Het is heel goed mogelijk dat bij de volgende presidentsverkiezingen, over 15 maanden, één van de kandidaten in de gevangenis zit: Donald J. Trump. Tegen hem is deze week voor de derde keer een aanklacht ingediend, nu wegens zijn vermeende pogingen de uitslag van de vorige verkiezingen, een kleine drie jaar geleden, te beïnvloeden. En het is heel goed denkbaar dat Trump volgend jaar gaat winnen en de zittende president verslaat, de 80-jarige en broze Joe Biden. Hij kan dan vanuit zijn cel het land besturen. Dat zal niet lang duren: één van zijn eerste daden zal ongetwijfeld zijn zichzelf gratie te verlenen. Dan is Trump een vrij man en kan hij opnieuw zijn intrek nemen in het Witte Huis om weer vier jaar lang een rampzalig beleid te voeren, net als tussen 2017 en 2021.
Dit is het – lang niet onrealistische – angstscenario voor Democraten, juristen, buitenlandse regeringsleiders en iedereen die de rechtsstaat een warm hart toedraagt. Trump staat torenhoog in de peilingen. Binnen de Republikeinse Partij heeft hij meer steun dan alle andere presidentskandidaten bij elkaar. Bij elke nieuwe aanklacht stijgt zijn populariteit. Als hij geen geheelonthouder was, zou hij deze week, na de jongste tenlastelegging, een mooie fles wijn hebben opengetrokken – het zal nu bij een extra blikje Diet Coke zijn gebleven.
Zelf heeft Trump jaren geleden al stoer gezegd dat hem niets kan overkomen. ‘Ik kan bij wijze van spreken midden op Fifth Avenue in hartje Manhattan iemand neerschieten, en ik zal geen kiezer verliezen.’ Dat blijkt anno 2023 nog zachtjes uitgedrukt. Wat hij ook uitvreet, Trump wint alleen maar. Er is geen kruid tegen hem gewassen.
De vier beschuldigingen van speciaal aanklager Jack Smith liegen er niet om. In feite wordt Trump ervan beschuldigd dat hij na de verkiezingen van november 2020 – die hij verloor van Joe Biden – een poging tot staatsgreep heeft gedaan. Hij deed er alles aan om aan de macht te blijven en de uitslag om te draaien. Met als dieptepunt de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021, op de dag dat vicepresident Mike Pence het resultaat van de verkiezingen zou bekrachtigen en Joe Biden formeel tot president zou worden uitgeroepen; het scheelde niet veel of de woedende meute had Pence opgehangen.
In de aanklacht staat drie keer de term ‘samenzwering’ waaraan Trump zou hebben deelgenomen. Hij zou samengespannen hebben om de staat op te lichten, om de gang van zaken in de federale regering te frustreren, en om mensen van hun burgerrechten te beroven. Met dat laatste wordt bedoeld dat Biden-kiezers, die volgens alle deskundigen en alle tellingen bij de vorige verkiezingen in de meerderheid waren, benadeeld zouden zijn als Trump in zijn opzet was geslaagd. Bij de samenzwering waren zes anderen betrokken, die niet bij naam worden genoemd, maar onder hen zit ongetwijfeld de huisadvocaat van Trump en oud-burgemeester van New York, Rudy Giuliani.
Aanklager Jack Smith heeft geen half werk geleverd, zeggen juristen, de aanklacht zit doortimmerd in elkaar. Maar toch staat het lang niet vast dat de ex-president voor deze zaak ook veroordeeld wordt. Justitie zal moeten bewijzen dat Trump donders goed wist dat hij de verkiezingen had verloren, maar daar desondanks met alle middelen tegen in ging. Zijn advocaten zullen ongetwijfeld de grondwettelijk verankerde vrijheid van meningsuiting in stelling brengen: je mag in dit land toch zeggen dat je de uitslag niet vertrouwt? En dat geweld op 6 januari, dat is niet zijn schuld, hij heeft daartoe niet opgeroepen.
Volgens de beklaagde zelf is hij het slachtoffer van een politieke afrekening door zijn tegenstrever Joe Biden; Trump vergeleek de aanklacht met de politieke repressie in nazi-Duitsland en de vroegere Sovjet-Unie. Dat is een verwijt dat er bij zijn aanhangers ingaat als Gods woord in een ouderling. Het is allemaal vuil spel van de Democraten die drie jaar geleden al verhinderden dat Trump president bleef en nu weer smerige trucs uithalen om de man uit te schakelen. Ook vooraanstaande partijgenoten roepen moord en brand, zij steunen hun voorman door dik en dun. Kritiek uiten op Trump is levensgevaarlijk, daar moeten Republikeinse kiezers niets van hebben.
Maar toch beginnen er barstjes in het front te ontstaan. Pence, jarenlang trouwe rechterhand van Trump en bij de komende presidentsverkiezingen één van de (kansloze) Republikeinse tegenkandidaten, liet in een verklaring weten dat iemand die zich boven de grondwet opstelt nooit president mag worden. Dat is een hele andere toon dan hij bezigde bij een vorige aanklacht tegen Trump, over het betalen van een zwijggeld aan een porno-actrice; toen stelde Pence zich vierkant op achter zijn vroegere baas.
Deze maand komt er nóg een aanklacht, de vierde, uit de staat Georgia. Daar verloor Trump drie jaar geleden nipt, met 11.779 stemmen. Via een inmiddels befaamd telefoontje van ruim een uur probeerde hij zijn partijgenoten in deze staat te bewegen de uitslag om te draaien: ‘Ik vraag jullie alleen maar om ergens 11.780 stemmen te vinden. That’s all.’ Maar Trump kreeg nul op het rekest: de verkiezingen waren rimpelloos verlopen, de stemmen waren tig keer geteld en herteld, en het resultaat was zonneklaar dat Biden had gewonnen.
Ook ‘Georgia’ is volgens juristen een ernstige zaak waarvoor Trump veroordeeld zou kunnen worden. Maar de man kennende zal hij ook dat wel weer in zijn voordeel weten om te buigen. De VS en de wereld zijn nog lang niet van ‘president’ Donald J. Trump af.