Volgend jaar zijn er weer verkiezingen voor het Europees Parlement. Heel veel belangstelling daarvoor is er niet. De opkomst, althans in Nederland, bedroeg in 2019 41,9 procent. Dat was weliswaar meer dan de keer daarvoor, maar nog lang geen meerderheid.
De (Nederlandse) uitslag was helder. De PvdA haalde onder leiding van Frans Timmermans 6 zetels, een overtuigende overwinning. Alleen de VVD en het CDA kwamen met 4 zetels in de buurt. De PVV en de SP verdwenen helemaal uit het EP.
Ook Europees gezien deden de sociaaldemocraten het onder lijsttrekkerschap van de Nederlander (hij was ‘spitzenkandidaat’) niet slecht. Ze wisten 154 zetels te behalen. Helaas voor hem scoorde de EVP (de christendemocraten, zeg maar) er 182, dus die bleef de grootste fractie. Timmermans bracht het, ondanks hulp uit Nederlandse hoek, dan ook niet tot voorzitter van de Europese Commissie.
In dat spel is Nederland sowieso een tikkeltje te klein om een rol van betekenis te kunnen spelen. Echt grote EU-landen als Duitsland en Frankrijk maken de dienst uit. Merkel-vriendinnetje Ursula von der Leyen kreeg de Europese topfunctie in handen. Timmermans moest genoegen nemen met het (weliswaar eerste) vicevoorzitterschap.
De vraag is: wat doet Timmermans volgend jaar? Hij kan natuurlijk nog een keer proberen voorzitter van de Europese Commissie te worden. Maar de kans dat dat lukt is niet zo groot. Er bestaat zelfs een reële mogelijkheid dat het resultaat van de sociaaldemocraten slechter is dan dat van de vorige keer. Wellicht mag Timmermans dan zelfs niet spelen voor eerste vicevoorzitter van de EU-commissie, een positie die hij sowieso niet kan bereiken zonder internationale hulp. Dat zou een beschamend einde zijn van zijn politieke loopbaan, waarin hij eerder onder meer Kamerlid, minister van Buitenlandse Zaken en big shot in Brussel was.
Gelukkig heeft Timmerfrans, zoals zijn vele vijanden hem noemen, nog een alternatief. Hij kan ook de lijst van de PvdA gaan trekken. Die partij is van plan te fuseren met GroenLinks. Waarschijnlijk is het volgend jaar nog niet zover, maar ooit moet het toch een keer gebeuren. In elk geval kunnen de twee partijen na de verkiezingen één fractie vormen. Dat zou – zeker in hun eigen ogen – betekenen dat die ook de premier mag leveren.
Dat wil zeggen: als ze dan de grootste wordt. Maar een samengaan van PvdA en GroenLinks betekent ook een enorm risico. Stel dat het resultaat tegenvalt en de twee partijen opgeteld niet de nummer 1 zijn. Dan krijgen we vermoedelijk Rutte V en zou Timmermans hooguit het vicepremierschap kunnen verwerven.
Het vervelende is dat je zoiets nooit van te voren weet. Een verkiezingsuitslag kan, zoals Timmermans uit bittere ervaring weet, ook tegenvallen. Een echec valt te vermijden door tijdig de pijp aan Maarten te geven. Timmermans is volgend jaar 63. Hij zou ook met pensioen kunnen gaan. Een paar adviesklusjes zullen daarna zeker nog wel opdagen.
Alleen: onze Frans wordt verteerd door ambitie. En premier is hij nog nooit geweest. Is dit niet een unieke kans om alsnog te proberen de werkelijke politieke top te halen?
Geef een reactie