En jullie verwelkomen het als een nieuwe god, die de wereld vanaf nu mag regeren. Weet je nog dat we in Rangoon waren en dat gedicht van Pablo Neruda lazen? 

Daar in Rangoon begreep ik

Dat de goden evenals God vijanden 

Van het arme mensenkind zijn.

Goed, Bardamu, goed gesproken en bedankt voor al dat scepticisme. Jij kunt je het permitteren. Jij staat buiten de wereld. Maar wij mensen zitten erin opgesloten. In al die verhalen die we elkaar vertellen om het enigszins leefbaar te houden. 

We kunnen nu eenmaal niet verder kijken dan onze neus lang is. In onze vertelsels ontwerpen we steeds een nieuwe plek, waar we de een of andere God kunnen onderbrengen. Voor een tijd een plaats van God, zoals Gerrit Achterberg dichtte. En al die plekken worden uiteindelijk afgebroken. Door de tijd of door onszelf. Wat hebben we op al onze zwerftochten niet aan ruïnes gezien…

Het vreemde Bardamu, is dat elke waarheid die we willen bevestigen haar tegelijkertijd ontkent. Als elke waarheid tijdelijk is, is dat ook slechts tijdelijk waar. Morgen zal het weer anders zijn. Het is leven in een paradox, Bardamu, geest en lichaam dat is we  zijn en ze stellen beide hun eisen. We proberen die twee nu al zo lang met elkaar te verzoenen. Ik houd erop dat dit een onmogelijke taak is. 

Vandaar dat ik me soms even afkeer van de wereld. Dat is de reden dat ik gevolgd ben naar dit verlaten strand hier aan de Golf van Thailand. Om mezelf in de beslotenheid van mijn eigen bewustzijn terug te vinden. Soms is dat nodig om van de wereld iets te begrijpen. Daarna kan ik misschien terugkeren met vernieuwde hoop. En voldoende bescheidenheid om al die verhalen op waarde te kunnen schatten. Maar met jouw objectieve blik is voor mij niet te leven. Jouw harteloze spot verstikt me.

De geschiedenis vermorzelt uiteindelijk alles. Zeker Bardamu, zeker. Maar we gaan niet bij voorbaat bij te pakken neerzitten. Een oude Griekse wijsgeer  dacht dat het menselijk verstand in het hart zat.  En dat, Bardamu, hoe vaak moet ik je het nog zeggen, dat leeft niet van objectiviteit alleen. Maar spreekt alleen in geluidloze woorden…