Bij Ja21 is het nu ook hommeles. De populisten die rechts maar netjes wilden wezen krijgen nu ook te maken met de kwaal van haar voorgangers. Een groep ‘bezorgde leden’ maakte per brief gewag van ‘verontrustende ontwikkelingen’. Het zijn volgens NRC niet de eersten de besten die aan de bel trekken.  Kamerleden, senatoren, Europarlementariërs en andere, voornamelijk zelfbenoemde vips.

De kritiek betreft vooral het gebrek aan interne democratie. Bij JA21loopt een secretaris rond die niet makkelijk in de omgang schijnt te zijn en geen tegenspraak duldt. De partij zou verder een baantjesmachine zijn voor de oprichters Joost Eerdmans , de J in de partijnaam, en Annabel Nanninga, de A, en hun volgelingen. Als je de partijnaam bepaalt, bepaal je kennelijk ook de partijcultuur.

Als het gekrakeel eenmaal losbarst, gaan allerlei persoonlijke motieven een rol spelen. Er is veel haat en nijd, mensen voelen zich miskend en gepasseerd en zien rivalen de baantjes en, minstens zo belangrijk, de status krijgen waar zij recht op menen te hebben. Dat uit zich dan weer in ontevredenheid over de koers en de leiding. En vervolgens beginnen het gekuip, de achterklap en verdachtmakingen de sfeer te verzieken. De opstellers van de brief stellen vast dat de partij zich inmiddels ‘op een doodlopende weg’ bevindt.

Hoe komt het toch dat bij vrijwel alle populistische partijen en clubjes altijd binnen betrekkelijk korte tijd de pleuris uitbreekt?

Je zag het bij de LPF van wijlen Pim Fortuyn, de PVV, Forum voor Democratie (FvD) en nu dus bij JA21. Als ik Caroline van der Plas zou zijn, zou ik de boel bij de BoerBurgerBeweging (BBB) scherp in de gaten houden. In Utrecht moest de provinciale zetbaas al tot de orde geroepen worden die bij de formatie van het college eerdere afspraken met GroenLinks, de mogelijke partner, aan zijn laars wilde lappen. Zo’n brandje moet je onmiddellijk uittrappen.

Populistische partijen zijn nog meer dan de gevestigde partijen afhankelijk van de leider. De leider is de partij. Zijn ideeën vormen de programmatische basis, zijn charisma moet de partij aan electoraal succes helpen. Hij omringt zich met meelopers die uitsluitend zijn boodschap verkondigen en verder ja en amen dienen te zeggen. Aan discussies, laat staan openlijke kritiek doen ze niet. Dat zou de positie en het gezag van de leider ondermijnen. Het is al vaker opgemerkt dat dit soort partijen overeenkomsten vertoont met een sekte.

Dergelijke partijen trekken vooral querulanten, avonturiers, gelukzoekers aan en wat het grote onbehagen verder aan mafketels voortbrengt. Er lopen ongetwijfeld lieden rond die oprecht in de politieke idealen geloven. Maar vaak leggen zij het af tegen de figuren met, laten we zeggen, meer dubieuze intenties. Die goed bedoelende lieden worden op hun beurt soms ook opportunisten. Dat is in de politiek, niet alleen bij de populisten, een manier om verder te komen. Dat verklaar ook het gemak waarmee ontevredenen zich afsplitsen en voor zichzelf beginnen. Ik vraag me af of Eerdmans zelf nog weet onder hoeveel partijvlaggen hij in de loop van zijn carrière ten strijde is getrokken. Het laatste, mislukte avontuur, voor hij met Nanninga het partijenlandschap ging verrijken, was met Forum.

Geert Wilders had snel door dat het met de PVV mis zou gaan als hij de zaak niet volledig in eigen hand hield. Van de selectie van Kamerleden tot het vaststellen van de partijlijn en de issues, hij deed en doet het allemaal zelf. De PVV is geen partij in eigenlijke zin, maar de Vereniging Wilders Vooruit. Maar zelfs dan gaat het nog wel eens mis. Zoals met Dion Graus, het Kamerlid dat niet door zijn wetgevende prestaties maar vooral door allerhande onsmakelijkheden van zich doet horen.

Het grootste fiasco is uiteraard Forum voor Democratie. Dat is nu de Thierry Baudet-sekte en zal zoals dat gaat met sektes binnenkort ruziënd en elkaar verketterend helemaal uit elkaar vallen. Bij Baudet lijkt het contact met de werkelijkheid met de dag brozer te worden.

Bij de BBB waren ze zich bewust van deze risico’s. Tot nu toe lijken ze de grootste klippen te hebben omzeild. Er staat een professionele organisatie, er is een verhaal bedacht dat ook kiezers buiten de eigen specifieke doelgroep aanspreekt en dat door bekwame pr-mensen aan de man is gebracht. En ze hebben een geweldige troef in Caroline van der Plas. Ze is authentiek – vind dat maar eens in de politiek – en beschikt over charisma van het type ‘doe effe normaal’.

Voor zover bekend hebben ze vooralsnog de ergste gekken buiten de deur weten te houden. De vraag is hoe lang dat nog lukt. De grootste bedreiging voor een opkomende populistische partij is het eigen succes. Pim Fortuyn schijnt op het laatst gehoopt te hebben dat zijn LPF niet te groot zou worden. Hij wist niet waar hij enigszins competente en integere mensen met ook nog een minimum aan bestuurlijke ervaring vandaan moest halen. Hoe zeer hij daarin gelijk had, heeft hij niet mee hoeven maken.

De BBB staat nu in sommige peilingen op 38 zetels in de Tweede Kamer en lost de VVD af als de verreweg grootste partij. Dat is natuurlijk niet meer dan een momentopname en geen prognose voor de Kamerverkiezingen van over twee jaar. Maar ik kan me voorstellen dat Van der Plas en co de schrik om het hart slaat.