De kabinetsformatie duurde wel erg lang, vindt vrijwel iedereen. Kon dat nu echt niet sneller?

Uiteraard kwam het trage formatieproces gisteren ook ter sprake in het grote Kamerdebat over het eindverslag van de informateurs Remkes en Koolmees. Volgens fractieleider Joost Eerdmans van JA21 zou er een limiet van zes maanden gesteld moeten worden aan de onderhandelingen. Is er dan nog geen nieuw kabinet gevormd, dan moeten er nieuwe verkiezingen plaatsvinden. Op de kwestie wat er moet gebeuren als die verkiezingen tot ongeveer dezelfde uitslag zouden leiden, ging Eerdmans wijselijk niet in.

Wel verklaarde hij ‘op dit moment’ niks te zien in invoering van een kiesdrempel, iets wat D66-leider Sigrid Kaag had geopperd. Volgens Eerdmans ‘lag het niet aan de kleinere partijen’ dat de formatie zoveel tijd in beslag heeft genomen.

Ik vrees dat Eerdmans niet goed heeft opgelet. Het lag juist wel aan de kleinere partijen. Daarvan zijn er namelijk veel te veel.

Bij de laatste Kamerverkiezingen werden maar liefst 17 partijen in de Kamer gekozen (na afsplitsingen zijn het er inmiddels zelfs 19). Op een paar na hebben deze partijen minder dan tien zetels. Drie kregen er zelfs maar één zetel. De vorming van een twee- of driepartijenkabinet was daardoor onmogelijk. Om aan een meerderheid te komen waren minstens vier partijen nodig. Zou er een kiesdrempel van 5 procent van de stemmen hebben bestaan, zoals in Duitsland, dan zouden partijen met minder dan acht zetels niet in de Kamer zijn beland. Hun zetels zouden ten goede zijn gekomen aan de wél gekozen partijen.

VVD, D66 en CDA bijvoorbeeld zouden dan veel groter zijn geweest dan nu en samen een ruime meerderheid hebben behaald. Ook andere combinaties hadden dan eventueel gekund. De formatie zou daardoor veel sneller zijn verlopen.

Bovendien (extra voordeeltje) zou ons dan het gewauwel van halvegaren als Eerdmans, Van der Plas (BBB), Segers (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) bespaard zijn gebleven. Forum voor Democratie zou helaas wel (nipt) gekozen zijn, maar je kunt niet alles hebben.

Jammer genoeg krijgt Nederland binnen afzienbare tijd geen kiesdrempel. Er zijn veel te veel partijen die daar absoluut geen belang bij hebben, omdat ze dan zouden verdwijnen. In de Kamer zitten maar liefst negen partijen die in maart minder dan 5 procent van de stemmen hebben gekregen en die bij een kiesdrempel dus niet meer in de Kamer zouden zijn vertegenwoordigd. Zij zullen alles op alles zetten om de komst van een kiesdrempel tegen te houden. Ze verschuilen zich daarbij achter gebral over ‘de wens van de kiezer’, die je niet mag negeren. Alsof de kiezer een formatie van driekwart jaar en een Kamer met 19 fracties jaar wil. Overigens deden aan de laatste verkiezingen zo’n 25 partijen mee die géén zetels hebben bemachtigd omdat ze de kiesdeler niet haalden. In feite is die kiesdeler ook een kiesdrempel.

Voorspelling: bij de volgende verkiezingen zullen er nog meer partijen in de Kamer komen. En bij de verkiezingen daarna nóg meer.